Naam IJsselstein
Code 353
Provincie Utrecht
Inwonertal 34302

2018

Bron

Categorie Risico Kans Max. impact Gewogen bedrag
Informatieveiligheid Niet melden datalek/verwerken bijzondere persoonsgegevens 20.0 500000.0 100000.0
GR / Verbonden partijen Leningen aan Provides 2.0 16832000.0 336640.0
Grondexploitatie Grondexploitatie 10.0 1553000.0 155300.0
Grondexploitatie Parkeerexploitatie 10.0 1000000.0 100000.0
BUIG Participatiewet uitkering (PW) 5.0 7743000.0 387150.0
Sociaal domein Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) excl. decentralisatie 5.0 2120000.0 106000.0
Sociaal domein Decentralisaties sociaal domein 10.0 13386000.0 1338600.0
GR / Verbonden partijen Volkshuisvesting (Provides) 2.0 63250000.0 1265000.0
Overig Sport 10.0 75000.0 7500.0
Overig Kunst en cultuur 10.0 89000.0 8900.0
Sociaal domein Welzijn (zorginstellingen) 15.0 18252000.0 2737800.0
GR / Verbonden partijen Diverse verstrekte leningen 10.0 590000.0 59000.0
GR / Verbonden partijen Verbonden partijen 6.08477746797021 28333000.0 1724000.0

0 1
0 Incidentele weerstandscapaciteit 2018 (in €)
1 Prognose saldo algemene reserve per eind 2017 14.948.000
2 Af: Verwacht nadelig resultaat over 2017 -910.400
3 Af: Verwachte bijstelling saldo 2017 a.g.v begrotingswijz. UW Samenwerking -1.300.000
4 Bij: Verwachte netto winst grondexploitatie Floridalaan 2017 760.000
5 Af: Saldo onttrekkingen en dotaties aan de algemene reserve in 2018 -801.000
6 Bij: Saldo reserve decentralisaties (dient ook ter dekking van risico's) 2.022.800
7 Totaal incidentele weerstandscapaciteit 2018 14.719.400


0 1
0 Structurele weerstandscapaciteit (in €)
1 Onbenutte belastingcapaciteit OZB 2.246.600
2 Stelpost onvoorzien 85.500
3 Totaal 2.332.100


0 1 2 3 4 5
0 Risico Beheersmaatregelen Verwachting voor 2018 Kans Bruto bedrag Netto (kans x bruto)
1 in % in € in €
2 Programma Bestuur en organisatie
3 Niet melden datalek/verwerken bijzondere persoonsgegevens Organisaties zijn verplicht om een datalek te melden bij de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). Indien bedrijven de meldplicht niet nakomen kan de AP H et is onmogelijk om maatregelen te nemen die een datalek volledig zullen voorkomen. Maar de AP legt alleen een boete op als V erdere implementatie van de BIG zal de gemeente verder in control laten komen op het onderwerp informatiebeveiliging. Ook wordt er 20 500.000 100.000


0 1 2 3 4 5
0 Risico Beheersmaatregelen Verwachting voor 2018 Kans Bruto bedrag Netto (kans x bruto)
1 in % in € in €
2 bedrijven een boete opleggen. In de wet staat dat een boete pas wordt opgelegd, nadat de AP een bindende aanwijzing heeft gegeven. Uitzondering daarop is als de overtreding opzettelijk is gepleegd of het gevolg is van ernstige nalaatbaarheid. aantoonbaar is dat er niet voldoende maatregelen zijn genomen om een datalek te voorkomen. De gemeente is gestart met het implementeren van de normen uit de Baseline Informatiebeveiliging Gemeenten (BIG). Onafhankelijke audit heeft aangetoond dat de gemeente met het implementeren van deze maatregelen voldoet aan de beveiligingseisen die de overheid stelt. een (verplichte) Functionaris Gegevensbescherming aangesteld die als contactpersoon dient bij het melden van datalekken van de AP.
3 Programma Wonen en ruimte
4 Leningen aan Provides Ter financiering van grote woningbouwprojecten heeft de gemeente in het verleden diverse leningen verstrekt aan Provides. Voor de geldleningen zijn geen hypothecaire zekerheden verlangd door de gemeente. D oor het contract dat is gesloten met het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) kan Provides zelfstandig leningen aantrekken onder waarborging van het WSW. De gemeente verstrekt daarom geen nieuwe leningen meer aan Provides H et WSW beoordeelt jaarlijks de financiële positie van Provides. Hierin geeft het WSW aan of Provides voldoet aan de eisen van kredietwaardigheid conform het reglement van deelneming Waarborgfonds. We verwachten hier geen problemen. 2 16.832.000 336.600
5 Grondexploitatie De risico’s op grondexploitaties worden voor een belangrijk deel bepaald door de marktontwikkelingen. De volgende risico’s kunnen worden genoemd: - niet halen van verwachte opleveringsdatum; - niet tijdig uitgeven of verwerven van grond; sterkere kostenstijgingen dan voorzien - in de bouw; - hogere saneringskosten van D e gemeente heeft als beleid om zelf geen actief grondbeleid meer te voeren. Projecten die in het verleden zijn gestart, worden afgemaakt. Het risico zal hierdoor in de toekomst lager worden. Jaarlijks worden de grondexploitaties geactualiseerd. Voorziene risico’s worden begroot in de verschillende grondexploitaties. V oor de berekening van het risicobedrag wordt uitgegaan van 10% van het geïnvesteerd vermogen en 10% van de nog te maken kosten. 10 1.553.000 155.300


0 1 2 3 4 5
0 Risico Beheersmaatregelen Verwachting voor 2018 Kans Bruto bedrag Netto (kans x bruto)
1 in % in € in €
2 grondpercelen; - waardedaling gronden; - een niet actuele grondexploitatie.
3 Parkeerexploitatie Uitgangspunt is dat de parkeerexploitatie over de totale looptijd van 40 jaar neutraal is. Deze exploitatie is deels gebaseerd op gefundeerde aannames van ontwikkeling van parkeeruren. Risico is dat de baten lager uitvallen dan waarmee in de exploitatie gerekend is. D e exploitatie begint zich nog in een beginstadium, waardoor ook nog tijdig bijgestuurd kan worden. De ontwikkeling van zowel de lasten als de baten worden gemonitord. H et parkeerbeleid is bijgesteld ten opzichte van de startsituatie. Verwachting is dat daarmee een realistisch scenario voor komende jaren is ontstaan. Het risicobedrag is gebaseerd op de geraamde opbrengst voor kort parkeren en naheffingen. 10 1.000.000 100.000
4 Programma Inkomen, jeugd en Wmo
5 Participatiewet uitkering (PW) Dit betreft veelal zogenaamde “openeinderegeling”. B eheersing vindt plaats binnen de gemeenschappelijke regeling Werk en Inkomen Lekstroom (WIL) T endens is dat het uitkering langzaam oploopt. De rijksbijdrage wordt ook bijgesteld aan de ontwikkeling. Risico is dat de lokale ontwikkeling hier van afwijkt. Het risicobedrag is gebaseerd op het totaal aan uitkering PW. 5 7.743.000 387.200
6 Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) excl. decentralisatie De Wmo is een openeinderegeling. Dat houdt in dat eventuele overschrijdingen op deze taken voor risico van de gemeente is. Het gaat hierbij met name om huishoudelijke hulp, woon- en vervoersvoorzieningen. V oorwaarden voor ondersteuning kunnen binnen de grenzen van de wet worden bijgesteld, waardoor de kosten beheersbaar blijven. D e aantallen verstrekking lopen langzaam op als gevolg van de vergrijzing. Dit wordt deels gecompenseerd door hogere eigen bijdrage en deels via de algemene uitkering. Risico is dat de lokale ontwikkeling afwijkt van de landelijke ontwikkeling. 5 2.120.000 106.000
7 Decentralisaties sociaal domein Als gevolg van de bezuinigingen van het Rijk op de taken die per 2015 door de gemeenten worden uitgevoerd, loopt de V oornaamste risico’s betreffen de in verhouding dure trajecten. Op dit moment is nog onvoldoende B ij het bepalen van het risico ten aanzien van de decentralisaties is uitgegaan van een risico van 10% 10 13.386.000 1.338.600


0 1 2 3 4 5
0 Risico Beheersmaatregelen Verwachting voor 2018 Kans Bruto bedrag Netto (kans x bruto)
1 in % in € in €
2 gemeente aanzienlijke risico’s. duidelijk in hoeverre deze (boven)regionaal worden gedeeld en wat dus het exacte risico van de gemeente is. van het totaal bedrag van de integratie-uitkering sociaal domein (algemene uitkering).
3 Diverse programma’s
4 Het verstrekken van gemeentegaranties De gemeente heeft in het verleden gemeentegaranties verstrekt vanuit zijn publieke functie. Zie de regels hieronder voor de bedragen en risico’s per beleidsveld. I n de financiële verordening is aangegeven dat: - Alleen garanties verstrekt worden indien er geen waarborgfonds bestaat voor het betreffende beleidsterrein; - Indien de aanvrager beschikt over eigen accommodatie wordt er altijd het recht van 1e hypotheek verlangd; - Waar mogelijk worden de oude gemeentegaranties afgebouwd. - De lening is aangetrokken ter financiering van een investering die past in het collegeprogramma. E r zijn tot nu toe geen signalen ontvangen dat er problemen zijn bij de instellingen waaraan leningen zijn verstrekt. Ook voor 2018 verwachten wij geen problemen.
5 - Volkshuisvesting (Provides) 2 63.250.000 1.265.000
6 - Sport 10 75.000 7.500
7 - Kunst en cultuur 10 89.000 8.900
8 - Welzijn (zorginstellingen) 15 18.252.000 2.737.800
9 Diverse verstrekte leningen Uit hoofde van de publieke taak heeft de gemeente de afgelopen jaren leningen verstrekt. Een groot deel van het openstaande bedrag heeft betrekking op een lening verstrekt aan het Cals College en een achtergestelde lening aan Vitens. H et beleid is er op gericht de bestaande leningenportefeuille zo snel mogelijk af te bouwen en geen nieuwe leningen af te geven. E r zijn tot nu toe geen signalen ontvangen dat er problemen zijn bij de publieke instellingen waaraan leningen zijn verstrekt. Ook voor 2018 verwachten wij geen problemen. 10 590.000 59.000


0 1 2 3 4 5
0 Risico Beheersmaatregelen Verwachting voor 2018 Kans Bruto bedrag Netto (kans x bruto)
1 in % in € in €
2 V Het risico van deze leningen is dat de vereniging of stichting die de lening heeft ontvangen niet aan zijn verplichting (aflossing en rente) kan voldoen.
3 erbonden partijen De gemeente kan worden geconfronteerd met financiële tegenvallers van verbonden partijen. Door deelname verplicht de gemeente zich namelijk om bij te dragen in eventuele nadelige saldi. In de paragraaf verbonden partijen (paragraaf 5.5) wordt per verbonden partij ingegaan op de stand van zaken. H et beheersen van de risico’s van samenwerkingsverbanden is een belangrijk aandachtspunt van de wendbare organisatie. De werkt gemeente steeds meer samen met andere gemeenten, waarmee het beheersen van de risico’s van groot belang wordt. We brengen de risico’s zo goed mogelijk in beeld door de verbonden partijen scherp te monitoren via het accounthouderschap. E en groot de uitvoering is inmiddels op afstand gezet. Een deel van deze samenwerkingsverbanden is / wordt nieuw opgericht. In de eerste jaren is de kans op financiële afwijkingen in de bedrijfsvoering groter. Het risicobedrag is gebaseerd op bijdragen aan de bestaande verbonden partijen. Per verbonden partij is een risicobedrag berekend. Per GR een ander %, zie tabel hierna 28.333.000 1.724.000
4 Totaal (= benodigde weerstandscapaciteit) 8.325.900


0 1 2 3 4 5
0 Afvalverwijdering Utrecht (AVU) *) 0 0 0 0% 0
1 Reiniging Midden Nederland (RMN) *) 5.729.000 0 5.729.000 5% 286
2 Gemeentelijke GezondheidsDienst regio Utrecht (GGDrU) 1.007.000 0 1.007.000 5% 50
3 Recreatieschap Stichtse Groenlanden 116.000 0 116.000 5% 6
4 Veiligheidsregio Utrecht (VRU) 1.467.000 0 1.467.000 5% 73
5 Sociaal Werkvoorzieningschap PAUW Bedrijven 2.573.000 2.172.000 401.000 10% 40
6 Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard (RHC) 127.000 0 127.000 5% 6
7 Regionale sociale dienst Werk en Inkomen Lekstroom (WIL) 10.779.000 7.475.000 3.304.000 10% 330
8 Belasting Samenwerking Rivierlanden (BSR) 544.000 0 544.000 5% 27
9 Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU) 1.927.000 0 1.927.000 10% 193
10 Parkeersservice 550.000 0 550.000 10% 55
11 UW Samenwerking 13.161.000 0 13.161.000 5% 658


0 1
0 Omschrijving (bedragen x € 1.000) Bedrag
1 Benodigde weerstandscapaciteit (zie totaal risico’s) 8.325.900
2 Vereist weerstandsvermogen (op basis van factor 1,5) 12.488.900
3 Beschikbare incidentele weerstandscapaciteit 14.719.400
4 Niet gealloceerde deel van de algemene reserves 2.230.500


0 1 2 3
0 &C-document Beschikbare incidentele weerstandscapaciteit (a) Benodigde weerstandscapaciteit (b) Factor (a/b)
1 Programmabegroting 2018 (nov 2017) € 14,7 mln € 8,3 mln 1,8
2 Jaarrekening 2016 (sept 2017) € 18,1 mln € 8,3 mln 2,2
3 Programmabegroting 2017 (nov 2016) € 18,6 mln € 8,0 mln 2,3
4 Jaarrekening 2015 (sep 2015) € 16,1 mln € 8,1 mln 2,0
5 Programmabegroting 2016 (nov 2015) € 15,0 mln € 9,9 mln 1,5
6 Jaarrekening 2014 (jul 2015) € 17,4 mln € 10,2 mln 1,7
7 Programmabegroting 2015 (nov 2014) € 17,6 mln € 10,1 mln 1,7
8 Jaarrekening 2013 (jul 2014) € 17,9 mln € 11,0 mln 1,6
9 Programmabegroting 2014 (nov 2013) € 18,9 mln € 10,4 mln 1,8
10 Jaarrekening 2012 (jul 2013) € 17,8 mln € 11,4 mln 1,6
11 Programmabegroting 2013 (nov 2012) € 17,8 mln € 11,3 mln 1,6
12 Jaarrekening 2011 (jun 2012) € 11,6 mln € 8,5 mln 1,4
13 Programmabegroting 2012 (nov 2011) € 11,7 mln € 8,4 mln 1,4
14 Jaarrekening 2010 (jun 2011) € 17,3 mln € 9,8 mln 1,8
15 Programmabegroting 2011 (nov 2010) € 18,3 mln € 9,3 mln P 2,0


0 1 2 3 4 5 6
0 Kengetal Rekening 2016 Gewijz. begroting 2017 Begroting 2018 Raming 2019 Raming 2020 Raming 2021
1 Netto schuldquote 26,9% 45,9% 49,0% 53,7% 50,1% 57,7%
2 Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 1,9% 20,5% 24,1% 27,9% 24,8% 32,2%
3 Solvabiliteitsratio 41,7% 38,6% 36,5% 34,7% 35,1% 32,1%
4 Grondexploitatie -1,4% -3,4% -1,2% -0,6% -0,3% -0,1%
5 Structurele exploitatieruimte 1,2% -0,8% -0,9% -0,3% 1,3% 0,2%
6 Belastingcapaciteit 104,2% 105,0% 106,7% 106,7% 106,7% 106,7%


2019

Bron

Categorie Risico Kans Max. impact Gewogen bedrag
Informatieveiligheid Niet melden data-lek/verwerken bijzondere persoonsgegevens 20.0 500000.0 100000.0
GR / Verbonden partijen Leningen aan Provides 2.0 16700000.0 334000.0
Grondexploitatie Grondexploitaties 10.0 1960000.0 196000.0
Grondexploitatie Niet in exploitatie genomen gronden 25.0 2400000.0 600000.0
Sociaal domein Huisvesting statushouders 20.0 700000.0 140000.0
Sociaal domein Participatiewet uitkering (PW) 5.0 6800000.0 340000.0
Sociaal domein Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) excl. decentralisatie 5.0 2100000.0 105000.0
Sociaal domein Taken sociaal domein 5.0 13400000.0 670000.0
GR / Verbonden partijen Volkshuisvesting (Provides) 2.0 59250000.0 1185000.0
Overig Sport 10.0 560000.0 56000.0
Overig Kunst en Cultuur 10.0 80000.0 8000.0
GR / Verbonden partijen Diverse verstrekte leningen 10.0 570000.0 57000.0
GR / Verbonden partijen Verbonden partijen None 30570000.0 None
Juridisch, aansprakelijkheid, claims Ontvlechting UW en schuldvraag None None None
Sociaal domein Welzijn (zorginstellingen) 15.0 17280000.0 2592000.0

0 1 2
0 Incidentele weerstandscapaciteit (in €) Boekjaar 2018 Boekjaar 2019
1 Algemene reserve
2 Saldo per begin van het betreffende boekjaar 15.896.000 12.361.000
3 Geraamde mutaties via de reguliere exploitaties -2.135.000 -58.000
4 Geraamde mutaties via de balans / resultaatbestemming -1.400.000 -953.000
5 Saldo per einde van het betreffende boekjaar 12.361.000 11.350.000
6
7 Reserve decentralisaties
8 Saldo per begin van het betreffende boekjaar 1.880.000 1.658.000
9 Geraamde mutaties via de reguliere exploitaties -553.000 73.000
10 Geraamde mutaties via de balans / resultaatbestemming 331.000
11 Saldo per einde van het betreffende boekjaar 1.658.000 1.731.000
12
13 Totaal incidentele weerstandscapaciteit per eind boekjaar 14.019.000 13.081.000


0
0 Structurele weerstandscapaciteit (in €)
1 Onbenutte belastingcapaciteit OZB 1.592.000
2 Stelpost onvoorzien 85.000
3 Totaal 1.677.000


0 1 2 3 4 5
0 Risico Beheersmaatregelen Verwachting voor 2019 Kans Bruto bedrag Netto (kans x bruto)
1 in % in € in €
2 Programma Bestuur en organisatie
3 Niet melden data-lek/verwerken bijzondere persoonsgegevens Organisaties zijn verplicht om een data-lek te melden bij de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). Indien bedrijven de meldplicht niet nakomen kan de AP aan organisaties een boete opleggen. In de wet staat dat een boete pas wordt opgelegd, nadat de AP een bindende aanwijzing heeft gegeven. Uitzondering daarop is als de overtreding opzettelijk is gepleegd of het gevolg is van ernstige nalaatbaarheid. Het is onmogelijk om maatregelen te nemen die een data-lek volledig zullen voorkomen. Maar de AP legt alleen een boete op als aantoonbaar is dat er niet voldoende maatregelen zijn genomen om een data-lek te voorkomen. De gemeente is gestart met het implementeren van de normen uit de Baseline Informatiebeveiliging Gemeenten (BIG). Onafhankelijke audit heeft aangetoond dat de gemeente met het implementeren van deze maatregelen voldoet aan de beveiligingseisen die de overheid stelt. Verdere implementatie van de BIG zal de gemeente verder in control laten komen op het onderwerp informatiebeveiliging. Ook wordt er een (verplichte) Functionaris Gegevensbescherming aangesteld die als contactpersoon dient bij het melden van datalekken van de AP. 20 500.000 100.000
4 Programma Wonen en ruimte
5 Leningen aan Provides Ter financiering van grote woningbouwprojecten heeft de gemeente in het verleden diverse leningen verstrekt aan Provides. Voor de geldleningen zijn geen hypothecaire zekerheden verlangd door de gemeente. Door het contract dat is gesloten met het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) kan Provides zelfstandig leningen aantrekken onder waarborging van het WSW. De gemeente verstrekt daarom geen nieuwe leningen meer aan Provides H et WSW beoordeelt jaarlijks de financiële positie van Provides. Hierin geeft het WSW aan of Provides voldoet aan de eisen van kredietwaardigheid conform het reglement van deelneming Waarborgfonds. We verwachten hier geen problemen. 2 16.700.000 334.000


0 1 2 3 4 5
0 Risico Beheersmaatregelen Verwachting voor 2019 Kans Bruto bedrag Netto (kans x bruto)
1 in % in € in €
2 Grondexploitaties De risico’s op grondexploitaties worden voor een belangrijk deel bepaald door de marktontwikkelingen. De volgende risico’s kunnen worden genoemd: - niet halen van verwachte opleveringsdatum; - niet tijdig uitgeven of verwerven van grond; sterkere kostenstijgingen dan voorzien - in de bouw; - hogere saneringskosten van grondpercelen; - waardedaling gronden; - een niet actuele grondexploitatie. De gemeente heeft als beleid om zelf geen actief grondbeleid meer te voeren. Projecten die in het verleden zijn gestart, worden afgemaakt. Jaarlijks worden grondexploitaties geactualiseerd en wordt de actuele stand van zaken in kaart gebracht. Voor de berekening van het risicobedrag wordt conform de nota grondebeleid uitgegaan van 10% van het geïnvesteerd vermogen en 10% van de nog te maken kosten. Het risicobedrag is afgelopen jaren afgenomen, omdat grondexploitaties in een eindfase komen. 10 1.960.000 196.000
3 Niet in exploitatiegenomen gronden Voor gronden waar nog geen grondexploitatie is geopend is een risico dat wanneer dat niet tijdig gebeurt de boekwaarde van de gronden moet worden afgewaardeerd naar de lagere marktwaarde als dat van toepassing is. Bij de jaarlijkse actualisatie van grondexploitaties worden ook deze grondpositie en ontwikkelingen gemonitord en beoordeeld. De gemeente loopt op dit gebied alleen risico op de boekwaarde van gronden in de A2-zone in er uiterlijk eind 2019 geen grondexploitatie is gestart. De laagst denkbare waarde is de prijs van landbouwgrond. Het verschil tussen de huidige boekwaarde en de landbouwwaarde is als risicobedrag gehanteerd. 25 2.400.000 600.000
4 Huisvesting statushouders (nieuw risico) Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de huisvesting van statushouders. Elk halfjaar krijgen gemeenten door het Rijk een taakstelling opgelegd voor het aantal te huisvesten statushouders. De halfjaarlijkse taakstelling tot het huisvesten van statushouders wordt door - In de prestatieafspraken 2018 is opgenomen dat Provides 10% van haar vrijkomende woningen inzet voor het huisvesten van statushouders; - Statushouders uitruilen met andere gemeenten; De taakstelling voor de 1e helft 2018 is 26, voor de 2e helft 2018 bedraagt 22. In 2018 moeten we inclusief de achterstand van voorgaande jaren nog 28 statushouders huisvesten. De verwachting is dat we niet alle 28 statushouders dit jaar kunnen 20 700.000 140.000


0 1 2 3 4 5
0 Risico Beheersmaatregelen Verwachting voor 2019 Kans Bruto bedrag Netto (kans x bruto)
1 in % in € in €
2 het Ministerie van Veiligheid en Justitie aan gemeenten opgelegd. Gedeputeerde Staten van de Provincie houden toezicht op de realisatie van de huisvesting door de gemeente. Indien een gemeente in gebreke blijft om de taakstelling binnen de gestelde termijn te realiseren, dan is GS wettelijk verplicht om, in het uiterste geval, in de plaats te treden ten laste van de gemeente. Dat houdt in dat de provincie alle noodzakelijke maatregelen neemt op kosten van de gemeente. - Grotere gezinnen huisvesten. Het aanbod beschikbare woningen betreft voornamelijk grotere appartementen, waardoor een betere match is te maken met grotere huishoudens. Het voordeel is hiermee meer mensen in minder woningen kunnen worden gehuisvest en er meer woningen beschikbaar zijn voor overige woningzoekenden; - Nauwer contact met Provides en COA om maatwerk toe te passen; - Vanuit de U16 is een onderzoek gestart naar de verbetering van de regionale matching van statushouders. De provincie Utrecht en gemeente Utrecht onderzoeken samen met gemeenten of en hoe er een betere bovenlokale matching mogelijk is bij de huisvesting van statushouders en beschikbare woningen om uiteindelijk ieders (gemeentelijke) taakstelling sneller te halen. O B huisvesten. Reden is dat er op dit moment nauwelijks mutaties op de woningmarkt zijn. p dit moment staat de gemeente IJsselstein op trede 3 van de interventieladder van de provincie. Dit houdt actief toezicht in: afspraken over acties, termijnen en vervolg (afspraken met de gemeente maken met het doel alsnog de taak naar behoren uit te voeren). innenkort gaat de provincie de taakstelling van de 1e helft van 2018 beoordeling. De verwachting is dat we dan vanwege de achterstand op trede 3 (= actief toezicht) blijven en dat er op bestuurlijk niveau afspraken worden gemaakt over verbeteracties en termijnen om de taak alsnog naar behoren uit te voeren. De voortgang van de verbeteringen wordt gedurende een vooraf bepaalde periode actief gemonitord via gesprekken.


0 1 2 3 4 5
0 Risico Beheersmaatregelen Verwachting voor 2019 Kans Bruto bedrag Netto (kans x bruto)
1 in % in € in €
2 Programma Inkomen, jeugd en Wmo
3 Participatiewet uitkering (PW) Dit zijn uitkering conform een “open-einderegeling”, waardoor het risico aanwezig is dat de lasten van de gemeente hoger zijn dan de ontvangen uitkering van het rijk hiervoor. Beheersing vindt plaats binnen de gemeenschappelijke regeling Werk en Inkomen Lekstroom (WIL). Tendens is dat het uitkering langzaam daalt. De rijksbijdrage wordt ook bijgesteld aan de ontwikkeling. Risico is dat de lokale ontwikkeling hier van afwijkt. Het risicobedrag is gebaseerd op het totaal aan uitkering PW. 5 6.800.000 340.000
4 Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) excl. decentralisatie De Wmo is een open-einde-regeling. Dat houdt in dat eventuele overschrijdingen op deze taken voor risico van de gemeente is. Het gaat hierbij met name om huishoudelijke hulp, woon- en vervoersvoorzieningen. Voorwaarden voor ondersteuning kunnen binnen de grenzen van de wet worden bijgesteld, waardoor de kosten beheersbaar blijven. Op dit moment is daar geen aanleiding toe. De aantallen verstrekking lopen langzaam op als gevolg van de vergrijzing. Dit wordt deels gecompenseerd door hogere eigen bijdrage en deels via de algemene uitkering. Risico is dat de lokale ontwikkeling afwijkt van de landelijke ontwikkeling. 5 2.100.000 105.000
5 Taken sociaal domein Als gevolg van de bezuinigingen van het Rijk op de taken die per 2015 door de gemeenten worden uitgevoerd, loopt de gemeente risico’s dan de kosten voor de zorg hoger zijn dan de middelen die via de algemene uitkering hiervoor beschikbaar worden gesteld. Voornaamste risico’s betreffen de in verhouding dure zorgtrajecten. Voordat doorverwijzing naar dure trajecten plaatsvindt wordt zo veel mogelijk opgevangen binnen zorg via de lokale teams Bij het bepalen van het risico ten aanzien van de decentralisaties is uitgegaan van een risico van 5% van het totaal bedrag van de integratie-uitkering sociaal domein (algemene uitkering). 5 13.400.000 670.000


0 1 2 3 4 5
0 Risico Beheersmaatregelen Verwachting voor 2019 Kans Bruto bedrag Netto (kans x bruto)
1 in % in € in €
2 Diverse programma’s
3 Verstrekken van gemeentegaranties De gemeente heeft in het verleden gemeentegaranties verstrekt vanuit zijn publieke functie. Zie de regels hieronder voor de bedragen en risico’s per beleidsveld. In de financiële verordening is aangegeven dat: - Alleen garanties verstrekt kunnen worden indien er geen waarborgfonds bestaat voor het betreffende beleidsterrein; Indien de aanvrager beschikt - over eigen accommodatie wordt er altijd het recht van 1e hypotheek verlangd; - Waar mogelijk worden de oude gemeentegaranties afgebouwd. - De lening is aangetrokken ter financiering van een investering die past in het gem. beleid. Voor zorginstelling is vanwege algemene ontwikkelingen in die sector een hoger risicopercentage gehanteerd. Ontwikkeling bij de zorginstellingen worden gemonitord en bij één zorginstelling is hierover periodiek overleg.
4 Volkshuisvesting (Provides) 2 59.250.000 1.185.000
5 Sport 10 560.000 56.000
6 Kunst en cultuur 10 80.000 8.000
7 Welzijn (zorginstellingen) 15 17.280.000 2.592.000
8 Diverse verstrekte leningen Uit hoofde van de publieke taak heeft de gemeente de afgelopen jaren leningen verstrekt. Een groot deel van het openstaande bedrag heeft betrekking op een lening verstrekt aan het Cals College en een achtergestelde lening aan Vitens. Het risico van deze leningen is dat de vereniging of stichting die de lening heeft ontvangen niet aan zijn verplichting (aflossing en rente) kan voldoen. Het beleid is erop gericht de bestaande leningenportefeuille af te bouwen en geen nieuwe leningen te verstrekken. Er zijn tot nu toe geen signalen ontvangen dat er problemen zijn bij de publieke instellingen waaraan leningen zijn verstrekt. Ook voor 2019 verwachten wij geen problemen. 10 570.000 57.000


0 1 2 3 4 5
0 Risico Beheersmaatregelen Verwachting voor 2019 Kans Bruto bedrag Netto (kans x bruto)
1 in % in € in €
2 Verbonden partijen De gemeente kan worden geconfronteerd met financiële tegenvallers van verbonden partijen. Door deelname verplicht de gemeente zich namelijk om bij te dragen in eventuele nadelige saldi. In de paragraaf verbonden partijen wordt per verbonden partij ingegaan op de stand van zaken. Het beheersen van de risico’s van samenwerkingsverbanden is een aandachtspunt van de organisatie. De gemeente werkt op dit gebied steeds meer samen met andere gemeenten, waarmee het beheersen van de risico’s versterkt wordt. Daarnaast brengen we de risico’s zo goed mogelijk in beeld door de verbonden partijen scherp te monitoren via het accounthouderschap. Het risicobedrag is gebaseerd op bijdragen aan de bestaande verbonden partijen. Per verbonden partij is een risicobedrag bepaald. In de tabel hierna is hiervan een specificatie opgenomen. Per GR een ander %, zie tabel hierna 30.750.000 1.920.000
3 Ontvlechting UW en schuldvraag Er is een risico dat de gemeente aansprakelijk wordt gesteld door gemeente Montfoort voor schade in verband met het besluit tot opheffen van UW Samenwerking. De gemeente wordt juridisch ondersteund op dit dossier. Daarnaast is er een kernteam waarin zaken ten aanzien van de ontvlechting worden besproken. Verwachting is dat dit risico niet tot financiële schade voor de gemeente leidt, aangezien ook nog afspraken gemaakt worden over de verdeelsleutel vanaf 2018 en op dit gebied een bijdrage wordt verwacht. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
4 Totaal (= benodigde weerstandscapaciteit) 8.303.000


0 1 2 3 4 5
0 Verbonden partij totale bijdrage in 2019 Correctie i.v.m. afzonderlijke geldstromen Bijdrage t.b.v. risico-berekening in 2019 in € Risico in % Risicobedrag in €
1 Afvalverwijdering Utrecht (AVU) *) - - - 0% -
2 Reinging Midden Nederland (RMN) *) 6.230.000 - 6.230.000 5% 311.500
3 Gemeentelijke GezondheidsDienst regio Utrecht (GGDrU) 1.130.000 - 1.130.000 5% 56.500
4 Recreatieschap Stichtse Groenlanden 140.000 - 140.000 5% 7.000
5 Veiligheidsregio Utrecht (VRU) 1.600.000 - 1.600.000 5% 80.000
6 WSW nieuwe situatie, voorheen PAUW bedrijven 2.420.000 2.160.000 260.000 10% 26.000
7 Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard (RHC) 130.000 - 130.000 5% 6.500
8 Regionale sociale dienst Werk en Inkomen Lekstroom (WIL) 11.660.000 6.800.000 4.860.000 10% 486.000
9 Belasting Samenwerking Rivierlanden (BSR) 830.000 - 830.000 5% 41.500
10 Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU) 1.970.000 - 1.970.000 10% 197.000
11 Parkeerservice 550.000 - 550.000 10% 55.000
12 UW Samenwerking/interne organisatie 13.050.000 - 13.050.000 5% 652.500
13 Totaal 39.710.000 8.960.000 30.750.000 1.919.500


0 1
0 Omschrijving (bedragen x € 1.000) Bedrag
1 Benodigde weerstandscapaciteit (zie totaal risico’s) 8.303.000
2 Vereist weerstandsvermogen (op basis van factor 1,5) 12.455.000
3 Beschikbare incidentele weerstandscapaciteit 13.081.000
4 Niet gealloceerde deel van het weerstandsvermogen 626.000


0 1 2 3
0 P&C-document Beschikbare incidentele weerstandscapaciteit (a) Benodigde weerstands-capaciteit (b) Factor (a/b)
1 Programmabegroting 2019 (nov 2018) € 13,1 mln € 8,3 mln 1,6
2 Jaarrekening 2017 (jul 2017) € 18,7 mln € 10,6 mln 1,8
3 Programmabegroting 2018 (nov 2017) € 14,7 mln € 8,3 mln 1,8
4 Jaarrekening 2016 (sept 2017) € 18,1 mln € 8,3 mln 2,2
5 Programmabegroting 2017 (nov 2016) € 18,6 mln € 8,0 mln 2,3
6 Jaarrekening 2015 (sep 2015) € 16,1 mln € 8,1 mln 2,0
7 Programmabegroting 2016 (nov 2015) € 15,0 mln € 9,9 mln 1,5
8 Jaarrekening 2014 (jul 2015) € 17,4 mln € 10,2 mln 1,7
9 Programmabegroting 2015 (nov 2014) € 17,6 mln € 10,1 mln 1,7
10 Jaarrekening 2013 (jul 2014) € 17,9 mln € 11,0 mln 1,6
11 Programmabegroting 2014 (nov 2013) € 18,9 mln € 10,4 mln 1,8
12 Jaarrekening 2012 (jul 2013) € 17,8 mln € 11,4 mln 1,6
13 Programmabegroting 2013 (nov 2012) € 17,8 mln € 11,3 mln 1,6
14 Jaarrekening 2011 (jun 2012) € 11,6 mln € 8,5 mln 1,4
15 Programmabegroting 2012 (nov 2011) € 11,7 mln € 8,4 mln 1,4
16 Jaarrekening 2010 (jun 2011) € 17,3 mln € 9,8 mln 1,8
17 Programmabegroting 2011 (nov 2010) € 18,3 mln € 9,3 mln 2,0


0 1 2 3 4 5 6
0 Kengetal Rekening 2017 Gewijz. begroting 2018 Begroting 2019 Raming 2020 Raming 2021 Raming 2022
1 Netto schuldquote 26,8% 47,1% 51,4% 50,3% 46,5% 55,2%
2 Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 2,7% 22,2% 26,6% 25,5% 21,8% 30,8%
3 Solvabiliteitsratio 42,2% 36,8% 34,2% 32,9% 32,4% 30,1%
4 Grondexploitatie -2,4% -0,9% -0,3% 0,0% 0,0% 0,0%
5 Structurele exploitatieruimte -1,2% 0,1% -0,1% 0,4% -0,1% 0,5%
6 Belastingcapaciteit 104,9% 108,8% 113,6% 113,6% 113,6% 113,6%


2020

Bron

Categorie Risico Kans Max. impact Gewogen bedrag
GR / Verbonden partijen Leningen aan Provides 2.0 16700000.0 334000.0
Grondexploitatie Niet in exploitatie genomen gronden 25.0 2787000.0 696750.0
BUIG Uitkeringen Participatiewet (bijstand) 5.0 6900000.0 345000.0
Gemeentefonds Algemene uitkering m.b.t. jeugdzorg 20.0 600000.0 120000.0
Overig Overige leningen 10.0 1340000.0 134000.0
GR / Verbonden partijen Verbonden partijen 5.60518014574918 17929843.0 1005000.0
GR / Verbonden partijen Verstrekken van gemeentegaranties None None None
Overig Volkshuisvesting (Provides) 2.0 59250000.0 1185000.0
Overig Sport 10.0 530000.0 53000.0
Overig Kunst en Cultuur 10.0 76000.0 7600.0
Sociaal domein Welzijn (zorginstellingen) 15.0 15846000.0 2376900.0
Sociaal domein Integraal sociaal domein 5.0 12040000.0 602000.0

0 1 2 3 4 5
0 Incidentele weerstandscapaciteit (in €) Boekjaar 2019 Boekjaar 2020 Boekjaar 2021 Boekjaar 2022 Boekjaar 2023
1 Algemene reserve
2 Saldo per begin van het boekjaar 13.083.348 10.517.371 8.500.655 8.500.655 8.500.655
3 Geraamde mutaties via de reguliere exploitaties -831.150 -250.000 - - -
4 Geraamde mutaties via de balans/resultaatbestemming -1.734.827 -1.766.716 - - -
5 Saldo per einde van het betreffende boekjaar 10.517.371 8.500.655 8.500.655 8.500.655 8.500.655
6


0 1 2 3 4 5
0 Reserve decentralisaties
1 Saldo per begin van het boekjaar 1.784.770 205.000 35.000 0 0
2 Geraamde mutaties via de reguliere exploitaties -1.453.770 -170.000 -35.000 - -
3 Geraamde mutaties via de balans/resultaatbestemming -126.000 - - - -
4 Saldo per einde van het betreffende boekjaar 205.000 35.000 0 0 0
5
6 Totaal incidentele weerstandscapaciteit per eind boekjaar 10.722.371 8.535.655 8.500.655 8.500.655 8.500.655


0 1
0 Structurele weerstandscapaciteit (in €)
1 Onbenutte belastingcapaciteit OZB 2.638.435
2 Stelpost onvoorzien 85.000
3 Stelpost budget risico's 421.528
4 Totaal 3.144.963


0 1 2 3 4 5
0 Risico Beheersmaatregelen Realisatie 2020 Kans Bruto bedrag Netto (kans x bruto)
1 in % in € in €
2 Programma Wonen en ruimte
3 Leningen aan Provides Ter financiering van grote woningbouwprojecten heeft de gemeente in het verleden diverse leningen verstrekt aan Provides. Voor de geldleningen zijn geen hypothecaire zekerheden verlangd door de gemeente. D oor het contract dat is gesloten met het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) kan Provides zelfstandig leningen aantrekken onder waarborging van het WSW. De gemeente verstrekt daarom geen nieuwe leningen meer aan Provides. Het WSW beoordeelt jaarlijks de financiële positie van Provides. Hierin geeft het WSW aan of Provides voldoet aan de eisen van kredietwaardigheid conform het reglement van deelneming Waarborgfonds. H et WSW beoordeelt jaarlijks de financiële positie van Provides. Hierin geeft het WSW aan of Provides voldoet aan de eisen van kredietwaardigheid conform het reglement van deelneming Waarborgfonds. Het risicobedrag is gebaseerd op 2% van het bedrag van de uitstaande geldleningen en het bedrag van de leningen waarvoor de gemeente garant staat. 2 16.700.000 334.000
4 Niet in exploitatiegenomen gronden Voor gronden waar nog geen grondexploitatie is geopend is een risico dat wanneer dat niet tijdig gebeurt de boekwaarde van de gronden moet worden afgewaardeerd naar de lagere marktwaarde als dat van toepassing is. B ij de jaarlijkse actualisatie van grondexploitaties worden ook deze grondpositie en ontwikkelingen gemonitord en beoordeeld. D e gemeente loopt op dit gebied alleen risico op de boekwaarde van gronden bij de A2-zone indien er uiterlijk eind 2019 geen grondexploitatie is gestart, de gronden zijn verkocht en/of er reëel uitzicht is op verkoop van de gronden. De laagst denkbare waarde is de prijs van landbouwgrond. Het verschil tussen de huidige boekwaarde en de landbouwwaarde is als bruto 25 2.787.000 696.750


0 1 2 3 4 5
0 risicobedrag gehanteerd.
1 Programma Inkomen, jeugd en Wmo
2 Uitkeringen Participatiewet (bijstand) Uitkeringen van de gemeente op grond van de Participatiewet zijn een open-einderegeling. Risico is dat de uitkering toenemen en/of de rijksbijdrage die de gemeente daarvoor ontvangt afneemt of onvoldoende is om de lasten uit te dekken. En een risico is dat vorderingen op dit gebied niet worden terugbetaald. B eheersing (bewaken toegang en bevorderen uitstroom) vindt plaats binnen de gemeenschappelijke regeling Werk en Inkomen Lekstroom (WIL). Vorderingen worden jaarlijks beoordeeld. Voor oninbaarheid heeft de gemeente een voorziening getroffen. D e rijksbijdrage wordt periodiek bijgesteld aan de landelijke ontwikkelingen. Risico is dat de lokale ontwikkeling hiervan afwijkt. Het risicobedrag is gebaseerd op het bedrag van de verwachte rijksbijdrage. 5 6.900.000 345.000
3 Integraal sociaal domein De Wmo en Jeugdwet zijn openeinderegelingen. Dat houdt in dat eventuele overschrijdingen op deze taken voor risico van de gemeente is. Het gaat hierbij met name om begeleiding, huishoudelijke hulp, woon- en vervoersvoorzieningen. Daarnaast valt hieronder ook de re-integratie (Participatiewet) en de afbouw van de Wsw. M et lokale beleidsregels en verordeningen kunnen binnen de grenzen van de wet regels worden gesteld, waardoor kosten beter beheersbaar blijven. Beheersing van de toegang tot Wmo en jeugd wordt bewaakt door de gemeente. Voor re-integratie vindt dit plaats via de gemeenschappelijke regeling WIL. Gemeente zet in op preventie en lokale ondersteuning om relatief dure zorg te voorkomen. H et aantal verstrekkingen (Wmo) loopt gestaag op als gevolg van vergrijzing en de invoering van een vast abonnementstarief. Ook bij jeugd is ondanks een lichte daling van het aantal jeugdigen een duidelijke toename van inzet van maatwerk zichtbaar. Uitdaging blijft om dit beheersbaar te houden. Als risicobedrag wordt uitgegaan van een percentage van de geraamde lasten op dit gebied. 5 12.040.000 602.000


0 1 2 3 4 5
0 Algemene uitkering m.b.t. jeugdzorg Het kabinet heeft besloten extra middelen toe te voegen aan het jeugdhulpbudget. In 2019 ontvangen gemeenten € 400 miljoen en in 2020 en 2021 jaarlijks € 300 miljoen extra middelen. Aanvullend onderzoek wordt verricht om te kunnen bepalen of, en zo ja in welke mate, gemeenten structureel extra middelen nodig hebben. Het ministerie van BZK heeft in overleg met de VNG een richtlijn opgesteld ten aanzien zien van het structureel ramen (ook vanaf 2022) van een hogere algemene uitkering. Voorwaarde is dat daarnaast gemeente tevens zelf maatregelen neemt in het kader van de transformatie rondom jeugdzorg en ggz mede gericht op beheersing van de kosten. Gemeenten spelen immers zelf ook een actieve rol in de transformatie en daarmee ook in het kunnen beperken van de uitgaven. Berichtgeving ten aanzien van de uitkomsten van het onderzoek worden gevolgd, zodat hierop zo nodig geanticipeerd kan worden. Daarnaast heeft de taskforce jeugd een aantal aanbevelingen op het gebied van jeugdzorg (transformatie) voorbereid die geïmplementeerd worden. Dit heeft prioriteit en de voortgang wordt gemonitord. Het kabinet heeft met de VNG afgesproken dat in het najaar van 2020 een onderzoek naar de ontwikkeling van volume en uitgaven van jeugdzorg is afgerond. De resultaten van het onderzoek dienen als inbreng van de komende kabinetsformatie. De uitkomsten van het onderzoek zijn zwaarwegend. Dit in het licht van de jeugdhulpplicht van gemeenten en de noodzaak van sluitende begrotingen. Het risicobedrag is gebaseerd op de omvang van de hogere algemene voor de gemeente. 20 600.000 120.000
1 Diverse programma’s
2 Overige leningen Uit hoofde van de publieke taak heeft de gemeente de afgelopen jaren leningen verstrekt of staat de gemeente garant voor leningen. Een groot deel van het openstaande bedrag aan leningen heeft betrekking op een lening verstrekt aan het Cals College en een achtergestelde lening aan Vitens. Het risico van deze leningen is dat de vereniging of stichting die de lening heeft ontvangen niet aan zijn verplichting (aflossing en rente) kan voldoen. H et beleid is erop gericht de bestaande leningenportefeuille af te bouwen door geen nieuwe leningen te verstrekken. Voor garantstellingen op het gebied van sport geldt dat deze alleen worden afgegeven als ook het waarborgfonds garant staat. Het waarborgfonds beoordeelt periodiek de financiële positie van de betreffende instellingen. E r zijn tot nu toe geen signalen ontvangen dat er problemen zijn bij de publieke instellingen waaraan leningen zijn verstrekt. Ook voor 2020 verwachten wij geen problemen. Het risicobedrag is gebaseerd op het bedrag van de openstaande leningen en het aandeel van de leningen waarvoor de gemeente garant staat. 10 1.340.000 134.000


0 1 2 3 4 5
0 Verbonden partijen De gemeente kan worden geconfronteerd met financiële tegenvallers van verbonden partijen. Door deelname verplicht de gemeente zich namelijk om bij te dragen in eventuele nadelige saldi. In de paragraaf verbonden partijen (paragraaf 4.5) wordt per verbonden partij ingegaan op de stand van zaken. H et beheersen van de risico’s van samenwerkingsverbanden is een belangrijk aandachtspunt van de wendbare organisatie. De werkt gemeente steeds meer samen met andere gemeenten, waarmee het beheersen van de risico’s van groot belang wordt. We brengen de risico’s zo goed mogelijk in beeld door de verbonden partijen scherp te monitoren. H et risicobedrag is gebaseerd op bijdragen aan de bestaande verbonden partijen. Per verbonden partij is bij het opstellen van de begroting 2020 een risicobedrag bepaald. Per GR een ander %, zie par. 4.5 17.929.843 1.005.000
1 Verstrekken van gemeentegaranties In de financiële verordening is aangegeven dat: Voor zorginstelling is vanwege algemene ontwikkelingen in die sector een hoger risicopercentage gehanteerd. Ontwikkeling bij de zorginstellingen worden gemonitord en bij één zorginstelling is hierover periodiek overleg.
2 De gemeente heeft in het verleden gemeentegaranties verstrekt vanuit zijn publieke functie. Zie de regels hieronder voor de bedragen en risico’s per beleidsveld. - Alleen garanties verstrekt kunnen worden indien er geen waarborgfonds bestaat voor het betreffende beleidsterrein;
3 - Indien de aanvrager beschikt over eigen accommodatie wordt er altijd het recht van 1e hypotheek verlangd;
4 - Waar mogelijk worden de oude gemeentegaranties afgebouwd.
5 - De lening is aangetrokken ter financiering van een investering die past in het gem. beleid.
6 Volkshuisvesting (Provides) 2 59.250.000 1.185.000
7 Sport 10 530.000 56.000
8 Kunst en cultuur 10 76.000 8.000
9 Welzijn (zorginstellingen) 15 15.846.000 2.592.000
10 Totaal (= benodigde weerstandscapaciteit) 7.077.750


0 1
0 Omschrijving Bedrag
1 Benodigde weerstandscapaciteit (zie totaal risico’s) 7.077.750
2 Vereist weerstandsvermogen (op basis van factor 1,5) 10.616.625
3 Beschikbare incidentele weerstandscapaciteit 8.536.000
4 Niet gealloceerde deel van het weerstandsvermogen -/- 2.080.625


0 1 2 3
0 P&C-document Beschikbare incidentele weerstandscapaciteit (a) Benodigde weerstandscapaciteit (b) Factor (a/b)
1 Programmabegroting 2020 (nov 2020) € 8,5 mln € 7,0 mln 1,2
2 Jaarrekening 2018 (juli 2019) € 14,9 mln € 7,4 mln 2,0
3 Programmabegroting 2019 (nov 2018) € 13,1 mln € 8,3 mln 1,6
4 Jaarrekening 2017 (jul 2017) € 18,7 mln € 10,6 mln 1,8
5 Programmabegroting 2018 (nov 2017) € 14,7 mln € 8,3 mln 1,8
6 Jaarrekening 2016 (sept 2017) € 18,1 mln € 8,3 mln 2,2
7 Programmabegroting 2017 (nov 2016) € 18,6 mln € 8,0 mln 2,3
8 Jaarrekening 2015 (sep 2015) € 16,1 mln € 8,1 mln 2,0
9 Programmabegroting 2016 (nov 2015) € 15,0 mln € 9,9 mln 1,5
10 Jaarrekening 2014 (jul 2015) € 17,4 mln € 10,2 mln 1,7
11 Programmabegroting 2015 (nov 2014) € 17,6 mln € 10,1 mln 1,7
12 Jaarrekening 2013 (jul 2014) € 17,9 mln € 11,0 mln 1,6
13 Programmabegroting 2014 (nov 2013) € 18,9 mln € 10,4 mln 1,8
14 Jaarrekening 2012 (jul 2013) € 17,8 mln € 11,4 mln 1,6
15 Programmabegroting 2013 (nov 2012) € 17,8 mln € 11,3 mln 1,6
16 Jaarrekening 2011 (jun 2012) € 11,6 mln € 8,5 mln 1,4
17 Programmabegroting 2012 (nov 2011) € 11,7 mln € 8,4 mln 1,4