Naam | Steenwijkerland |
---|---|
Code | 1708 |
Provincie | Overijssel |
Inwonertal | 43768 |
2018
Categorie | Risico | Kans | Max. impact | Gewogen bedrag |
---|---|---|---|---|
Sociaal domein | Minimabeleid | 20.0 | 110000.0 | 22000.0 |
Sociaal domein | Participatiewet (re-integratie en WSW) | None | None | None |
Kapitaalgoederen | Achterstallig onderhoud openbare ruimte | 20.0 | 250000.0 | 50000.0 |
Sociaal domein | WMO | None | None | None |
Sociaal domein | Jeugdzorg | None | None | None |
Dividend/Rente | Rentestijging | 20.0 | 236000.0 | 47200.0 |
Belasting | BTW-compensatiefonds | None | None | None |
Belasting | Invoering vennootschapsbelasting | None | None | None |
BUIG | Participatiewet (rijksbijdrage) | 50.0 | 1280000.0 | 640000.0 |
Sociaal domein | Participatiewet (uitkeringen) | 50.0 | 1027000.0 | 513500.0 |
Projecten | Investeringsprojecten ruimtelijk domein | 50.0 | 2500000.0 | 1250000.0 |
Gemeentefonds | Ontwikkeling algemene uitkering uit het gemeentefonds | None | None | None |
Belasting | Rioolheffing | 25.0 | 2500000.0 | 625000.0 |
Omgevingswet | Omgevingswet | None | None | None |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Risico: Invoering vennootschapsbelasting | |
1 | Omschrijving risico | Met ingang van 1 januari 2016 geldt voor de gemeente een vennootschapsbelastingplicht. Een inventarisatie is gemaakt van de activiteiten die hieronder vallen. De activiteiten van de gemeente zullen continu gemonitord moeten worden op de fiscale consequenties om fouten te voorkomen, de juiste beslissingen te nemen en alleen terecht deze belasting te betalen. Het is daarom zaak feiten en omstandigheden op de juiste wijze te presenteren en alert te zijn op (wijzigingen in) bijvoorbeeld het gemeentelijk vastgoedbeleid. Dit geldt tevens voor activiteiten, zoals detachering van personeel, werkzaamheden voor derden en samenwerkingsovereenkomsten. |
2 | Impact | De invoering vergt een flinke investering voor de gemeente door de extra (structurele) werkzaamheden, benodigde inhuur van externe adviseurs en opleidingen van personeel. In 2017 is uitstel aangevraagd voor de aangifte over 2016 en een voorlopige aangifte ingediend met een geschat belastbaar bedrag van € 200.000. Het tarief bedraagt 20% voor een belastbaar bedrag tot en met € 200.000. Boven dit bedrag is het tarief 25%. Inmiddels is een voorlopige aanslag over 2016 en 2017 ontvangen en betaald. De verwachting op dit moment is dat het fiscale resultaat over 2016 en 2017 nihil zal zijn, maar om een te betalen belastingrente van 8% te voorkomen is besloten toch een voorlopige aangifte in te dienen en te betalen. Mocht het fiscale resultaat over 2016 en 2017 nihil zijn zoals verwacht, dan zullen de betaalde bedragen weer terug worden ontvangen. Op dit moment bestaat veel onduidelijkheid over de manier waarop gemeenten hun winst dienen te berekenen, deze onduidelijkheid zal waarschijnlijk nog enige jaren aanhouden. Het kan er ook toe leiden dat de belastingdienst het moment van opleggen van een definitieve aanslag zoveel mogelijk naar achter zal verplaatsen. Het gevolg van de onzekerheid is dat het mogelijk tot eind 2021 kan duren voordat een definitieve aanslag over 2016 wordt opgelegd. De gemeente zal bij het opstellen van de begroting de hoogte van de te betalen belasting voorzichtig inschatten. Het valt niet uit te sluiten dat de ingeschatte bedragen afwijken van de uiteindelijk te betalen belasting. |
3 | (Beheers)maatregelen | De gemeente laat zich begeleiden door een extern bureau zodat het fiscale resultaat op een juiste manier kan worden vastgesteld. Daarnaast wordt geïnvesteerd in het helder documenteren en vastleggen van het werkproces via een grondslagendocument en via een fiscaal beheersysteem. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Risico: Ontwikkeling algemene uitkering uit het Gemeentefonds | |
1 | O mschrijving risico | De inkomsten uit de algemene uitkering uit het Gemeentefonds hebben de afgelopen jaren weinig stabiliteit laten zien. Het ene moment is er een flinke tegenvaller, een tijdje later gevolgd door een flinke meevaller. Het is dan ook zeer lastig om hier op te anticiperen. |
2 | Impact | Aangezien de gemeente voor een groot gedeelte afhankelijk is van de inkomsten uit de algemene uitkering en er van tijd tot tijd flinke bijstellingen zijn, kan dit betekenen dat het beleid moet worden bijgesteld. De impact is groter geworden vanwege de decentralisaties in met name het sociaal domein, waardoor het gemeentefonds groter is geworden in omvang. Daarmee is ook het risico voor de gemeente toegenomen. |
3 | (Beheers)maatregelen | Wij hebben een aantal beheersmaatregelen getroffen om de gevolgen van tegenvallers in de algemene uitkering op te kunnen vangen: 1. De ‘Algemene reserve – vaste buffer’ die is bedoeld om onverwachte tegenvallers op te vangen (ijzeren voorraad voor het opvangen van calamiteiten). 2. De reserve ‘Opvangen effecten decentralisaties (3D’s)’ is in het leven geroepen om tegenvallers binnen het sociaal domein op te vangen. De reserve kent een plafond van € 3 miljoen. Dit is tevens de omvang van de reserve in 2018. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Risico: Rentestijging | |
1 | O mschrijving risico | De rente bevindt zich op een heel laag niveau. Bij een aantrekkende economie is een rentestijging niet ondenkbaar. Ook de spanningen in de wereld kunnen van invloed zijn op het rentepercentage. Het zijn risico’s die niet te beïnvloeden zijn door ons als gemeente, maar die zich wel degelijk kunnen voordoen. |
2 | Impact | Het eventuele overschrijdingsrisico wordt ingeschat op 25%, in de categorie laag. Een rentestijging van 1% wordt gekwantificeerd op ongeveer € 236.000 in 2018 oplopend naar € 360.000 in 2021. |
3 | (Beheers)maatregelen | Jaarlijks voor de begroting wordt op basis van de rentegegevens op 1 september een herberekening gemaakt van de rentecomponent. Via de P&C cyclus worden de financiële gevolgen van de rente gerapporteerd. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Risico: BTW compensatiefonds (BCF) | |
1 | O mschrijving risico | De gemeente Steenwijkerland declareert BTW terug op grond van het BTW compensatiefonds. Landelijk gezien is hieraan een plafond ingevoerd. Als dit plafond wordt bereikt, worden de hogere uitgaven door het rijk gekort op de algemene uitkering. Door de mindere economische omstandigheden van de afgelopen jaren is dit plafond niet bereikt, maar komt door de aantrekkende economie wel eerder in beeld. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Impact | De impact is zeer moeilijk te bepalen omdat het een macronorm betreft waarvan de rapportage van het ministerie van Financiën dient te komen. |
1 | (Beheers)maatregelen | Bijzondere aandacht schenken aan het risico van de benadering van het BCF plafond en deze consequentie meenemen in de P&C rapportages. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Risico: Rioolheffing | |
1 | Omschrijving risico | De raad is de afgelopen jaren regelmatig geïnformeerd over het dossier inzake de aanslag rioolheffing woningbouwstichting. Voor het laatst is dit gebeurd via paragraaf 3.2, weerstandsvermogen en risicobeheersing in het jaarverslag 2016. Het college heeft daarin gemeld dat er een procedure speelt van een woningstichting tegen de aanslag voor de rioolheffing van 2013, 2014 en 2015. De aan de woningstichting opgelegde aanslagen rioolheffing 2013 tot en met 2015 zijn vernietigd. Het gaat om een bedrag van circa € 500.000 aan rioolheffing per jaar. Tegen de aanslagen 2016 en 2017 is ook bezwaar gemaakt. Tegen de uitspraak van de rechtbank is op 8 mei 2017 hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof Arnhem. |
2 | Impact | De impact is moeilijk te bepalen, omdat de zaak onder de rechter is en de uitkomst onzeker. Het eventuele risico wordt ingeschat in de categorie laag. Mocht de uitkomst negatief uitvallen voor de gemeente dan gaat het om forse financiële tegenvallers. |
3 | (Beheers)maatregelen | Een eventuele financiële tegenvaller zal net als bij andere risico’s moeten worden gedekt uit algemene middelen (‘Algemene reserve - vaste buffer’). Om de risico’s te verminderen voor toekomstige aanslagen kijken wij zeer kritisch naar de onderbouwing van de kosten, waaronder de overhead en de BTW. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Risico: Minimabeleid | |
1 | O mschrijving risico | Uitkeringen bijzondere bijstand en minimabeleid zijn zogenaamde open eind financieringen. Afhankelijk van het aantal aanvragen en hoogte van de uitkeringen kunnen er onder- dan wel overschrijdingen plaatsvinden. Het opgenomen budget in de begroting 2018 bedraagt € 1,1 miljoen. |
2 | Impact | Het eventuele overschrijdingsrisico wordt ingeschat op 10%, in de categorie laag. |
3 | (Beheers)maatregelen | Periodieke monitoring via de P&C cyclus en tussentijdse rapportages van de IGSD. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Risico: Participatiewet (re-integratie en WSW) | |
1 | O mschrijving risico | De invoering van de Participatiewet per 1 januari 2015 is gepaard gegaan met een forse korting op de diverse rijksbijdragen. Ook de nieuwe regeling Beschut werk vormt een verhoogd risico, maar hier valt op dit moment nog niet zo veel over te zeggen. |
2 | Impact | De economie draait op volle toeren, toch blijft het een moeilijke tijd voor de onderkant van de arbeidsmarkt. Er is nog steeds een ruime risicokans dat het beschikbare budget niet toereikend is. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | (Beheers)maatregelen | Periodieke monitoring via de P&C cyclus en tussentijdse rapportages van de IGSD/NWG. Samen met de NWG wordt naar oplossingen gezocht op het gebied van extra inkomsten of extra uitstroom. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Risico: Achterstallig onderhoud openbare ruimte | |
1 | O mschrijving risico | Voor het onderhoud van de kapitaalgoederen in de openbare ruimte wordt gebruik gemaakt van speciale computerprogramma's. De afgelopen jaren is hard gewerkt aan het op orde brengen van deze programma's. Ondertussen is het gehele areaal ingevoerd. D.m.v. inspecties wordt de staat van onderhoud bepaald. Het risico van schade als gevolg van achterstallig onderhoud is afhankelijk van de gekozen frequentie van inspecteren. Op basis van deze gegevens wordt de besteding van het jaarlijkse onderhoudsbudget bepaald. Met het actualiseren van de beleidsplannen voor wegen, fietspaden, openbare verlichting en oeververbindingen is een belangrijke slag gemaakt in het inzichtelijk maken van de onderhoudstoestand van deze kapitaalgoederen. Op basis hiervan kan planmatiger worden gewerkt. De meerjarige onderhoudsplannen zijn niet over hele linie op het onderhoudsniveau ‘basis’ gebaseerd, maar in sommige gevallen op ‘beperkt basis’. |
2 | Impact | Het financieel risico wordt ingeschat op € 500.000. Doordat onze kapitaalgoederen voortaan meer planmatig worden beheerd en wij de komende jaren fors investeren, komen wij tot een lage risicokans. |
3 | (Beheers)maatregelen | Periodieke monitoring en rapporteren in tussenrapportages |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Risico: Investeringsprojecten ruimtelijk domein | |
1 | O mschrijving risico | Voor de aanleg en instandhouding van voorzieningen in de omgeving zijn investeringen noodzakelijk. De kredieten die met deze investeringen zijn gemoeid worden projectmatig aangevraagd en gemonitord. Een totaaloverzicht van de lopende projecten is door middel van een projectenlijst inzichtelijk. De aard en omvang van deze projecten kunnen erg verschillen en daarmee ook de risico’s die per project worden gelopen. Om op projectniveau de risico’s inzichtelijk te kunnen maken is de zogenaamde prescan ingevoerd. Hierbij wordt niet alleen gekeken naar financiële risico’s, maar ook naar bijvoorbeeld organisatorische, juridische en maatschappelijke risico’s. In de prescan wordt voor het inschatten van de kans van voorkomen gebruikt gemaakt van drie niveaus (klein, gemiddeld en groot). Voor het totaal van de risico’s van alle projecten kan worden uitgegaan van een gemiddelde kans van voorkomen. Dit komt overeen met het kans-niveau ‘ruim’ en een rekenpercentage van 40%. |
2 | Impact | Om in zijn algemeenheid iets te kunnen zeggen over de financiële risico’s van alle lopende investeringsprojecten kan worden uitgegaan van een gemiddelde impact van ca. 25% van de totale investerings-omvang. De totale omvang van de investeringsprojecten die vanuit het beheer openbare ruimte (excl. riolering) en |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | vanuit ontwikkeling worden geïnitieerd bedraagt op dit moment ca. € 10 miljoen. De impact van de risico’s wordt momenteel dus geraamd op € 2,5 miljoen. | |
1 | (Beheers)maatregelen | Afhankelijk van de risico’s worden beheersmaatregelen ingezet. Door middel van kwartaalrapportages wordt de voortgang van het project en de beheersing van de risico’s gemonitord. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Risico: Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) | |
1 | O mschrijving risico | Binnen de nieuwe Wmo worden drie risico’s onderkend. Voor de langere termijn is de hoogte van de rijksvergoeding voor de uitvoering van de Wmo een groot risico. Elke rijkscirculaire kan een toe- dan wel een afname betekenen voor het budget. Wel is het zo dat het budget in de meicirculaire 2017 lijkt te stabiliseren voor de jaren 2018 – 2021 op € 6,3 miljoen. Ook het feit dat mensen (met een zorgvraag) langer thuis moeten of willen blijven wonen levert risico’s op. Deze groep groeit en hiermee wordt een groter beroep op de gemeente gedaan en wijzigt ook de aard en intensiteit van de hulpvraag aan de gemeente. Ook moet de gewijzigde manier van inkoop genoemd worden als risico. Vanaf 2018 moet er ingekocht worden op basis van een reële kostprijs. Het vaststellen van deze prijzen is een complexe zaak. Wat dit precies betekent is nog niet geheel duidelijk. Daarnaast wordt vanaf 2018 niet meer afgerekend op basis van P x Q, maar op basis van een traject. Wat dit financieel inhoudt, voor aanbieder en gemeente, wordt in 2018 goed in de gaten gehouden. |
2 | Impact | De risicokans wordt als ruim inschat, zonder dat hier op dit moment een bedrag aan gekoppeld kan worden. |
3 | (Beheers)maatregelen | Periodieke monitoring via de P&C cyclus. Formuleren van een inkoopkader waarin bezuinigingsmogelijkheden zijn meegenomen. Verdere invulling van het beleidsplan Sociaal domein 2017-2020 door middel van de transformatie agenda. De raad heeft een reserve ‘Opvang effecten decentralisaties (3D’s)’ in het leven geroepen. In deze reserve is een bedrag van € 3 miljoen gestort. Eventuele budgetoverschrijdingen kunnen hiermee worden opgevangen. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Risico: Jeugdzorg | |
1 | O mschrijving risico | Bij de inwerkingtreding van de Jeugdwet (2015) kunnen de volgende risico’s worden onderkend: Ten eerste is de gemeente afhankelijk van de uitkomsten van de algemene uitkering uit het Gemeentefonds. Elke rijkscirculaire kan een onverwachte daling of stijging van het budget tot gevolg hebben. Een volgend risico is dat er sprake is van een licht stijgende vraag om jeugdzorg. Deze trend is ook landelijk zichtbaar. Het is nog niet bekend waar de stijging door wordt veroorzaakt. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Een ander risico is dat voor de jaren 2015 en 2016 de gemeenten in de Jeugdzorgregio IJsselland onderlinge financiële solidariteit (‘verevening’) hebben afgesproken over de totale uitgaven voor individuele voorzieningen jeugdhulp. Eind 2016 is besloten tot het loslaten van deze verevening. Hiermee nemen de financiële risico’s voor de afzonderlijke gemeenten toe. Verder wordt vanaf het jaar 2018 de jeugdhulp (deels) op een andere manier ingekocht. Bestaande producten worden gebundeld in een beperkt aantal nieuwe trajectprijzen. Het vaststellen van de nieuwe trajectprijzen is een complexe zaak, waarbij er sprake is van belangrijke onbekende variabelen. Een te hoog vastgestelde trajectprijs betekent een risico voor de kosten. Daarnaast gaat een dermate grote wijziging gepaard met het risico op fricties in de overgangsperiode. | |
1 | Impact | De risicokans wordt als ruim inschat, zonder dat hier op dit moment bedragen aan gekoppeld kunnen worden. |
2 | (Beheers)maatregelen | Periodieke monitoring via de P&C cyclus. Om grip te krijgen op de kosten van de zorg die wordt ingezet na verwijzing door huisartsen, is in 2017 gestart met de pilot POH-JGGZ. De eerste resultaten zijn veelbelovend en er wordt gekeken of de pilot verbreed kan worden. Onder meer vanwege het hierboven genoemde risico is besloten de nieuwe inkoopsystematiek in 2018 alleen in te voeren voor de relatief lichte vormen van zorg. De raad heeft de reserve ‘Opvang effecten decentralisaties (3D’s)’ in het leven geroepen. In de reserve is een bedrag van € 3 miljoen gestort. Eventuele budgetoverschrijdingen kunnen hiermee worden opgevangen. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Risico: Participatiewet (uitkeringen en rijksbijdrage) | |
1 | O mschrijving risico | De gemeente is volledig financieel verantwoordelijk voor het bijstandsgedeelte van de wet. Van het rijk wordt hiervoor jaarlijks wel een bijdrage ontvangen. Het in de begroting opgenomen te ontvangen budget betreft een voorlopig inschatting van hetgeen door het rijk toegekend gaat worden. In oktober van het begrotingsjaar wordt het definitieve budget pas bekend gemaakt. De hoogte van het budget is afhankelijk van de conjuncturele ontwikkelingen op landelijk niveau. Bij minder verstrekte bijstandsuitkeringen dan van te voren is ingeschat wordt het budget naar beneden bijgesteld, bij meer verstrekte bijstandsuitkeringen wordt het budget naar boven bijgesteld. In de begroting 2018 wordt er verder rekening mee gehouden dat er in dat jaar gemiddeld 706 bijstandsuitkeringen worden verstrekt. Het geschatte gemiddelde bedrag van een verstrekte uitkering bedraagt € 13.825 per jaar. De begrote uitgaven bedragen hierdoor € 9.760.450. Voor de Ioaw en Ioaz bedragen deze aantallen 34 x € 15.000. Dit is een bedrag van € 510.000. Deze aannames kunnen in werkelijk afwijken. |
2 | Impact | Ingeschat wordt dat de gemeente een risico loopt van 10% van het begrote te ontvangen rijksbudget (€ 12.799.000), met een ruime risicokans. De afwijking op de uitkeringen wordt berekend op 10% van het bedrag dat is opgenomen aan te verstrekken uitkeringen (€ 10.270.450), ook met een ruime risicokans. Bij een forse |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Risico: Omgevingswet | |
1 | O mschrijving risico | De invoering van de Omgevingswet is nog omgeven met veel vraagpunten. Wel zijn de eerste landelijke globale cijfers bekend ten aanzien van de invoeringskosten van de nieuwe wet voor de jaren 2017 – 2024. Maar veel hangt af welke keuze een gemeente gaat maken op dit gebied. |
2 | Impact | Steenwijkerland valt in de groep van gemeenten met een inwonersaantal tussen de 25.000 en 50.000. De invoeringskosten voor genoemde periode in onze categorie gemeenten lopen uiteen van € 445.000 tot € 4.125.000. |
3 | (Beheers)maatregelen | De ontwikkelingen rondom de invoering van de Omgevingswet worden op de voet gevolgd en het gemeentelijk projectteam werkt aan een ambitiedocument op basis waarvan in 2018 betere ramingen gemaakt kunnen worden. |
0 | 1 | 2 | 3 | |
---|---|---|---|---|
0 | 1b. Netto schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen 180% 160% 140% 120% 100% 80% 60% 40% 20% | |||
1 | ||||
2 | ||||
3 | ||||
4 | ||||
5 | ||||
6 | ||||
7 | ||||
8 | ||||
9 | 40% | 39% 37% 36% 33% | 31% | |
10 | 0% Rek 2016 Categorie A | Begr Begr Mjr Mjr 2017 2018 2019 2020 Categorie B Categorie C | Mjr 2021 Kengetal |
0 | 1 | 2 | 3 | |
---|---|---|---|---|
0 | 1a. Netto schuldquote 180% 160% 140% 120% 100% 80% 60% 40% 20% | |||
1 | ||||
2 | ||||
3 | ||||
4 | ||||
5 | ||||
6 | ||||
7 | ||||
8 | ||||
9 | 53% | 53% 50% 47% 43% | 40% | |
10 | 0% Rek 2016 Categorie A | Begr Begr Mjr Mjr 2017 2018 2019 2020 Categorie B Categorie C | Mjr 2021 Kengetal |