Tabel 1 | | |
Risico | Kans | Financieel gevolg |
Jeugdhulp: Het risico bestaat dat het beschikbare budget voor Jeugdhulp niet toereikend is voor de vraag naar jeugdzorg bij inwoners. De inschatting van de maximale omvang van een mogelijke overschrijding van de beschikbare budgetten voor de jaren 2017 en 2018 bedraagt in totaal voor deze 2 jaren circa € 7 mln. Hierbij is rekening gehouden met de opgebouwde reserve sociaal domein. Deze reserve is bedoeld om nadelige budgettaire consequenties op te vangen. De kans dat dit maximale budgettaire tekort zich ook daadwerkelijk voor gaat doen wordt op 50% ingeschat. De verwachting is dat na 2018 maatregelen zijn getroffen om de nadelige budgettaire gevolgen op te vangen. Deze maatregelen kunnen bestaan uit aanvullende inkomsten, verlaging van zorguitgaven dan wel votering van aanvullende budgetten. | 50% | Maximaal € 7.000.000 |
De Draai (parameters en prijzen): In de uitgangspunten bij de 8e herziening van De Draai is als gevolg van recente ontwikkelingen de index op de kostprijzen voor de gehele periode tot 2030 op 2% gezet. Uitgaande van het scenario dat voor deze periode wordt uitgegaan van een kostenindex van 2,5%, is het financieel effect hiervan € 1,2 miljoen. In de uitgangspunten bij de 8e herziening van De Draai is de index op de grondopbrengsten voor het jaar 2017 op 1% gezet, vervolgens de periode 2018 tot 2022 (4 jaar) op 2% gezet en voor de daarop volgende periode van 2022 tot 2027 op 1% gezet. Vanaf 2027 conform de BBV voorschriften op 0%. Indien de opbrengsten index voor de gehele periode 2017 tot 2027 verlaagd wordt naar 1%, heeft dit een nadelig financieel gevolg voor het totale resultaat van De Draai van € 3,6 miljoen. Er bestaat het risico dat de grondprijzen in hoofdcategorie III mogelijk te hoog zijn. Dit type woningen is nog niet gebouwd waardoor concrete referentiemodellen ontbreken en waardoor er nog niet op bouwkostenniveau een zogenaamde residuele berekening van dit segment is gemaakt. Uitgegaan is van een scenario waarbij de prijzen voor deze specifieke woningen met 10% zijn verlaagd. Het financiële effect is € 1,7 miljoen. De Draai laat bij de geactualiseerde uitgangspunten (8e herziening) een positieve Netto Contante Waarde (NCW) zien van circa € 1,1 mln positief. Deze NCW vormt een buffer voor bovenstaande risico's (met een totale maximale financiële omvang van € 6,5 mln). Het resterende risico is opgenomen in het risicoprofiel/ het weerstandsvermogen. | 50% | Maximaal € 5.400.000 |
Stadshart: Het ontbreken van voldoende programma voor de realisatie van de reservelocatie op korte termijn en vertraging in de realisatie van woningbouwlocaties hebben geleid tot een geactualiseerde grondexploitatie met een negatieve contante waarde van 5,8 miljoen. Er is een verliesvoorziening gevormd voor dit bedrag. In het risicoprofiel is het resterende risico opgenomen voor prijsrisico, vertraging in afzet ofwel programmawijziging. De maximale omvang van dit risico wordt geschat op € 2.300.000. | 70% | Maximaal € 2.300.000 |
De Draai (afzetrisico): In de meest actuele herziening van De Draai (de 8e) wordt uitgegaan van een afzet van woningen in de periode 2017 t/m 2030. Mocht de horizon 3 jaar opschuiven waardoor een deel van de woningen later wordt afgezet heeft dit een nadelig effect van € 2,1 mln op de Netto Contante Waarde. | 70% | Maximaal € 2.100.000 |
Garantstellingen: De gemeente heeft zich garant gesteld voor financiering van andere organisaties. Een voorbeeld is de garantstelling voor de financiering van de HVC. | 50% | Maximaal € 1.000.000 |
WMO: Het risico bestaat dat de beschikbare budgetten voor individuele voorzieningen, zorg in natura en persoonsgebonden budgetten niet toereikend zijn voor de vraag onder inwoners. | 50% | Maximaal € 1.000.000 |
Zieke bomen: Tot op heden worden kosten die verband hebben met zieke bomen (kappen en nieuwe bomen planten en dergelijke) gedekt uit beschikbare budgetten. Doordat nu zoveel bomen ziek worden (nieuwe ziekten die zich nu ook in Heerhugowaard laten zien) is de kans groter geworden dat te maken kosten om bomen te kappen en vervangen niet meer gedekt kunnen worden uit de reguliere budgetten. De nieuwe risico-inschatting is gebaseerd op het huidige beleid en de huidige inzichten over (mogelijke) aantallen zieke bomen in de gemeente. | 50% | Maximaal € 1.000.000 |
De Vaandel: Het totale gebied de Vaandel is, afhankelijk van de staat van exploitatie, opgesplitst in diverse onderdelen. Het deel in exploitatie (BIE) en de delen niet in exploitatie (NIEGG). Deze niet in exploitatie genomen gronden dienen nu onder de materiële vaste activa (MVA). Daarnaast is ook nog grond verantwoord onder de MVA waar nog geen concreet plan voor is. Deze laatste gronden staan gewaardeerd voor de agrarische waarde. Onderstaand worden de te onderscheiden risico’s weergegeven. BIE: De risico’s worden voornamelijk bepaald door de afzet (de grootte en het tempo) en de hoogte van de verkoopprijzen. Echter door de looptijd naar 10 jaar te brengen is een goed beheersbare grondexploitatie ontstaan, waarvan de risico’s zich beperken tot tegenvallende omzet en wijzigingen in de gehanteerde percentages. Dit prijsrisico wordt grofweg ingeschat op € 250.000. De BIE Vaandel laat bij de geactualiseerde uitgangspunten (7e herziening) een positieve Netto Contante Waarde (NCW) zien van € 884.000. Omdat het ingeschatte risico opgevangen kan worden binnen deze positieve NCW wordt dit risico niet meegenomen in het risicoprofiel/ het weerstandsvermogen. NIEGG Noord (onder MVA verantwoord): Indien het opstelterrein en de daarbij behorende voorzieningen en bebouwing niet ontwikkeld zullen worden dient er ca. 3 ha afgewaardeerd te worden naar agrarische waarde. De te hanteren waarde zal dan € 5 P/M2 zijn. Het risico van deze waarde mutatie is € 430.000 (verschil tussen boekwaarde en agrarische waarde). NIEGG Zuid (onder MVA verantwoord): In het meest negatieve geval dienen de gronden in zijn geheel gewaardeerd te worden op agrarische waarde. De te hanteren waarde zal dan € 5 P/M2 zijn. Het risico van deze waarde mutatie is € 370.000 (verschil tussen boekwaarde en agrarische waarde). | 50% | Maximaal € 800.000 |
Gemeenschappelijke regelingen Begrotingsoverschrijdingen bij gemeenschappelijke regelingen worden doorbelast aan de gemeente Heerhugowaard. Naast het afzonderlijk in het risicoprofiel opgenomen risico voor de gemeenschappelijke regeling WNK bestaat dit risico ook bij andere gemeenschappelijke regelingen zoals de GGD, RHCA en de veiligheidsregio | 80% | Maximaal € 500.000 |
Sanering Vanadium: Bij de herinrichting van de Rivierenwijk is duidelijk geworden dat het in het verleden gebruikte slakkenzand verontreinigd is met de stof Vanadium. Voor de kosten van sanering, bij vooral de Rivierenwijk, over de periode 2017 t/m 2020 wordt een reserve gevormd van € 2,5 miljoen. Pas vanaf 2025 staan werkzaamheden ingepland waarbij het risico bestaat dat sanering nodig is van verontreinigd slakkenzand. De omvang van dit risico wordt met de huidige kennis op maximaal € 4 miljoen ingeschat | 10% | Maximaal € 4.000.000 |
Totaal grote risico’s | | € 25.100.000 |
Overige risico’s | | € 45.175.000 |
Totaal alle risico’s | | € 70.275.000 |