Naam Epe
Code 232
Provincie Gelderland
Inwonertal 32863

2018

Bron

Categorie Risico Kans Max. impact Gewogen bedrag
Dividend/Rente Rente-ontwikkeling None None 5000.0
Juridisch, aansprakelijkheid, claims Juridische risico's None None 23000.0
GR / Verbonden partijen Verbonden partijen None None 85000.0
Sociaal domein Leerlingenvervoer None None 15000.0
GR / Verbonden partijen Borg- en garantstelling None None 550000.0

0 1
0 W Weerstandsc capaciteit Bed dragen * € 1.00 00 2018.000
1 Algemene res serve 2.000
2 Onbenutte be lastingcapacit eit o.b.v. mac cronorm 79.000
3 A O B O T Begrotingsruim mte 17.000
4 Onvoorzien 59.000
5 Totaal 2.155


0 1 2 3
0 E F F E C T G GROOT ≥ € 1 150.000 SIGNI IFICANT KLEIN ≤ € 50.000 - B Borg/garant stell ling - V Verbonden partij ijen - Leer rlingenvervoer - Gronde exploitatie en risico o’s grondontw ikkeling. Sociaa al Domein - BUIG - Algemene e uitkering
1 -
2 - Juridis che claims & - R Renteontwikkelin ng aansp rakelijkheid
3 KLEIN REËEL GROOT K A N S K


0 1 2
0 Af fgedekt in fin nanciële buffe er Bedrage n * € 1.000 Hoe Omvang buf ffer per 31-12-20 018
1 Bo ouwgrondexpl loitatie en risic co's grondontw wikkeling Risico reserv ve en voorzienin ng 3.2 256
2 BU UIG-middelen n Risico reser rve 2.5 594
3 Ri isico’s Sociaa l Domein Risico reser rve 5.0 021
4 Al lgemene uitke ering Structurele ste S elpost 1 73


0 1 2
0 Af fgedekt in we eerstandsverm mogen Bedragen * € 1.000 Kans x Effect
1 Re ente ontwikkel ing 5 structureel
2 Ju ridische risico o’s 23 eenmalig
3 Ve erbonden parti ijen 85 eenmalig
4 Le eerlingenvervo oer 15 structureel
5 Bo org- en garants stelling 550 eenmalig
6 Totaal 678


0 1
0 We eerstandsverm mogen Bedragen * € 1.000 2018 2
1 We eerstandscapa aciteit 2 .155
2 Ris ico's 678
3 We eerstandsverm mogen 1 .477


0 1 2 3 4 5 6
0 s Kengetal Verslag 2016 Begroting 2017 Begroting 2018 Begroting 2019 Begroting 2020 Begroting 2021
1 1a. Netto chuldquote -1,5% 6,8% 4,8% 5,3% 4,3% 0,8%
2 1b. Netto schuldquote verstrekte gecorrige erd voor alle v leningen -6,2% 2,1% 0% 0,5% - 0,5% - 3,9%
3 2. Solvab biliteitsratio 70% 63% 64% 65% 67% 71%
4 3. Grond exploitatie -1,7% 0,2% - 1,8% - 1,8% - 1,8% - 1,8%
5 4. Structu urele exploitat tieruimte 2,2% 0,2% 1,8% 1,8% 1,0% 0,7%
6 5. Belast ingcapaciteit 95% 92% 86% 95% 97% 99%


2019

Bron

Categorie Risico Kans Max. impact Gewogen bedrag
Sociaal domein De middelen voor de uitvoering van de taken in het sociaal domein verstrekt het Rijk via één integratie-uitkering. De gemeente kan dat geld naar eigen inzicht besteden, verantwoording aan het Rijk is niet nodig. De gemeente loopt met de uitvoering van deze (relatief nieuwe) taken aanzienlijke financiële risico’s. Dit wordt mede veroorzaakt door het 'open einde' karakter van deze taken. Om de risico’s te beheersen is een monitoring systematiek opgezet waardoor tijdig signalen worden ontvangen zodat bijgestuurd kan worden zowel beleidsmatig als in de uitvoering en financieel. Met de reserve Risico’s Sociaal Domein worden de financiële risico’s opgevangen die de gemeente loopt als gevolg van de uitvoering van de taken in het sociaal domein. Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar de Paragraaf 9 Sociaal Domein. None None 0.0
Grondexploitatie De gemeente Epe voert een facilitair grondbeleid. Daarbij is de gemeente bij ontwikkelingen eerder volgend dan initiërend. Hiermee worden de risico's voor de gemeente sterk beperkt. Voor een verdere uitwerking wordt verwezen naar Paragraaf 7 Grondbeleid. Uit deze paragraaf blijkt dat de risico’s binnen het grondbedrijf en regionale woningbouwprogrammering voldoende afgedekt worden met een bestemmingsreserve. None None 0.0
GR / Verbonden partijen De gemeente heeft (zeer uiteenlopende) relaties en verbindingen met instellingen en vennootschappen. In paragraaf 6 wordt uitgebreid ingegaan op relaties en verbindingen van de gemeente met deze verbonden partijen. Kenmerkend voor verbonden partijen is dat zij op afstand van het college en de gemeenteraad functioneren. Elk van de verbonden partijen hebben hun eigen risicoprofiel met een daarbij behorend pakket aan maatregelen om de bestuurlijke en financiële risico's te beheersen. None None 77000.0
Juridisch, aansprakelijkheid, claims De gemeente loopt juridische risico’s, omdat veel primaire processen binnen de gemeente van juridische aard zijn en bij het onrechtmatig handelen van de gemeente kan een schadeclaim worden ingediend. Juridische procedures kunnen zowel bestuursrechtelijk als civielrechtelijk van aard zijn. Bestuursrechtelijke risico’s worden -voor zover het om beschikkingen gaat- beperkt doordat in bezwarenprocedures een toetsing plaatsvindt door een onafhankelijke commissie. Civielrechtelijke procedures betreffen zowel gevallen waarin de gemeente door derden in een juridische procedure wordt betrokken (dagvaarding, aansprakelijkheidstelling, derdenbeslag etc.) als gevallen waarbij de gemeente zelf tegenover derden een juridische procedure start (aansprakelijkheidstelling, dagvaarding etc.). None None 10000.0
GR / Verbonden partijen De gemeente heeft diverse waarborgen verstrekt voor geldleningen. Dit betekent dat de gemeente als achtervang borg staat indien de instantie of persoon waaraan de lening verstrekt is, niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. De grootste waarborgen die de gemeente heeft verstrekt zijn (1) Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) voor woningstichtingen, (2) Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW), (3) Waterbedrijf Vitens. None None 240000.0
Sociaal domein Er lopen momenteel 2 trajecten in het kader van de herziening van de algemene uitkering. Het betreft de herverdeling sociaal domein en de herziening financiële verhoudingen. Voor beide trajecten zijn inmiddels diverse rapporten verschenen. In 2019 vindt er nog nader onderzoek plaats. Het rijk geeft aan dat de gevolgen van de herverdeling voor beide trajecten bij de mei circulaire 2020 in beeld worden gebracht en dat de invoering van de herverdeling vanaf 2021 zal plaatsvinden. None None 0.0
Overig Gemeenten kunnen hun btw terugvorderen bij het rijk via het BTW-compensatiefonds. Hiervoor heeft het rijk een maximum (plafond) vastgesteld. Het rijk maakt een inschatting in welke mate de declaraties van de gemeenten onder het BTW-plafond blijven. De raming van de ruimte onder het BTW-plafond werd tot nu toe als voorschot toegevoegd aan de algemene uitkering en achteraf verrekend. Die bedragen liepen op tot € 569 miljoen (landelijk) aan het eind van de meerjarenraming. Er was grote twijfel aan de juistheid van die inschatting. Om die reden komt er nu een andere regeling. Met ingang van 2019 worden de opgenomen voorschotten volledig afgeraamd. In de toekomst wordt jaarlijks op basis van de laatste inzichten bij de septembercirculaire van dat jaar een nieuw voorschot gegeven. Dat voorschot wordt vervolgens afgerekend bij de mei circulaire in het volgende jaar. None None 0.0
Overig Vanuit de via het Rijk beschikbaar gestelde middelen voor de uitvoering van de Wet Bundeling van Uitkeringen Inkomensvoorzieningen aan Gemeente (BUIG) bekostigd de gemeente de inkomensvoorzieningen WWB, WIJ, IOAZ, IOAW en een deel van de Bbz. In hoeverre de gemeente uit komt met deze middelen is afhankelijk van o.a. de economische ontwikkelingen binnen de regio als de ontwikkelingen van de verdeelmaatstaven waarop het Rijk de beschikbare middelen verdeelt. Met de reserve BUIG worden deze financiële risico’s opgevangen. None None 0.0
Personeel Een risico dat zich altijd kan voordoen is het onverwacht wegvallen van personeel op kritische functies door langdurige ziekte, (gedwongen) vertrek van medewerken en boven formatief personeel. Het is vooraf niet te voorzien wanneer en in welke mate dit zich zal voordoen in het personeelsbestand van de gemeente. De financiële consequenties van dit risico kunnen groot zijn. Voor het opvangen van langdurige ziekte en boven formatief personeel is een reserve gevormd die incidenteel bovengemiddelde financiële tekorten kunnen dekken. None None 60000.0
Omgevingswet De Omgevingswet treedt 1 januari 2021 in werking en heeft gevolgen voor de hele gemeentelijke organisatie. Naar aanleiding daarvan wordt het 'Programma Omgevingswet' ingericht voor de implementatie van de wet. Het gaat dan zowel om de inhoud van de (fors gewijzigde) regelgeving, als ook de ondersteuning daarvoor; Digitale ondersteuning, werkwijzen en processen die moeten worden aangepast en dienstverlening en participatie gericht op houding, gedrag en communicatie. None None 20000.0
Kapitaalgoederen In de begroting 2019 is het beleidsvoornemen opgenomen om met de accommodatiebesturen afspraken te maken over de toegenomen kosten van groot onderhoud van accommodaties. Daarbij is er van uit gegaan dat de de accommodaties zelf de helft van de extra onderhoudskosten opvangen binnen de eigen begroting. We zien de kosten voor groot onderhoud stijgen. Het risico is aanwezig dat de accommodaties niet in staat blijken deze stijgende kosten op te kunnen vangen. None None 60000.0

Weerstandscapaciteit

2019

karakter

Algemene reserve

2.000.000

incidenteel

Begrotingsruimte 2019

8.000

structureel

Onvoorzien 2019

88.000

incidenteel

Totaal

2.096.000

 



Sociaal Domein
Risico kenmerken

De middelen voor de uitvoering van de taken in het sociaal domein verstrekt het Rijk via één integratie-uitkering. De gemeente kan dat geld naar eigen inzicht besteden, verantwoording aan het Rijk is niet nodig. De gemeente loopt met de uitvoering van deze (relatief nieuwe) taken aanzienlijke financiële risico’s. Dit wordt mede veroorzaakt door het 'open einde' karakter van deze taken. Om de risico’s te beheersen is een monitoring systematiek opgezet waardoor tijdig signalen worden ontvangen zodat bijgestuurd kan worden zowel beleidsmatig als in de uitvoering en financieel. Met de reserve Risico’s Sociaal Domein worden de financiële risico’s opgevangen die de gemeente loopt als gevolg van de uitvoering van de taken in het sociaal domein. Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar de Paragraaf 9 Sociaal Domein.

Kansklasse: Groot

Effectklasse: Zeer klein

Restrisico: Geen

Ontwikkeling risico: Gelijk gebleven

Risico sturing: Reduceren

Risico karakter: Structureel

Beslag op weerstandscapaciteit: Geen



Grondexploitatie
Risico kenmerken

De gemeente Epe voert een facilitair grondbeleid. Daarbij is de gemeente bij ontwikkelingen eerder volgend dan initiërend.  Hiermee worden de risico's voor de gemeente sterk beperkt. Voor een verdere uitwerking wordt verwezen naar Paragraaf 7 Grondbeleid. Uit deze paragraaf blijkt  dat de risico’s binnen het grondbedrijf en regionale woningbouwprogrammering voldoende afgedekt worden met een bestemmingsreserve.

Kansklasse: Klein

Effectklasse: Zeer klein

Restrisico: Geen

Ontwikkeling risico: Gelijk gebleven

Risico sturing: Reduceren

Risico karakter: Incidenteel

Beslag op weerstandscapaciteit: Geen



Verbonden partijen
Risico kenmerken

De gemeente heeft (zeer uiteenlopende) relaties en verbindingen met instellingen en vennootschappen. In paragraaf 6 wordt uitgebreid ingegaan op relaties en verbindingen van de gemeente met deze verbonden partijen.  Kenmerkend voor verbonden partijen is dat zij op afstand van het college en de gemeenteraad functioneren. Elk van de verbonden partijen hebben hun eigen risicoprofiel met een daarbij behorend pakket aan maatregelen om de bestuurlijke en financiële risico's te beheersen.

Bij verbonden partijen wordt ernaar gestreefd dat de eigen vermogenspositie van de verbonden partij een solide omvang heeft zodat in eerste instantie financiële tegenvallers zelf opgevangen kunnen worden.
Formeel bedraagt het risico van de gemeente in vennootschappen niet meer dan de waarde van de aandelen die de gemeente bezit. In de praktijk zal het echter zo zijn dat in financieel slechte tijden (insolvabiliteit) de gemeente bestuurlijk zal worden aangesproken om bij te dragen in mogelijke oplossingen. 

Voor het afdekken van de risico’s in de privaat-publieke samenwerking zijn middelen opgenomen in de reserve bouwgrondexploitatie.

 

Kansklasse: Klein

Effectklasse: Groot

Restrisico: € 308.000

Ontwikkeling risico: Toegenomen

Risico sturing: Reduceren

Risico karakter: Incidenteel

Beslag op weerstandscapaciteit: € 77.000



Juridische risico's en aansprakelijkheid
Risico kenmerken

De gemeente loopt juridische risico’s, omdat veel primaire processen binnen de gemeente van juridische aard zijn en bij het onrechtmatig handelen van de gemeente kan een schadeclaim worden ingediend. Juridische procedures kunnen zowel bestuursrechtelijk als civielrechtelijk van aard zijn.

  1. Bestuursrechtelijke risico’s worden -voor zover het om beschikkingen gaat- beperkt doordat in bezwarenprocedures een toetsing plaatsvindt door een onafhankelijke commissie.
  2. Civielrechtelijke procedures betreffen zowel gevallen waarin de gemeente door derden in een juridische procedure wordt betrokken (dagvaarding, aansprakelijkheidstelling, derdenbeslag etc.) als gevallen waarbij de gemeente zelf tegenover derden een juridische procedure start (aansprakelijkheidstelling, dagvaarding etc.).

Het financiële risico is vaak moeilijk van te voren in te schatten. De kosten voor (verplichte) externe juridische bijstand, alsmede proceskosten, zijn de laatste jaren opgelopen, maar lijken zich te stabiliseren. Het claimen van proceskosten en het toewijzen daarvan door de rechter is standaard geworden. Tegen civielrechtelijke claims, voortvloeiend uit onrechtmatige daad en onrechtmatige besluiten (bijv. vernietigde besluiten) heeft de gemeente zich verzekerd. Voor juridische bijstand, veroordelingen in proceskosten/griffiekosten, eigen risico’s en eigen bijdragen heeft de gemeente regulier budgetten opgenomen.
Naarmate de gemeente meer optreedt als regievoerder en opdrachtgever, wordt de kans dat in de uitvoering verschillen van inzicht optreden over gemaakte afspraken groter. Dit kan ook leiden tot procedures wanneer partijen er niet in slagen hun verschillen van inzicht in onderling overleg op te lossen.

Financiële claims:
Er loopt op dit moment een schadestaatprocedure bij de rechtbank. Voor de eventuele financiële gevolgen heeft de gemeente, conform het beleid, risico voorzieningen getroffen. De zaak met betrekking tot de kiosk aan de Dellenweg is met het arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 10 juli 2018 geëindigd; De gemeente is in het gelijk gesteld. Hierdoor hoeft de gemeente geen schade te vergoeden.

Kansklasse: Klein

Effectklasse: Klein

Restrisico: € 50.000

Ontwikkeling risico: Afgenomen

Risico sturing: Reduceren

Risicokarakter: Incidenteel

Beslag op weerstandscapaciteit: € 10.000



Borg en garantstellingen

Risico kenmerken

De gemeente heeft diverse waarborgen verstrekt voor geldleningen. Dit betekent dat de gemeente als achtervang borg staat indien de instantie of persoon waaraan de lening verstrekt is, niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. De grootste waarborgen die de gemeente heeft verstrekt zijn (1) Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) voor woningstichtingen, (2) Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW), (3) Waterbedrijf Vitens.

Het risico bij de WSW en de WEW is klein door de structuur. Voordat de waarborgfondsen een beroep doen op de achtervanger wordt eerste het vermogen van het Waarborgfonds zelf aangesproken. Is het daarna noodzakelijk om de achtervanger aan te spreken dan bestaat er een garantieverdeling van 50% Rijk / 50% gemeenten, in de vorm van een lening. Daarbij vervult het Rijk voor het WEW een volledige achtervang positie voor garantstellingen afgegeven vanaf 1 januari 2011.

 

Kansklasse: Klein

Effectklasse: Zeer groot

Restrisico: € 1,2 mln.

Ontwikkeling risico: Gelijk gebleven

Risico sturing: Reduceren

Risico karakter: Incidenteel

Beslag op weerstandscapaciteit: € 240.000



Algemene uitkering

Risico kenmerken

Er lopen momenteel 2 trajecten in het kader van de herziening van de algemene uitkering. Het betreft de herverdeling sociaal domein en de herziening financiële verhoudingen. Voor beide trajecten zijn inmiddels diverse rapporten verschenen. In 2019 vindt er nog nader onderzoek plaats. Het rijk geeft  aan dat de gevolgen van de herverdeling  voor beide trajecten bij de mei circulaire 2020 in beeld worden gebracht en dat de invoering van de herverdeling vanaf 2021 zal plaatsvinden.

Bij een herverdeling van de algemene uitkering is het gebruikelijk dat er een overgangsregeling wordt getroffen voor de eerste jaren. Hiervoor gold in het verleden een bestuurlijke afspraak van een maximaal nadelig effect van € 15,- per inwoner. Voor Epe bedraagt dat maximaal € 500.000. De hoogte van de stelpost in de meerjarenbegroting is hierop gebaseerd.

Kansklasse: Zeer groot

Effectklasse: Zeer klein

Restrisico: geen

Ontwikkeling risico: Gelijk gebleven

Risico sturing: Reduceren

Risico karakter: Structureel

Beslag op weerstandscapaciteit: geen



BTW compensatiefonds

Risico kenmerken

Gemeenten kunnen hun btw terugvorderen bij het rijk via het BTW-compensatiefonds. Hiervoor heeft het rijk een maximum (plafond) vastgesteld. Het rijk maakt een inschatting in welke mate de declaraties van de gemeenten onder het BTW-plafond blijven. De raming van de ruimte onder het BTW-plafond werd tot nu toe  als voorschot toegevoegd aan de algemene uitkering en achteraf verrekend. Die bedragen liepen op tot € 569 miljoen (landelijk) aan het eind van de meerjarenraming. Er was grote twijfel aan de juistheid van die inschatting. Om die reden komt er nu een andere regeling. Met ingang van 2019 worden de opgenomen voorschotten volledig afgeraamd. In de toekomst wordt jaarlijks op basis van de laatste inzichten bij de septembercirculaire van dat jaar een nieuw voorschot gegeven. Dat voorschot wordt vervolgens afgerekend bij de mei circulaire in het volgende jaar.

Voor de aframing van de voorschotten gaat het bij Epe  om € 770.000 in 2019 oplopend tot €1.291.000 in 2022.

Omdat de inkomsten niet komen te vervallen maar op een andere wijze beschikbaar worden gesteld wordt geadviseerd om een realistische stelpost hiervoor op te nemen en  aan te sluiten bij het laats bekende realisatiecijfer van 2017 en daar 50 % van te ramen. Voor Epe betekent dat een stelpost van € 125.000 in 2019 oplopend naar € 375.000 structureel  in 2021.

Kansklasse: Zeer groot

Effectklasse: Zeer klein

Restrisico: geen

Ontwikkeling risico: Gelijk gebleven

Risico sturing: Reduceren

Risico karakter: Structureel

Beslag op weerstandscapaciteit: geen



Uitkering inkomensvoorziening

Risico kenmerken

Vanuit de via het Rijk beschikbaar gestelde middelen voor de uitvoering van de Wet Bundeling van Uitkeringen Inkomensvoorzieningen aan Gemeente (BUIG) bekostigd de gemeente de inkomensvoorzieningen WWB, WIJ, IOAZ, IOAW en een deel van de Bbz.  In hoeverre de gemeente uit komt met deze middelen is afhankelijk van o.a. de economische ontwikkelingen binnen de regio als de ontwikkelingen van de verdeelmaatstaven waarop het Rijk de beschikbare middelen verdeelt. Met de reserve BUIG worden deze financiële risico’s opgevangen.



Kansklasse: Midden

Effectklasse: Zeer klein

Restrisico: geen

Ontwikkeling risico: Gelijk gebleven

Risico sturing: Reduceren

Risico karakter: Structureel

Beslag op weerstandscapaciteit: geen



Organisatie - Personeel

Risico kenmerken

Een risico dat zich altijd kan voordoen is het onverwacht wegvallen van personeel op kritische functies door langdurige ziekte, (gedwongen) vertrek van medewerken en boven formatief personeel. Het is vooraf niet te voorzien wanneer en in welke mate dit zich zal voordoen in het personeelsbestand van de gemeente. De financiële consequenties van dit risico kunnen groot zijn. Voor het opvangen van langdurige ziekte en boven formatief personeel is een reserve gevormd die incidenteel bovengemiddelde financiële tekorten kunnen dekken.

Kansklasse: Midden

Effectklasse: Midden

Restrisico: € 150.000

Ontwikkeling risico: Gelijk gebleven

Risico sturing: Reduceren

Risico karakter: Incidenteel

Beslag op weerstandscapaciteit: € 60.000



Omgevingswet

Risico kenmerken

De Omgevingswet treedt 1 januari 2021 in werking en heeft gevolgen voor de hele gemeentelijke organisatie. Naar aanleiding daarvan wordt het 'Programma Omgevingswet' ingericht voor de implementatie van de wet. Het gaat dan zowel om de inhoud van de (fors gewijzigde) regelgeving, als ook de ondersteuning daarvoor; Digitale ondersteuning, werkwijzen en processen die moeten worden aangepast en dienstverlening en participatie gericht op houding, gedrag en communicatie.

De invoering van de Omgevingswet is geraamd in de begroting.  Door het ontbreken van een precies beeld van de uitvoering en de daarmee gepaard gaande kosten en opbrengsten is er een risico dat de kosten hoger en/of de opbrengsten lager zullen zijn dan nu aangenomen in de begroting. Voor deze effecten na de invoering van de Omgevingswet is een risico/egalisatie reserve gevormd.

Kansklasse: Midden

Effectklasse: Klein

Restrisico: € 50.000

Ontwikkeling risico: Toegenomen

Risico sturing: Reduceren

Risico karakter: Structureel

Beslag op weerstandscapaciteit: € 20.000



Groot onderhoud accommodaties

Risico kenmerken

In de begroting 2019 is het beleidsvoornemen opgenomen om met de accommodatiebesturen afspraken te maken over de toegenomen kosten van groot onderhoud van accommodaties. Daarbij is er van uit gegaan dat de de accommodaties zelf de helft van de extra onderhoudskosten opvangen binnen de eigen begroting. We zien de kosten voor groot onderhoud stijgen. Het risico is aanwezig dat de accommodaties niet in staat blijken deze stijgende kosten op te kunnen vangen. 

Kansklasse: Midden

Effectklasse: Midden

Restrisico: € 115.000

Ontwikkeling risico: Toegenomen

Risico sturing: Reduceren

Risico karakter: Structureel

Beslag op weerstandscapaciteit: € 60.000



Weerstandsvermogen

2019

Weerstandscapaciteit

2.096.000

Risico's

467.000

Weerstandsvermogen

1.629.000



Kengetal

Verslag
2017

Begroting
2018

Begroting
2019

Begroting
2020

Begroting
2021

Begroting
2022

1a. Netto schuldquote

-3,3%

4,8%

4,8%

9,1%

6,4%

5,3%

1b. Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

-8,2%

0%

-0,4%

4,0%

1,3%

0,1%

2.  Solvabiliteitsratio

74%

64%

68%

65%

68%

69%

3.  Grondexploitatie

-0,2%

-1,8%

-0,2%

-0,2%

-0,2%

-0,2%

4.  Structurele exploitatieruimte

9,5%

1,8%

2,2%

1,4%

0,9%

1,0%

5.  Belastingcapaciteit

91%

86%

95%

96%

98%

100%



2020

Bron

Categorie Risico Kans Max. impact Gewogen bedrag
Sociaal domein Sociaal domein 60.0 None None
Grondexploitatie Grondexploitatie 20.0 None None
GR / Verbonden partijen Verbonden partijen (excl. Basismobiliteit, Lucrato en VNOG) 20.0 194800.0 38960.0
GR / Verbonden partijen Basismobiliteit 80.0 217000.0 173600.0
GR / Verbonden partijen Veiligheidsregio 60.0 45000.0 27000.0
GR / Verbonden partijen Lucrato 80.0 136000.0 108800.0
Juridisch, aansprakelijkheid, claims Juridische risico's en aansprakelijkheid 40.0 265000.0 106000.0
GR / Verbonden partijen Borg en garantstellingen 20.0 998000.0 199600.0
Gemeentefonds Algemene uitkering 80.0 None None
BUIG Uitkering inkomensvoorziening 40.0 None None
Personeel Organisatie - Personeel 40.0 180000.0 72000.0
Omgevingswet Omgevingswet 40.0 None None
Kapitaalgoederen Groot onderhoud accommodaties en sportvelden en BTW sport 40.0 440000.0 176000.0

0 1 2 3 4 5 6
0
1
2
3
4
5
6


0 1
0 Sociaal Domein Risico kenmerken
1 De middelen voor de uitvoering van de taken in het sociaal domein verstrekt het Rijk via de algemene uitkeringen en integratie-uitkeringen. De gemeente kan dat geld naar eigen inzicht besteden, verantwoording aan het Rijk is niet nodig. De gemeente loopt met de uitvoering van deze taken aanzienlijke financiële risico’s. Dit wordt mede veroorzaakt door het 'open einde' karakter van deze taken. De prognose voor 2019 geeft een resultaat rond de nullijn (2018 gaf een resultaat van € 1,5 mln.). Doordat het Rijk voor de komende jaren (tijdelijk) extra middelen aan de gemeenten heeft toegekend kan het tekort in het sociaal domein vooralsnog op begrotingsbasis worden opgevangen. Om de risico’s te beheersen is een monitoring systematiek opgezet waardoor tijdig signalen worden ontvangen zodat bijgestuurd kan worden zowel beleidsmatig als in de uitvoering en financieel. Met de reserve Risico’s Sociaal Domein worden de financiële risico’s opgevangen die de gemeente loopt als gevolg van de uitvoering van de taken in het sociaal domein. Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar de Paragraaf 9 Sociaal Domein. Kansklasse: Groot Effectklasse na maatregel: Zeer klein Restrisico: Geen Ontwikkeling risico: Gelijk gebleven Risico sturing: Reduceren Risico karakter: Structureel Beslag op weerstandscapaciteit: Geen


0
0 Grondexploitatie Risico kenmerken
1 Kansklasse: Klein De gemeente Epe voert een facilitair grondbeleid. Daarbij is de gemeente bij ontwikkelingen eerder Effectklasse na maatregel: Zeer klein volgend dan initiërend. Hiermee worden de risico's voor de gemeente sterk beperkt. Voor een Restrisico: Geen verdere uitwerking wordt verwezen naar Paragraaf 7 Grondbeleid. Uit deze paragraaf blijkt dat de Ontwikkeling risico: Gelijk gebleven risico’s binnen het grondbedrijf en regionale woningbouwprogrammering voldoende afgedekt worden Risico sturing: Reduceren met een bestemmingsreserve. Risico karakter: Incidenteel Beslag op weerstandscapaciteit: Geen


0 1
0 Verbonden partijen (excl. Basismobiliteit, Lucrato en VNOG) Risico kenmerken
1 De gemeente heeft (zeer uiteenlopende) relaties en verbindingen met instellingen en vennootschappen. In paragraaf 6 wordt uitgebreid ingegaan op relaties en verbindingen van de gemeente met deze verbonden partijen. Kenmerkend voor verbonden partijen is dat zij op afstand van het college en de gemeenteraad functioneren. Elk van de verbonden partijen hebben hun eigen risicoprofiel met een daarbij behorend pakket aan maatregelen om de bestuurlijke en financiële risico's te beheersen. Bij verbonden partijen wordt ernaar gestreefd dat de eigen vermogenspositie van de verbonden partij een solide omvang heeft zodat in eerste instantie financiële tegenvallers door de verbonden partij zelf opgevangen kunnen worden. Het risico van de gemeente in vennootschappen bedraagt formeel niet meer dan de waarde van de aandelen die de gemeente bezit. In de praktijk zal het echter zo zijn dat in financieel slechte tijden (insolvabiliteit) de gemeente bestuurlijk zal worden aangesproken om bij te dragen in mogelijke oplossingen. Voor het afdekken van de risico’s in de privaat-publieke samenwerking zijn middelen opgenomen in de reserve bouwgrondexploitatie. Kansklasse: Klein Effectklasse na maatregel: Midden Restrisico: € 194.800 Ontwikkeling risico: Gelijk gebleven Risico sturing: Reduceren Risico karakter: Incidenteel Beslag op weerstandscapaciteit: € 39.000


0 1
0 vraagafhankelijk vervoer. Voor de overig 6 gemeenten – waaronder gemeente Epe – wordt naar het collectief vraagafhankelijk vervoer ook het leerlingen-, dagbestedings- en jeugdwetvervoer. Het dagbestedingsvervoer en het jeugdwetvervoer worden bekostigd uit de middelen van het sociaal domein en het resultaat wordt verrekend met de reserve Risico’s Sociaal Domein. Het leerlingenvervoer en het collectief vraagafhankelijk vervoer worden uit de algemene middelen bekostigd en afgerekend. Voor het vervoer geld een open eind regeling wat een verhoogd risico met zich mee brengt. Het jaar 2018 was het eerste en meteen het laatste volledige jaar waarin alle vervoersstromen voor de 9 gemeenten vanuit Basismobiliteit zijn gefaciliteerd. In 2019 wordt door PlusOV en de deelnemende gemeenten binnen de interne organisatie gekeken waar kostenreductie en/of efficiëntere rittenplanningen, binnen de gestelde kwaliteitseisen, mogelijk zijn. De verwachtte efficiëntievoordelen zijn hiermee nog niet gerealiseerd. Intern is onderzocht in hoeverre het mogelijk is om tot een versobering van het beleid te komen, waardoor het beroep op de vervoersvoorzieningen (uitgevoerd door PlusOV) kan worden verlaagd. Op basis van het onderzoek is een taakstelling opgenomen vanaf 2021. Restrisico: € 217.000 Ontwikkeling risico: Afgenomen Risico sturing: Reduceren Risico karakter: Structureel Beslag op weerstandscapaciteit: € 174.000


0 1
0 Veiligheidsregio Risico kenmerken
1 Bij de Veiligheidsregio NOG is gebleken dat de bijdrage van de deelnemende gemeenten niet toereikend is voor de uitvoering van de taken. Naar aanleiding van de financiële problematiek is onderzoek gedaan naar de oorzaken en is op bestuurlijk niveau richting gegeven aan vraag hoe de veiligheidsregio verder zal gaan in de toekomst. Hierbij zijn keuzes gemaakt aan de hand van drie scenario's. Op basis van de begroting 2020 van de VNOG moeten alle gemeenten een aanzienlijke hogere bijdrage betalen voor de dienstverlening. Voor Epe betekent dit een extra verhoging van € 178.000. Afhankelijk van de verdere bestuurlijke besluitvorming zal de begroting van de VNOG structureel worden bijgesteld. Dit kan vanaf 2021 tot een aanpassing van de gemeentelijke bijdrage leiden. Vooruitlopend hierop is in de gemeentebegroting een (taakstellende) stelpost opgenomen van € 45.000 (verlaging van de bijdrage). Het is echter onzeker of deze gerealiseerd zal worden. Kansklasse: Groot Effectklasse na maatregel: Klein Restrisico: € 45.000 Ontwikkeling risico: Afgenomen Risico sturing: Reduceren Risico karakter: Structureel Beslag op weerstandscapaciteit: € 27.000


0 1
0 Lucrato Risico kenmerken
1 Op 1 januari 2018 is de Gemeenschappelijke Regeling Werkbedrijf Lucrato (Lucrato) formeel van start gegaan. Lucrato voert de Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw) uit voor de in Lucrato participerende gemeenten: Epe, Apeldoorn en Heerde. Daarnaast biedt Lucrato in opdracht van de gemeenten dienstverlening aan mensen die onder de Participatiewet vallen en een relatief korte afstand tot de arbeidsmarkt (tot 1 jaar) hebben. De deelnemende gemeenten kunnen ook aanvullende dienstverlening bij Lucrato inkopen voor de doelgroep die vanuit de gemeenten wordt bediend: mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt langer dan een jaar of mensen uit de doelgroep participatie. Uit de vastgestelde Meerjarenbegroting 2020-2023 van Werkbedrijf Lucrato blijkt dat het financiële eindresultaat voor de komende jaren negatief is begroot. De bezuinigingen van het Rijk en de stijgende gemiddelde loonkosten per SW-medewerker hebben een negatief subsidieresultaat tot gevolg. Het macrobudget voor de Rijksbijdrage Wsw staat voor de komende jaren vast en wordt alleen nog aangepast aan de loon- en prijsontwikkeling. In 2018 is begonnen met het onderzoeken naar een aantal bijsturingsmaatregelen om het tekort dat gaat ontstaan vanaf de begroting 2019 en verder te reduceren. De eerste bijsturingsmaatregelen zijn in 2019 doorgevoerd of worden verder uitgewerkt wat een positief effect moet hebben op het ontstane tekort bij Lucrato. In 2019 zal het ontstane tekort nog gedekt kunnen worden binnen de reserves van Lucrato. Vanaf 2020, afhankelijk van de hoogte van de tekorten, zal de reserve binnen Lucrato niet meer toereikend zijn. Het aandeel van de gemeente Epe voor het tekort van Lucrato is als taakstelling opgenomen in de begroting voor een bedrag van € 272.000. In 2019 is intern beleid gemaakt om zo de taakstelling binnen de gebundelde uitkering te kunnen compenseren. Kansklasse: Zeer groot Effectklasse: Midden Restrisico: € 136.000 Ontwikkeling risico: Afgenomen Risico sturing: Reduceren Risico karakter: Structureel Beslag op weerstandscapaciteit: € 109.000


0 1
0 Juridische risico's en aansprakelijkheid Risico kenmerken
1 De gemeente loopt juridische risico’s, omdat veel primaire processen binnen de gemeente van juridische aard zijn en bij het onrechtmatig handelen van de gemeente kan een schadeclaim worden ingediend. Juridische procedures kunnen zowel bestuursrechtelijk als civielrechtelijk van aard zijn. 1. Bestuursrechtelijke risico’s worden -voor zover het om beschikkingen gaat- beperkt doordat in bezwarenprocedures een toetsing plaatsvindt door een onafhankelijke commissie. 2. Civielrechtelijke procedures betreffen zowel gevallen waarin de gemeente door derden in een juridische procedure wordt betrokken (dagvaarding, aansprakelijkheidstelling, derdenbeslag etc.) als gevallen waarbij de gemeente zelf tegenover derden een juridische procedure start (aansprakelijkheidstelling, dagvaarding etc.). Het financiële risico is vaak moeilijk van te voren in te schatten. De kosten voor (verplichte) externe juridische bijstand, alsmede proceskosten, zijn de laatste jaren opgelopen, maar lijken zich te stabiliseren. Het claimen van proceskosten en het toewijzen daarvan door de rechter is standaard geworden. Tegen civielrechtelijke claims, voortvloeiend uit onrechtmatige daad en onrechtmatige besluiten (bijv. vernietigde besluiten) heeft de gemeente zich verzekerd. Voor juridische bijstand, veroordelingen in proceskosten/griffiekosten, eigen risico’s en eigen bijdragen heeft de gemeente regulier budgetten opgenomen. Naarmate de gemeente meer optreedt als regievoerder en opdrachtgever, wordt de kans dat in de uitvoering verschillen van inzicht optreden over gemaakte afspraken groter. Dit kan ook leiden tot procedures wanneer partijen er niet in slagen hun verschillen van inzicht in onderling overleg op te lossen. Financiële claims: Op dit moment loopt er een schadeclaim en een schadestaatprocedure bij de rechtbank. Voor de eventuele financiële gevolgen van de schadestaatprocedure heeft de gemeente, conform het beleid, risico voorzieningen getroffen. Kansklasse: Midden Effectklasse na maatregel: Groot Restrisico: € 265.000 Ontwikkeling risico: Toegenomen Risico sturing: Reduceren Risicokarakter: Incidenteel Beslag op weerstandscapaciteit: € 106.000


0 1
0 Borg en garantstellingen Risico kenmerken
1 De gemeente heeft diverse waarborgen verstrekt voor geldleningen. Dit betekent dat de gemeente als achtervang borg staat op het moment dat de instantie of persoon waaraan de lening verstrekt is, niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. De grootste waarborgen die de gemeente heeft verstrekt zijn (1) Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) voor woningstichtingen, (2) Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW), (3) Waterbedrijf Vitens. Het risico bij de WSW en de WEW is klein door de structuur. Voordat de waarborgfondsen een beroep doen op de achtervang wordt eerst het vermogen van het Waarborgfonds zelf aangesproken. Is het daarna noodzakelijk om de achtervang aan te spreken dan bestaat er een garantieverdeling van 50% Rijk / 50% gemeenten, in de vorm van een lening. Daarbij vervult het Rijk voor het WEW een volledige achtervang positie voor garantstellingen afgegeven vanaf 1 januari 2011. Door de totale omvang van de achtervang posities (bijna € 100 mln.) kunnen de financiële gevolgen voor de gemeente groot zijn. Kansklasse: Klein Effectklasse na maatregel: Zeer groot Restrisico: € 998.000 Ontwikkeling risico: Gelijk gebleven Risico sturing: Reduceren Risico karakter: Incidenteel Beslag op weerstandscapaciteit: € 200.000


0 1
0 Algemene uitkering Risico kenmerken
1 Er lopen momenteel 2 trajecten in het kader van de herziening van de algemene uitkering. Het betreft de herverdeling sociaal domein en de herziening financiële verhoudingen. Verder wordt de decentralisatie uitkering maatschappelijke opvang / beschermd wonen ingaande 2021 op basis van objectieve maatstaven verdeeld. Het rijk geeft aan dat de gevolgen van de herverdeling voor deze trajecten bij de mei circulaire 2020 in beeld worden gebracht en dat de invoering van de herverdeling vanaf 2021 zal plaatsvinden. Daarnaast speelt de onzekerheid ten aanzien van het structurele karakter (na 2021) van de aanvullende uitkering van het Rijk voor de stijgende kosten van de jeugdzorg. Dit alles kan tot een aanzienlijk structureel nadeel leiden. Voor al deze risico's is in de begroting een structurele buffer van in totaal € 500.000 opgenomen ingaande 2021. Kansklasse: Zeer groot Effectklasse na maatregel: Zeer klein Restrisico: geen Ontwikkeling risico: Gelijk gebleven Risico sturing: Reduceren Risico karakter: Structureel Beslag op weerstandscapaciteit: geen


0
0 Uitkering inkomensvoorziening Risico kenmerken
1 Kansklasse: Midden Vanuit de via het Rijk beschikbaar gestelde middelen voor de uitvoering van de Wet Bundeling van Effectklasse na maatregel: Zeer klein Uitkeringen Inkomensvoorzieningen aan Gemeente (BUIG) bekostigd de gemeente de Restrisico: geen inkomensvoorzieningen WWB, IOAZ, IOAW en een deel van de Bbz. In hoeverre de gemeente uit Ontwikkeling risico: Gelijk gebleven komt met deze middelen is afhankelijk van o.a. de economische ontwikkelingen binnen de regio als Risico sturing: Reduceren de ontwikkelingen van de verdeelmaatstaven waarop het Rijk de beschikbare middelen verdeelt. Risico karakter: Structureel Met de reserve BUIG worden deze financiële risico’s opgevangen. Beslag op weerstandscapaciteit: geen


0
0 Organisatie - Personeel Risico kenmerken
1 Een risico dat zich altijd kan voordien is het onverwacht wegvallen van personeel op kritische Kansklasse: Midden Effectklasse na maatregel: Midden functies door langdurige ziekte, (gedwongen) vertrek van medewerken en boven formatief personeel. Restrisico: € 180.000 Het is niet vooraf te voorzien wanneer en in welke mate dit zich zal voordoen in het Ontwikkeling risico: Toegenomen personeelsbestand van de gemeente. De financiële consequenties van dit risico kunnen groot zijn. Voor het opvangen van bekende bestaande situaties van langdurige ziekte en bovenformatief Risico sturing: Reduceren personeel is een reserve gevormd die incidenteel deze uitgaven opvangt. Binnen de begroting is niet Risico karakter: Incidenteel voorzien in structurele middelen die toekomstige situaties afdekken. Beslag op weerstandscapaciteit: € 72.000


0 1
0 Omgevingswet Risico kenmerken
1 De Omgevingswet treedt 1 januari 2021 in werking en heeft gevolgen voor de hele gemeentelijke organisatie. Naar aanleiding daarvan wordt het 'Programma Omgevingswet' ingericht voor de implementatie van de wet. Het gaat dan zowel om de inhoud van de (fors gewijzigde) regelgeving, als ook de ondersteuning daarvoor; Digitale ondersteuning, werkwijzen en processen die moeten worden aangepast en dienstverlening en participatie gericht op houding, gedrag en communicatie. De invoering van de Omgevingswet is geraamd in de begroting. Door het ontbreken van een precies beeld van de uitvoering en de daarmee gepaard gaande kosten en opbrengsten is er een risico dat de kosten hoger en/of de opbrengsten lager zullen zijn dan nu aangenomen in de begroting. Voor deze effecten na de invoering van de Omgevingswet is een risico/egalisatie reserve aanwezig. Kansklasse: Midden Effectklasse na maatregel: Zeer Klein Restrisico: geen Ontwikkeling risico: Afgenomen Risico sturing: Reduceren Risico karakter: Structureel Beslag op weerstandscapaciteit: geen


0 1
0 Groot onderhoud accommodaties en sportvelden en BTW sport Risico kenmerken
1 In de begroting 2019 is het beleidsvoornemen opgenomen om met de accommodatiebesturen afspraken te maken over de toegenomen kosten van groot onderhoud van accommodaties. Daarbij is er van uit gegaan dat de accommodaties zelf de helft van de extra onderhoudskosten opvangen binnen de eigen begroting. We zien de kosten voor groot onderhoud stijgen. Het risico is aanwezig dat de accommodaties niet in staat blijken deze stijgende kosten op te kunnen vangen. Daarnaast zullen de komende jaren renovatiewerkzaamheden aan natuur- en kunstgrasvelden bij diverse verenigingen aan de orde komen. Bovendien is door een wetswijziging het recht op aftrek van BTW voor de stichtingen en verenigingen vervallen waardoor er een fors financieel nadeel ontstaat bij de stichtingen en verenigingen. Het is nog onduidelijk in hoeverre hiervoor een gemeentelijke bijdrage gevraagd wordt. Kansklasse: Midden Effectklasse na maatregel: Groot Restrisico: € 440.000 Ontwikkeling risico: Toegenomen Risico sturing: Reduceren Risico karakter: Structureel Beslag op weerstandscapaciteit: € 264.000


0 1 2 3 4 5 6
0 Verslag Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting Kengetal 2018 2019 2020 2021 2022 2023
1 1a. Netto schuldquote -5,1% 4,8% 6,1% 7,7% 11,5% 9,5%
2 1b. Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen -9,9% -0,4% 1,2% 2,8% 6,5% 4,7%
3 2. Solvabiliteitsratio 76% 68% 68% 67% 65% 65%
4 3. Grondexploitatie 0,1% -0,2% 0,1% 0,1% 0,1% 0,1%
5 4. Structurele exploitatieruimte 6,8% 2,2% 2,4% 1,4% 1,2% 1,8%
6 5. Belastingcapaciteit 86% 95% 92% 97% 100% 107%