Naam | Purmerend |
---|---|
Code | 439 |
Provincie | Noord-Holland |
Inwonertal | 79983 |
2018
Categorie | Risico | Kans | Max. impact | Gewogen bedrag |
---|---|---|---|---|
BUIG | Participatiewet -inkomensdeel | None | None | 2000000.0 |
Sociaal domein | Wmo, Jeugdwet en Participatiewet | None | None | None |
Bodemsanering | Asbestsaneringen | None | None | 500000.0 |
Grondexploitatie | Grondexploitaties | None | None | 5100000.0 |
Personeel | Wachtgeld wethouders | None | None | 1000000.0 |
Overig | Lokaal referendum | None | None | 240000.0 |
Personeel | Loon/prijsstijgingen | None | None | 1200000.0 |
Belasting | Vennootschapsbelasting | None | None | 1000000.0 |
Personeel | Pensioenpremies bestuurders | None | None | 130000.0 |
Dividend/Rente | Renterisico | None | None | 1600000.0 |
Gemeentefonds | Gemeentefonds | None | None | 2000000.0 |
Grondexploitatie | Uitgifte Baanstee-Noord | None | None | 750000.0 |
Onderdeel/Omvang/Duiding (bedragen x 1.000) | Telt mee voor |
---|---|
Onderdeel: Stille reserves Omvang: Maximaal € 2.000 Duiding: De te verkopen panden en gronden waar bij de verkoop een netto boekwinst kan worden gerealiseerd. Omdat de boekwinst al is verwerkt in de begroting is hier geen bijdrage aan de beschikbare weerstandscapaciteit. | € 0 |
Onderdeel: Onbenutte belastingcapaciteit Omvang: Circa € 4.159 Duiding: Het verschil tussen het belasting OZB in Purmerend en 120% van het landelijk gemiddelde. Tot het niveau van 120% zal hoe dan ook geen sprake zijn van toelating tot artikel 12. In Purmerend is de keuze gemaakt om als laatste maatregel de OZB te verhogen. De onbenutte belastingcapaciteit wordt daarom niet meegeteld als beschikbare weerstandscapaciteit. De tarieven voor de overige heffingen zoals de afvalstoffenheffing en de rioolheffing zijn volledig kostendekkend. | € 0 |
Onderdeel: Ombuigingspotentieel Omvang: € 0 Duiding: Via de kadernota en begroting is steeds actief gestuurd op ombuigingsmogelijkheden, hiermee wordt steeds ruimte gevonden voor structurele nieuwe uitgaven.Daardoor resteert er nauwelijks ombuigingspotentieel. | € 0 |
Onderdeel: Bestemmingsreserves Omvang: Circa € 9.800 Duiding: De bestemmingsreserves hebben een specifiek door de raad vastgesteld bestedingsdoel. Deze doelen zijn bewust gekozen, de reserves zijn daarmee volledig geprogrammeerd. Binnen een tijdsbestek van 4 jaar komen de reserves in principe tot besteding. Daarmee zijn de reserves niet direct beschikbaar als weerstandscapaciteit. | € 0 |
Onderdeel: Algemene reserve Omvang: € 18.453 Duiding: In de periode tot en met 2021 stijgt de reserve en zal rond het niveau van € 25 miljoen uitkomen. | € 18.453 |
Beschikbare weerstandscapaciteit eind 2017 | € 18.453 |
Onderwerp/omschrijving/beheersmaatregel | Huidige opname (x 1.000) |
---|---|
Onderwerp: Participatiewet -inkomensdeel Omschrijving: Op basis van de Participatiewet verstrekt de gemeente uitkeringen om te kunnen voorzien in het levensonderhoud. Het aantal uitkeringen en de omvang hiervan is voor de gemeente niet goed te beïnvloeden. Voor deze lasten ontvangt de gemeente een aandeel uit het landelijke macrobudget, dit aandeel wijzigt gedurende het jaar nauwelijks. De omvang van het macrobudget wordt landelijk wel bijgesteld als het aantal uitkeringsontvangers landelijk toeneemt. De Purmerendse situatie hoeft zich niet op een gelijke manier te ontwikkelen als het landelijk gemiddelde. Als in Purmerend de ontwikkeling negatief afwijkt van het landelijk gemiddelde, treedt er een financieel nadeel op. De eerste 7,5% is daarbij voor rekening van Purmerend. De afgelopen jaren was sprake van een overschot. Vanaf 2017 wordt een nadeel verwacht door wijzigingen in het objectieve verdeelmodel. De kans op afwijkingen is groot. In de situatie dat er sprake is van een nadeel van meer dan 7,5% kan onder bepaalde voorwaarden een beroep worden gedaan op een landelijke regeling. Voor de afwijkingen in enig jaar geldt dat deze moeten worden opgevangen in het weerstandsvermogen van de gemeente. Het risico in de uitvoering van het inkomensdeel van de Wwb kan oplopen van € 1,5 tot € 2 miljoen per jaar. Voor de waardering van het risico wordt uitgegaan van een bedrag van € 2 miljoen. Beheersmaatregel: Dit risico is gewijzigd ten opzichte van de begroting 2017. | € 2.000 |
Onderwerp: Wmo, Jeugdwet en Participatiewet Omschrijving: Binnen de beleidskaders kunnen zich sprongen in de uitgaven voordoen doordat voor specifieke inwoners plotseling dure voorzieningen moeten worden getroffen. Hiervoor is in de begroting weliswaar ruimte opgenomen, maar er is nog onvoldoende ervaring met hoe dit uitpakt. Beheersmaatregel: Voor de risico’s is een bestemmingsreserve ingesteld. De bestemmingsreserve bevat daarnaast ook ruimte voor transformatie en innovaties in de uitvoering. Daarmee is het risico voorlopig afdoende afgedekt. Met het oog op de verwachting dat de budgetten vanaf 2017 verder zullen dalen en de risico's die hier mee samenhangen, wordt voorgesteld extra middelen toe te voegen aan de reserve risico's 3D. Daarmee is het risico voorlopig afdoende afgedekt. | € 0 |
Onderwerp: Asbestsaneringen Omschrijving: In een aantal gemeentelijke panden, waaronder onderwijsgebouwen, is asbest toegepast. Naar de aanwezigheid van asbest en de mogelijkheden tot sanering is meerdere malen onderzoek gedaan. In een aantal gebouwen is de aanwezige asbest niet verwijderd en kan dit alleen gebeuren als bouwkundige werkzaamheden plaatsvinden. Zolang deze werkzaamheden niet plaatsvinden is er een risico. Voor de saneringen is eerder een bestemmingsreserve ingesteld. Omdat de wens bestaat om zo weinig mogelijk reserves aan te houden, worden nu asbestsaneringen, anders dan in onderwijsgebouwen, bekostigd uit de algemene reserve. Als een situatie zich voordoet, worden de werkzaamheden opgepakt en de begroting aangepast. De omvang laat zich niet goed wegen. Als stelpost wordt daarom rekening gehouden met € 0,5 miljoen. Beheersmaatregel: Er worden geen aparte beheersmaatregelen ingezet. | € 500 |
Onderwerp: Grondexploitaties Omschrijving: In de grondexploitaties zijn zogenaamde conjuncturele risico’s en specifieke projectrisico’s benoemd. Conjuncturele risico’s zijn algemene stagnatie van de verkoop (uitgaven en de inkomsten liggen twee jaar stil, in die tijd is er wel een rentelast) en lagere verkoopprijzen. Als belangrijk projectrisico is in de meerjarenprognose gronden opgenomen een minder gunstige verkoop op het bedrijventerrein Baanstee-Noord. Het benodigde weerstandsvermogen voor Baanstee-Noord bedraagt € 4,06 miljoen. De omvang van het risico is ten opzichte van de begroting 2016 afgenomen met € 6,6 miljoen door meer gronduitgiftes dan geraamd en een verbeterd marktperspectief op lange termijn. Voor de grondexploitaties van de woningbouwlocaties Kop West, Klein Where, Wheermolen West Parkzone en Brantjesstraat wordt totaal €1,08 miljoen weerstandvermogen aangehouden. Met name is gerekend met de consequenties van conjuncturele risico’s als gevolg van vertraging in de uitgifte van kavels en minder opbrengststijging dan geraamd. Beheersmaatregel: Per grondexploitatie zijn specifieke maatregelen genomen om het beslag op het weerstandsvermogen te beperken. | € 5.100 |
Onderwerp: Wachtgeld wethouders Omschrijving: Na het aftreden van wethouders voor het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd is er een recht op wachtgeld. De maximale wachtgeldverplichting voor de gemeente bedraagt circa € 1,2 miljoen. Het is onwaarschijnlijk dat het volledige college tegelijkertijd aftreedt, niet wordt herbenoemd en volledig gebruik maakt van het recht op wachtgeld. Bij de komende gemeenteraadsverkiezingen van 2018 zullen naar verwachting wachtgeldverplichtingen ontstaan. Beheersmaatregel: Er is geen aparte beheersmaatregel getroffen. Indien een bestuurder gebruik maakt van wachtgeld wordt de maximale wachtgeldverplichting in de loop van het jaar van aftreden gestort in een wachtgeldvoorziening. Indien sprake is van een terugkeerrecht in een betaalde functie voor het aanvaarden van het ambt, kan de wachtgeldverplichting lager worden ingeschat dan het maximum. | € 1.000 |
Onderwerp: Lokaal referendum Omschrijving: De omvang van dit risico is ongewijzigd ten opzichte van de begroting 2017. Beheersmaatregel: Niet van toepassing | € 240 |
Onderwerp: Loon/prijsstijgingen Omschrijving: Indien in het lopende begrotingsjaar de lonen of prijzen significant meer stijgen dan begroot, zijn er weinig mogelijkheden om de hieruit voortvloeiende hogere lasten op te kunnen vangen. De tarieven voor het lopende jaar zijn vastgesteld en pas per januari van het volgende jaar kunnen deze worden verhoogd. De omvang van dit risico is ongewijzigd ten opzichte van de begroting 2017. Verder bestaat de kans dat de loonkosten stijgen als gevolg van exogene factoren. Het betreffen wijzigingen in de percentages van de pensioenpremie en wijzigingen in diverse grondslagen en premies, bijvoorbeeld met betrekking tot WAO/WIA, zorgverzekeringswet, werkgeversbijdrage IPAP en levensloop. Beheersmaatregel: Het hogere loon- en prijsniveau wordt in de begroting verwerkt. Hierdoor blijft er minder ruimte over voor nieuwe beleidskeuzes of zal er zelfs moeten worden bezuinigd als er geen sluitende meerjarenbegroting kan worden opgesteld. Voor de loon- en prijsstijgingen wordt in de meerjarenbegroting uitgegaan van een gemiddeld niveau van inflatie van 1,5% per jaar. Voor de stijging van de loonkosten is er een afhankelijkheid van landelijke cao-afspraken en premie-effecten in de pensioenen. | € 1.200 |
Onderwerp: Vennootschapsbelasting Omschrijving: Met ingang van 2016 zijn gemeenten vennootschapsbelastingplichtig. Voor de ondernemersactiviteiten wordt jaarlijks een aangifte gedaan, tenzij de gemeente hiervan is vrijgesteld. Dit onderwerp was als risico opgenomen in de begroting 2016 omdat onduidelijk was of de al begrote winsten kunnen worden gerealiseerd of dat hiervan vennootschapsbelasting (Vpb) moet worden afgetrokken. Op basis van recente inzichten is er reden om hiervoor een bedrag op te nemen in het benodigd weerstandsvermogen. Beheersmaatregel: Ontwikkeling Meerjarenprogramma Grondexploitaties (MPG) | € 1.000 |
Onderwerp: Pensioenpremies bestuurders Omschrijving: Voor pensioenen van (ex-)bestuurders zijn afkoopsommen betaald en worden jaarlijks premies gestort. Als gevolg van de dalende rentestanden kunnen eerdere afkoopsommen en betaalde premies ontoereikend blijken voor de dekking van de pensioenverplichting. In 2016 is in dit verband een extra last opgetreden van € 0,13 miljoen. Omdat de rekenrentes uitgaan van een voortschrijdend gemiddelde, kan deze rente nog verder dalen. De kans op verdere daling is voor de korte termijn (de komende drie jaar) groot. Op langere termijn kan er weer sprake zijn van een stijging van de rekenrente. In het benodigde weerstandsvermogen wordt rekening gehouden met verdere daling van de rekenrente van nog eens 0,30%. De omvang van dit risico is gewijzigd ten opzichte van de begroting 2017. Toen werd uitgegaan van een risicovan nihil. Beheersmaatregel: Er is geen beheersmaatregel tegen de ontwikkelingen op de geldmarkt. | € 130 |
Onderwerp: Renterisico Omschrijving: De gemeente trekt langlopende leningen aan om in de eigen financieringsbehoefte te voorzien. De financieringsbehoefte zal de komende jaren naar verwachting afnemen door de afloop van bestaande leningen en de omvang van voorgenomen investeringen. De jaarlijkse kosten van de financieringsbehoefte (rentelasten) worden bepaald door de omvang van de bestaande leningenportefeuille, de financieringsbehoefte als gevolg van voorgenomen investeringen en de van toepassing zijnde rentetarieven. De afgelopen jaren waren niet voldoende liquiditeiten beschikbaar zodat het nodig was om op de kapitaalmarkt leningen aan te trekken. Gezien de afname in de voorgenomen investeringen van Purmerend zal er naar verwachting vanaf 2017 een lagere financieringsbehoefte ontstaan. In de financieringsbehoefte houdt Purmerend rekening met een jaarlijkse lichte stijging van de rente met 0,1%. Bij een netto jaarlijkse financieringsbehoefte van circa € 40 miljoen en een stijging van de rente van 1% bedraagt de toename van de rentelasten jaarlijks structureel circa € 0,4 mln. Voor de waardering van het risico wordt uitgegaan van een bedrag van €1,6 miljoen. Beheersmaatregel: Via het zogeheten renteomslagpercentage worden de rentelasten toegerekend aan de programma's waarvoor sprake is van een financieringsbehoefte. Het renteomslagpercentage wordt berekend op basis van de uitgangspunten van de door raad vastgestelde begroting. Verder wordt de financieringsbehoefte periodiek meerjarig bepaald en wordt beoordeeld of incidenteel dan wel structureel tot afdekking van het renterisico dient te worden overgegaan. | € 1.600 |
Onderwerp: Gemeentefonds Omschrijving: Risico is dat de inkomsten uit het gemeentefonds afwijken van wat in de begroting is geraamd. Dit betreft ontwikkelingen in het accres, in de verdeelmaatstaven en effecten taakmutaties. In de begroting worden met deze ontwikkelingen normaliter rekening gehouden. Gezien de dynamiek in het fonds en een generieke opschalingskorting die doorloopt tot en met 2025 is de maximale impact van dit risico € 2 miljoen. Beheersmaatregel: Op de voet volgen van ontwikkelingen (circuliaires /rijksbegroting). | € 2.000 |
Onderwerp: Uitgifte Baanstee-Noord Omschrijving: Er is een juridisch geschil onstaan bij de gronduitgifte van Baanstee -Noord. De gemeente Purmerend heeft een claim ontvangen van € 750.000. Juridische procedure loopt nog. | € 750 |
Totaal benodigd weerstandsvermogen: | € 15.520 |
(Bedragen x € 1 miljoen) | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 |
---|---|---|---|---|---|
Beschikbare weerstandscapaciteit | 12,6 | 18,5 | 19,4 | 20,7 | 22,8 |
Benodigd weerstandsvermogen | 14,9 | 15,5 | 15,5 | 15,5 | 15,5 |
Ratio | 0,85 | 1,19 | 1,25 | 1,34 | 1,47 |
Activa (bedragen x € 1.000) | 1-1-2018 | 1-1-2019 | 1-1-2020 | 1-1-2021 |
---|---|---|---|---|
Immateriele vaste activa | - | - | - | - |
Materiele vaste activa | 254.488 | 254.420 | 256.478 | 254.970 |
Totaal (Im-)materiele vaste activa | 254.488 | 254.420 | 256.478 | 254.970 |
Financiële vaste activa | 57.156 | 56.561 | 55.964 | 55.364 |
Bijdrage aan derden | 381 | 362 | 342 | 323 |
Onderhanden werk inclusief bouwgrond in exploitatie | 45.139 | 38.518 | 33.813 | 28.924 |
Voorziening Grexen | -988 | -175 | -94 | -94 |
Overige grond- en hulpstoffen | 309 | 306 | 317 | 237 |
Totaal voorraden | 44.460 | 38.649 | 34.036 | 29.066 |
Kortlopende vorderingen | 17.967 | 18.147 | 18.406 | 13.650 |
Liquide middelen | -30.527 | -27.951 | -25.302 | -12.479 |
Overlopende activa | 3.088 | 3.469 | 4.051 | 3.918 |
BALANSTOTAAL DEBET | 347.013 | 343.657 | 343.976 | 344.812 |
Passiva (bedragen x € 1.000) | 1-1-2018 | 1-1-2019 | 1-1-2020 | 1-1-2021 |
Eigen vermogen | 25.086 | 24.591 | 26.219 | 28.745 |
Voorzieningen | 4.646 | 4.337 | 3.749 | 3.123 |
Totaal eigen vermogen en voorzieningen | 29.732 | 28.928 | 29.967 | 31.868 |
Langlopende leningen Algemene dienst/Woningbouw | 278.682 | 278.542 | 280.689 | 283.829 |
Overige langlopende schulden | 8.000 | 8.000 | 8.000 | 8.000 |
Totaal langlopende schuld | 286.682 | 286.542 | 288.689 | 291.829 |
Kortlopende schulden (incl. crediteuren) | 15.478 | 13.151 | 11.301 | 7.838 |
Overlopende passiva | 15.122 | 15.036 | 14.019 | 13.276 |
BALANSTOTAAL CREDIT | 347.013 | 343.657 | 343.976 | 344.812 |
Rekening 2016 | Begroting 2017 | Begroting 2018 | Begroting 2019 | Begroting 2020 | Begroting 2021 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|
1A | Netto schuldquote | 123,8% | 140,4% | 146,1% | 145,0% | 144,0% | 139,8% |
1B | Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle leningen | 99,4% | 114,0% | 118,3% | 115,4% | 116,6% | 114,0% |
2 | Solvabiliteitsratio | 9,3% | 8,3% | 8,6% | 8,4% | 8,7% | 9,2% |
3 | Grondexploitatie | 22,2% | 27,2% | 27,0% | 26,4% | 23,6% | 21,4% |
4 | Structurele exploitatieruimte | 5,5% | -0,4% | -0,2% | 0,0% | 0,4% | 0,4% |
5 | Belastingcapaciteit | 103,0% | 103,1% | 95,4% | 95,4% | 95,4% | 95,4% |
2019
Categorie | Risico | Kans | Max. impact | Gewogen bedrag |
---|---|---|---|---|
Overig | Lokaal referendum | None | None | 240000.0 |
Personeel | Loon/prijsstijgingen | None | None | 1200000.0 |
BUIG | Participatiewet-inkomensdeel | None | None | 1500000.0 |
Sociaal domein | WMO, Jeugdwet en Participatiewet | None | None | None |
Bodemsanering | Asbestsaneringen | None | None | 500000.0 |
Grondexploitatie | Grondexploitaties | None | None | 7700000.0 |
Belasting | Vennootschapsbelasting | None | None | 600000.0 |
Personeel | Wachtgeld wethouders | None | None | 1000000.0 |
Personeel | Pensioenpremies bestuurders | None | None | 110000.0 |
Sociaal domein | Eigenrisicodrager werkhervatting gedeeltelijk arbeidsongeschikten | None | None | 690000.0 |
Dividend/Rente | Renterisico | None | None | 1600000.0 |
Gemeentefonds | Gemeentefonds | None | None | 2200000.0 |
2020
Categorie | Risico | Kans | Max. impact | Gewogen bedrag |
---|---|---|---|---|
BUIG | Participatiewet-inkomensdeel | None | None | 1000000.0 |
Sociaal domein | Wmo, Jeugdwet en Participatiewet | None | None | None |
Kapitaalgoederen | Asbestsaneringen | None | None | 500000.0 |
Energietransitie | Proeftuin aardgasvrije wijken | None | None | 50000.0 |
Kapitaalgoederen | MeerjarenOnderhoudsPlan (MJOP's) vastgoed | None | None | None |
Grondexploitatie | Grondexploitaties | None | None | 6960000.0 |
Overig | Lokaal referendum | None | None | 240000.0 |
Overig | Verkiezingen | None | None | 160000.0 |
Informatieveiligheid | AVG | None | None | 20000.0 |
Personeel | Loon/prijsstijgingen | None | None | 1300000.0 |
Personeel | Pensioenpremies bestuurders | None | None | 110000.0 |
Personeel | Wachtgeld wethouders | None | None | 1000000.0 |
Sociaal domein | Eigenrisicodrager werkhervatting gedeeltelijk arbeidsongeschikten | None | None | 690000.0 |
Dividend/Rente | Renterisico | None | None | 1600000.0 |
Belasting | Vennootschapsbelasting | None | None | 250000.0 |
Gemeentefonds | Gemeentefonds | None | None | 2500000.0 |
0 | 1 | 2 | 3 | |
---|---|---|---|---|
0 | ||||
1 | ,| | Dienslverleningsovereenkomsten van contractgemeenten worden opgezegd | |:;iff:H""J"il"** | dienstverleningsovereenkomsten misgelopen en organ¡satie moet weer worden afgestemd op vraag |
2 | 2 | Overgedragen taken leiden tot e)dra cnvoor¿¡ene werkzaamheden | e)dra plustaken llnbrens | Meer inhuur nodig dan voorzien |
3 | 3 | Subsidies die personeelskosten dekken worden stopgezet | wordt stopgezet lSubsidie | fekkingsprobleem vaste lpersoneelsllasten |
4 | 4 | Niet voldoen aan subsidievoorwaarden waardoor subsidies terugbetaald dienen te worden | IODU of partij aan wie ODIJ subsidie ldoorzet voldoet niet aan lsubsidievoomaarden I | Subsidies moeten worden lerugbetaald |
5 | 5 | a.g.v. onjuiste handhaving | ontstaat een calamiteit door van medewefker vân | ODU krijgt een claim |
6 | 6 | lVlarktwaarde renteswap lager dan afgesproken waardoor om extra dekking verzocht wordt (fìnanciering huisvesting) | rente daalt lu"n"o'" | Rabobank verzoekt ODIJ om extra dekking |
7 | 7 | Vertrek of langdurige afwezigheid medewerkers op sleutelposities (Ðirecteur, lCT, P&O of fìnanciën) | oorzaken, bijv. ziekte lo'""" | Extra personeels-/pensioenlasten zijn n¡et meer uit'inhuur derden'te [inancieren |
8 | I | Ontslag van medewerkers | lDoor slechte arbeidsrelaties, wil OD lmedewerkers lontslaan I | Aanvulling op WW en dergelijke kosten leiden in geval van ontslag tot hogere personëelslasten dan voozien |
9 | I | Uittreding van een gemeente u¡t de gemeenschappelijke regeling | ffi:tii 'j:"-il,i:å"åi" ri^i | N¡et alle kosten kunnen op uittreder verhaald worden, deel frictiekosten komt voor rekening ODIJ |
0 | 1 | 2 | 3 | 4 | |
---|---|---|---|---|---|
0 | Ratio's | Realisat¡e Eegrot¡ng Begroting | Meeriarenram ¡ng | ||
1 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 2022 2023 | |
2 | l,letto schuldquote | o.ssl | 0,33 | 0,30 | 0,33 0,32 0,32 |
3 | l.,leJto schuidduôlê dêcorr vôôr verstr len¡nden | o :sl | 033 | 030 | 033 o32 o32 |
4 | Solvabiliteitsralio | 5.6%l | 4.70/" | 4.So/, | 4.60/. 4.20/. 3.90/. |
5 | Structurele exDlo¡tatieru¡nle | -0.3%l | -o.5% | 0.svî | 0.0% 0.0% 0.6% |