Naam | Oosterhout |
---|---|
Code | 826 |
Provincie | Noord-Brabant |
Inwonertal | 55147 |
2018
Categorie | Risico | Kans | Max. impact | Gewogen bedrag |
---|---|---|---|---|
Gemeentefonds | Algemene uitkering | None | None | 660000.0 |
Sociaal domein | Decentralisatie van taken richting gemeenten | None | None | 2000000.0 |
Sociaal domein | Hulp bij het Huishouden | None | None | 493500.0 |
GR / Verbonden partijen | Verbonden partijen / Gemeenschappelijke regelingen | None | None | 447850.0 |
GR / Verbonden partijen | Ontwikkeling WSW bedrijf WAVA/ !GO | None | None | 340000.0 |
Juridisch, aansprakelijkheid, claims | Attero | None | None | 350000.0 |
Belasting | Afval algemeen | None | None | 230000.0 |
Dividend/Rente | Rente / treasury | None | None | 300000.0 |
GR / Verbonden partijen | Achtervang gewaarborgde geldleningen | None | None | 2020000.0 |
GR / Verbonden partijen | Garantstellingen | None | None | 120000.0 |
Informatieveiligheid | Informatiebeveiliging | None | None | 820000.0 |
Belasting | BTW over opbrengsten parkeren op straat | None | None | 250000.0 |
Grondexploitatie | Parkeerexploitatie / Parkeergarage Basiliek | None | None | 200000.0 |
Kapitaalgoederen | Onderhoud kapitaalgoederen | None | None | None |
Grondexploitatie | Conjuncturele ontwikkelingen bouwkosten | None | None | 4500000.0 |
Grondexploitatie | Grondexploitaties algemeen | None | None | 6720000.0 |
Grondexploitatie | De Contreie | None | None | None |
Grondexploitatie | Ontwikkeling Santrijngebied excl. parkeergarage | None | None | None |
Grondexploitatie | Zwaaikom | None | None | None |
Grondexploitatie | Herontwikkeling Slotjes Midden | None | None | None |
0 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
0 | Waarde 2018* | Tarief 2017 | Tarief artikel 12 (2018) | Bruto Opbrengst 2018 | Bruto opbrengst tarief art 12 | Onbenutt e capaciteit | |
1 | - woningen eigenaar | 5.288.85 5 | 0,1214 % | 0,1952% | 6.208 | 10.324 | 3.903 |
2 | - niet woningen eigenaar | 1.538.41 0 | 0,1978 % | 0,1952% | 3.021 | 3.003 | -40 |
3 | - niet woningen gebruiker | 1.314.78 0 | 0,1553 % | 0,1952% | 2.164 | 2.566 | 525 |
4 | Totaal | 11.393 | 15.893 | 4.388 |
0 | 1 | 2 | 3 | 4 | |
---|---|---|---|---|---|
0 | Incidentele weerstandscapaciteit | Jaarrekening 2015 | Jaarrekening 2016 | Begroting 2017 | Begroting 2018 |
1 | Algemene reserves | 5.283 | 5.283 | 5.283 | 5.283 |
2 | Vrije reserve | 19.878 | 25.515 | 26.397 | 24.539 |
3 | Reserves grondexploitatie | 25.421 | 26.439 | 20.689 | 17.334 |
4 | Overige bestemmingsreserves* | 13.371 | 12.275 | 12.065 | 9.735 |
5 | Totaal | 63.953 | 69.512 | 64.434 | 56.891 |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Incidentele weerstandscapaciteit | Ultimo 2018 |
1 | Algemene reserves | 5.283 |
2 | Vrije reserve* | 9.900 |
3 | Reserve grondexploitatie** | 13.260 |
4 | Overige bestemmingsreserves*** | 7.786 |
5 | Totaal | 36.229 |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Algemene uitkering | |
1 | Omschrijving: | De hoogte van het gemeentefonds is afhankelijk van de uitgaven die het rijk doet. Dit noemen we ‘samen de trap op en samen de trap af’. Wanneer de rijksoverheid minder uitgeeft, ontvangen we als gemeente ook minder algemene uitkering. Het tempo en hoogte van het economisch herstel zijn hierbij belangrijk en geeft dat de hoogte van de algemene uitkering moeilijk voorspelbaar is. Reeds verschillende malen hebben |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | rijksbezuinigingen er toe geleid dat de gemeente fors gekort wordt in haar grootste inkomsten. Dit risico blijft aanwezig. | |
1 | Impact: | De afgelopen jaren is de hoogte van de algemene uitkering zeer wisselend geweest. Hierdoor is er weinig tijd geweest om kortingen adequaat op te vangen. |
2 | Financiële impact: | 660.000 € |
3 | Maatregelen: | De beheersing rondom de algemene uitkering is een onderdeel van onze P&C- cyclus. Hiervoor maken we periodiek (na elke circulaire) een analyse op van de gevolgen voor de gemeente Oosterhout. Eventuele tekorten cq. overschotten als gevolg van een lagere of hogere algemene uitkering worden in het financiële beeld van het eerstvolgend P&C-product meegenomen. Hierbij hanteren wij in beginsel het uitgangspunt “in = uit”. Bij het Rijk is (namens wethouders financiën van 70 gemeenten) aandacht gevraagd voor meer stabiliteit en voorspelbaarheid van de algemene uitkering, zodat de gemeente tijdig kan inspelen op veranderingen. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Decentralisatie van taken richting gemeenten | |
1 | Omschrijving: | Per 1 januari 2015 zijn er taken op het gebied van jeugdzorg, AWBZ en de participatiewet overgeheveld van het Rijk naar de gemeenten. Deze overheveling gaat gepaard met gelijktijdige budgetverlagingen vanuit het Rijk. Na de eerste twee overgangsjaren zijn (financiële) nadelen ten opzichte van de begroting niet erg waarschijnlijk. Echter de voorbije periode is nog onvoldoende geïnvesteerd in de benodigde transformatie binnen deze taken. Hierdoor loopt de gemeente in de toekomst het risico van budgetoverschrijdingen. |
2 | Impact: | P Transitie AWBZ naar Wmo 2015 Na twee overgangsjaren moet in 2017 de balans zijn opgemaakt en waar nodig duurzame bijstellingen en beheersmaatregelen worden voorbereid/ingevoerd. Beheersmaatregelen zijn nodig om met de beschikbare middelen een zo optimaal mogelijk voorzieningenniveau te kunnen blijven bewerkstelligen. Denk hierbij aan preventieve aanpak en de verschuiving van individuele naar algemene voorzieningen. Risico is dat deze maatregelen in 2017 nog onvoldoende van de grond komen/opleveren en dat hiervoor extra inzet nodig is. articipatiewet Met de komst van de Participatiewet is er geen instroom in de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) meer mogelijk. De Participatiewet biedt echter wel de mogelijkheid van een vorm van beschut werk. Met ingang van 1 januari 2017 is de Participatiewet gewijzigd en heeft de inzet van de Participatievoorziening beschut werk verplicht gesteld. Deze verplichting wordt overigens wel beperkt tot een maximum aantal plaatsen per gemeente dat door het Rijk wordt vastgesteld. Voor Oosterhout gaat het om een maximum van 9 plaatsen tot en met 2017 en 16 plaatsen tot en met 2018. De verplichtstelling van beschut werk betekent dat de gemeente er minder op kan sturen om beschut werk vooral in te zetten voor personen die een gemeentelijke uitkering ontvangen. Met ingang van 1 januari 2017 is namelijk ook de doelgroep voor beschut werk verruimd en kunnen nu ook personen met een uitkering van het UWV in aanmerking komen voor beschut werk. De kosten hiervan komen voor het grootste deel ten laste van de gemeente. De uitbreiding van de doelgroep |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | J voor beschut werk is echter niet gepaard gegaan met het verhoging van de budgetten die de gemeente hiervoor ontvangt. De banenafspraken die gemaakt zijn in het sociaal akkoord zijn verbonden aan de Participatiewet. Het succes van de Participatiewet is mede afhankelijk van de realisatie van deze banenafspraak. Volgens de eerste meting liep de invulling van deze banenafspraak op schema, maar de huidige signalen geven aan dat het aantal banen voor personen met arbeidsbeperking stagneert. Voor de gemeente betekent dit het risico dat het moeilijker is om personen met een arbeidsbeperking aan het werk te helpen. Deze groep moet dan een beroep blijven doen op een uitkering op grond van de Participatiewet. Voor de Participatiewet ontvangt de gemeente verschillende budgetten van het Rijk. Het Buig-budget is bedoeld voor de dekking van de uitkeringskosten en daarnaast voor de kosten van structurele loonkostensubsidie voor personen met een arbeidsbeperking (inclusief beschut werk). Voor de kosten van de ‘oude’ Wsw en re-integratieactiviteiten ontvangt de gemeente als onderdeel van de uitkering sociaal domein een participatiebudget. Ook de kosten van begeleiding van personen met een arbeidsbeperking die een dienstverband hebben (inclusief beschut werk) dienen uit dit budget betaald te worden. Voor het Buig-budget geldt dat er op verschillende vlakken sprake is van onzekerheid en hiermee dus van risico’s. In de eerste plaats de hoogte van het macro-budget en de hoogte hiervan. Het definitieve budget wordt pas in september van het lopende jaar vastgesteld, dus er blijft het grootste deel van het jaar sprake van onzekerheid. De verdeling van het macrobudget vindt plaats via een verdeelmodel. Dit verdeelmodel is echter nog steeds aan verandering onderhevig. Een ander aspect waarbij er sprake is van onzekerheid is het beroep dat er gedaan wordt op uitkeringen en de structurele loonkostensubsidie. Het Participatiebudget daalt als gevolg van het feit dat er minder middelen beschikbaar komen voor de ‘oude’ Wsw. De werkelijke daling van het aantal Wsw-ers hoeft echter niet synchroon te lopen met de daling van het budget. eugdzorg Voor de uitvoering van de jeugdzorgtaken en het organiseren van het nieuwe jeugdzorgstelsel ontvangt de gemeente jaarlijks middelen via het gemeentefonds. De afgelopen jaren is dit budget, mede door de invoering van het objectieve verdeelmodel in 2016 en de bezuinigingen, sterk aan verandering onderhevig geweest. Zoals het er nu uitziet bereikt het rijksbudget in 2018 het niveau waarop het de komende jaren gehandhaafd blijft. Op basis van de huidige prognoses staat het budget voor de jeugdzorg onder druk. De kortingen die het Rijk doorvoert op het budget voor de jeugdzorg zijn zowel qua hoogte als qua tempo fors te noemen. Er bestaat echter een risico dat door de kortingen het budget onvoldoende toereikend zal zijn om de transformatiedoelen te behalen. Mogelijk leidt dit tot overschrijding van het budget. Om ook op de langere termijn effectieve passende zorg te kunnen bieden én de kosten hiervoor binnen de perken te blijven houden is het van belang om de ingezette transformatie verder vorm te geven. Er moet nog concreter een omslag gemaakt worden naar meer preventie en het bieden van juiste en integrale hulp in een vroeger stadium. | |
1 | Financiële impact: | 2.000.000 € |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Maatregelen: | In de begroting zijn de drie transities budgetneutraal opgenomen. Ook de toegepaste budgetkortingen vanuit het Rijk zijn integraal verwerkt in de beschikbare budgetten. Daarnaast is er een bestemmingsreserve sociaal domein gevormd waarin ultimo 2017 bijna € 8,6 miljo en in aanwezig is. Hierdoor kunnen eventuele tegenvallers op het gebied van de transities worden opgevangen en daarnaast werk te maken van de benodigde transformatie / innovatie binnen het sociaal domein. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Hulp bij het Huishouden | |
1 | Omschrijving: | De hulp bij het huishouden is in 2017 in de Verordening maatschappelijke ondersteuning 2017 gemeente Oosterhout als maatwerkvoorziening opgenomen. |
2 | Impact: | In 2017 is de overgang van huishoudelijke hulp vergoed via bijzondere bijstand naar de Wmo 2015 afgerond. Het aantal cliënten hulp bij het huishouden is inzichtelijk en is niet toegenomen ten opzichte van voor de verandering van het beleid in 2015. |
3 | Financiële impact: | Nieuw Wmo-beleid: € 493.500 stru ctureel |
4 | Maatregelen: | De ontwikkelingen in de aantallen cliënten en de uitgaven zullen worden gemonitord via de P&C-cyclus. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Verbonden partijen / Gemeenschappelijke regelingen | |
1 | Omschrijving: | In de paragraaf verbonden partijen wordt inzicht gegeven in de aard, omvang en betekenis van de privaatrechtelijke en publiekrechtelijke organisaties waarin de gemeente Oosterhout een bestuurlijk en/of financieel belang heeft en daarmee ook risico’s loopt. |
2 | Impact: | Verbonden partijen zijn verplicht om in hun begroting en jaarstukken een risicoparagraaf op te nemen waarin de door de verbonden partij onderkende risico’s zijn opgenomen. Over het algemeen is de afspraak gemaakt dat verbonden partijen er geen eigen reserves op na houden, maar dat men zich, in geval een risico zich daadwerkelijk voor doet, wendt tot de deelnemende gemeenten om dit op te vangen. Hiermee loopt de gemeente Oosterhout een direct financieel risico. |
3 | Financiële impact: | Voor een overzicht van de risico’s per verbonden partij wordt verwezen naar de paragraaf verbonden partijen (paragraaf 5.6). De verbonden partijen hebben in hun begroting 2018 weliswaar risico’s benoemd, maar deze zijn veelal niet gekwantificeerd. Hierdoor is het niet mogelijk voor de gemeente Oosterhout om te bepalen hoe hoog het financiële risico is dat wij vanuit de verbonden partijen lopen. De totale bijdrage van de gemeente Oosterhout in 2018 aan de verbonden partijen bedraagt € 8.957.000. Omdat de GR’en de risico’s ve elal nog niet hebben gekwantificeerd wordt nu 5% van dit begrotingstotaal als risicopost opgenomen. |
4 | Maatregelen: | De ontwikkeling van de risicoparagraaf van alle verbonden partijen zal worden gemonitord via vertegenwoordiging in het AB/DB. Gedurende het kalenderjaar zijn er verschillende momenten (bestuursrapportage) om (bij) te sturen op een verbonden partij. |
0 | |
---|---|
0 | Ontwikkeling WSW bedrijf WAVA/ !GO |
1 | Omschrijving: Het budget dat wij van het Rijk ontvangen voor de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) maakt vanaf 2015 onderdeel uit van de integratie-uitkering sociaal domein. De middelen die hierin zitten voor uitvoering van de Wsw zijn onvoldoende om de uitvoering hiervan |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | D door WAVA te dekken. Dit betekent dat er sprake is van een aanvullende gemeentelijke bijdrage. Door verbetering van het bedrijfsresultaat bij WAVA is deze gemeentelijke bijdrage de afgelopen jaren gedaald. Het is echter de vraag of deze verbetering van het bedrijfsresultaat de komende jaren gehandhaafd kan blijven. De meerjarenbegroting van WAVA, zoals WAVA deze heeft opgenomen in het bedrijfsplan 2017, laat een stijging van de gemeentelijke bijdrage zien. Was er in het bedrijfsplan 2016 nog sprake van een totale gemeentelijke bijdrage van € 1.240.000. In het bedrijfsplan 2017 is deze € 1.658.000 en deze s tijgt verder naar meer dan € 2 miljoen in 2019 en 2020. Van deze geme entelijke bijdrage komt ongeveer 45% voor rekening van de gemeente Oosterhout. e Participatiewet heeft grote gevolgen voor WAVA, omdat er geen instroom in de Wsw meer mogelijk is. De Participatiewet biedt slechts voor een beperkte groep personen de mogelijkheid van een vorm van beschut werk. Daarnaast speelt een rol dat het Rijk de Rijksbijdrage per Wsw-er de komende jaren verlaagt. De verlaging van deze Rijksbijdrage wordt onder andere gebaseerd op de te verwachten uitstroom van Wsw-ers. Als de werkelijke uitstroom hierbij achter blijft levert dit een financieel nadeel op. Deze ontwikkelingen brengen het risico met zich mee dat dit tot een hogere gemeentelijke bijdrage gaat leiden. Verder speelt nog een rol dat de middelen die beschikbaar zijn voor de participatievoorziening beschut werk gemiddeld genomen minder zijn de voor de ‘oude’ Wsw. | |
1 | Impact: | Groot |
2 | Financiële impact: | 340.000 € |
3 | Maatregelen: | De zes Dongemondgemeenten trekken gezamenlijk op bij de implementatie en de doorontwikkeling van de Participatiewet. ’ Met de keuzes over de toekomst van WAVA willen we de financiële risico’s zo veel mogelijk beperken. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Attero | |
1 | Omschrijving: | De gewesten in de provincie Noord-Brabant hadden met Attero Zuid B.V. aanbiedingscontracten afgesloten die liepen tot 1 februari 2017 voor wat betreft het brandbaar huishoudelijk restafval. Attero dient aan de verwerker een minimale hoeveelheid restafval van 510 kTon aan te leveren. Vanaf 2011 is deze hoeveelheid niet meer in totaal aangeleverd door de gewesten. Attero is van mening dat zij daarom naheffingsfacturen kan sturen aan de gewesten op basis van een garantie voor de verwerker van het afval, Afvalverbranding ZuidNederland B.V. ('AZN'). Begin 2015 heeft Attero een arbitrage aangespannen tegen de gewesten, omdat de gewesten de facturen voor de naheffing niet hebben betaald. Op 8 januari 2016 is een arbitraal eindvonnis gewezen. Uit het vonnis blijkt dat aan Attero Zuid geen beroep op een garantie toekomt, omdat AZN haar installatie in die jaren op vollast heeft kunnen laten draaien. Naast het huishoudelijk restafval dat afkomstig is van de Brabantse gemeenten, zou Attero Zuid over de jaren 2011-2014 aangevuld hebben met in Zuid-Nederland beschikbaar afval. Het gevolg van de uitspraak is dat Attero Zuid geen naheffing aan de Brabantse gewesten en/of gemeenten in rekening mag brengen en de |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | arbitrage daarmee in het voordeel van de Brabantse gewesten en gemeenten is beslist. Attero heeft deze uitkomst aangevochten in een vernietigingsprocedure voor het Gerechtshof te Den Haag. Ook in deze zaak is de eis van Attero niet toegewezen. Attero heeft (ondanks de recente uitspraken) nieuwe procedures aangespannen voor de jaren 2015-2017. | |
1 | Impact: | Mocht uit een nieuwe arbitrage blijken dat de gewesten ongelijk hebben, dan is het mogelijk dat de gemeenten een naheffing zouden moeten betalen. Het risico is sterk afhankelijk van de uitkomst van deze arbitragezaak. |
2 | Financiële impact: | ca. € 350.000 over de periode 20 15 tot 2017. |
3 | Maatregelen: | De Brabantse gewesten blijven gezamenlijk handelen richting Attero in deze zaak. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Afval algemeen | |
1 | Omschrijving | De afvalbegroting is geen statische begroting. Veel is afhankelijk van niet beïnvloedbare factoren zoals de marktwerking van verwerkingstarieven of prijzen voor de inname van waardevolle recyclebare producten (papier, blik, textiel, etc.), de invoering van (Rijks) belastingen of het daadwerkelijk afvalgedrag van inwoners. In 2016/2017 zal een aantal nieuwe contracten moeten worden gesloten voor de verwerking van verschillende afvalstromen. De tarieven zijn aan marktwerking onderhevig. Op dit moment kan geen betrouwbare inschatting worden gegeven over de daadwerkelijke tarieven. De verwachting is wel dat de inkomsten uit grondstoffen zullen dalen en de kosten voor afvoer zullen stijgen. |
2 | Impact: | Het risico is interen op de egalisatievoorziening. Tariefsmatigingen zoals deze in 2016 hebben plaatsgevonden zetten de egalisatievoorziening verder onder druk. De voorziening mag niet negatief zijn, in dat geval moet worden bijgestort uit de algemene middelen. Dit is in 2016 daadwerkelijk nodig gebleken. |
3 | Financiële impact: | Aan inkomsten uit recyclebare stromen is in de begroting 2018 zo’n € 1,675 miljoen opgenomen. Het totale risico van deze post wordt ingeschat op zo’n 10% hiervan. Daarnaast zijn de afgelopen jaren de kosten voor kwijtschelding en oninbaar fors gestegen, en kunnen ook niet alle ledigingen daadwerkelijk opgelegd worden bij inwoners. Hierin bestaat echter momenteel nog weinig inzicht. Deze effecten worden totaal ingeschat op zo’n € 230.000 per jaar. |
4 | Maatregelen: | - Meedoen aan grote aanbestedingen om gunstige tarieven in contracten vast te leggen - Geen eenmalige tariefsmatiging - Afvalscheiding bevorderen - Grip op bedrijfsvoering houden (efficiency verbetering continue opgave) |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Rente / treasury | |
1 | Omschrijving: | De gemeente Oosterhout heeft geld vanuit de markt aangetrokken om de gewenste investeringen te kunnen realiseren. Momenteel is deze rente erg laag en ook lager dan de intern gehanteerde rekenrente. Hier wordt in de begroting rekening mee gehouden en hierdoor ontstaat ieder jaar extra financiële ruimte binnen de exploitatie. Eventuele verschillen tussen de werkelijke rente en de intern gehanteerde rente |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | kunnen voordelige of nadelige gevolgen hebben voor de begroting. Indien de rente stijgt dan kan dit tot meerjarige budgettaire consequenties (lees extra bezuinigingen) leiden. Per 31 december 2015 is er totaal € 99,4 miljoen aan vreemd vermoge n aanwezig. Een rentestijging van 1% betekent dus al een extra rentebetaling van € 1 miljoen op jaarbasis. | |
1 | Impact: | Jaarlijks wordt in de begroting een inschatting gemaakt van het budgettair effect van de rente. Met ingang van 2017 mag de gemeente (vanwege een wijziging in het BBV) niet meer dan de werkelijk betaalde externe rente doorrekenen naar de gemeentelijke producten, waar voorheen een meerjarig (hoger) gemiddelde werd gehanteerd. Hiermee wordt de gevoeligheid van de begroting voor renteschommelingen ook aanzienlijk vergroot. Voor de beeldvorming: een rentewijziging van 0,1% heeft al direct een budgettair effect van € 100.000. Aangezien de rente momenteel historisch laag staat, is het te verwachten dat deze de komende jaren weer gaat stijgen. Dit betekent dat er dan nadelen ontstaat in de exploitatie. |
2 | Financiële impact: | 300.000 € |
3 | Maatregelen: | Er zijn intern maatregelen genomen om deze risico’s te beheersen en te mitigeren. Deze zijn veelal vastgelegd in het treasurystatuut. Deze risico’s worden beperkt door de renteontwikkeling voortdurend te volgen en verschillende rentevisies naast elkaar te leggen. Daarnaast zorgen we in de leningenportefeuille voor een goede spreiding in looptijd van de leningen. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Parkeerexploitatie / Parkeergarage Basiliek | |
1 | Omschrijving: | Als gevolg van teruglopende bezoekersaantallen aan de binnenstad staan de parkeeropbrengsten onder druk. Daarnaast wordt de parkeergarage Basiliek vooralsnog maar beperkt gebruikt. Vanwege de fixering van de parkeertarieven de komende jaren, kan het parkeerfonds en daarmee de gesloten financiering van het parkeren ernstig onder druk komen staan. |
2 | Impact: | De parkeergarage Basiliek kent een onrendabele top, welke gedekt wordt uit het parkeerfonds. Wanneer de parkeerinkomsten achterblijven en daarmee de leegloop van het parkeerfonds versnelt, betekent dit een verlies voor de gemeente. |
3 | Financiële impact: | 200.000 € |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Maatregelen: | Het parkeerfonds wordt periodiek geactualiseerd op basis van recente ontwikkelingen. Op deze manier kunnen problemen tijdig worden gesignaleerd. De mogelijkheden om in te grijpen zijn echter beperkt. Meer in het algemeen spannen we ons in om de attractiviteit van de binnenstad te vergroten om daarmee een toename van het aantal bezoekers te bereiken. Dit gebeurt o.a. via het actieplan Bruisende Binnenstad, citymarketing (waarbij er ook expliciet aandacht is voor het parkeren) en het inhuren van een professionele binnenstadsmanager. Daarnaast wordt specifiek voor de parkeergarage Basiliek nog gekeken hoe we het gebruik daarvan kunnen stimuleren. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Achtervang gewaarborgde geldleningen | |
1 | Omschrijving: | T De gemeente staat – via een achtervangconstructie – samen met het rijk borg / garant voor de betaling van rente en aflossing van een afgesloten geldlening voor woningbouw die aan corporaties zijn verstrekt via het waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Daarnaast staan gemeente en Rijk garant voor hypotheken die aan particulieren zijn verstrekt via het Nationaal Hypotheken Garantiefonds (NHG). Het primaire risico ligt bij de betreffende corporaties c.q. de particulieren zelf. Met betrekking tot de WSW betreft het een getrapt systeem waarbij de eerste lijn is: als een corporatie niet langer beschikt over voldoende geld, en dus niet meer aan rente- en aflossingsverplichting kan voldoen, kan deze een beroep doen op het saneringsfonds van Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) al dan niet met extra geborgde financiering via WSW. Daarna (tweede lijn) kan de corporatie een beroep doen op aanvullende steun vanuit de buffers van het WSW en de gezamenlijke corporaties. Als deze tweede lijn ook niet toereikend is, kunnen rijk en de gezamenlijke gemeenten worden aangesproken op hun achtervangfunctie (derde lijn). Deze achtervangfunctie bestaat uit het verstrekken van renteloze leningen aan het WSW. Het WSW zal deze leningen te zijner tijd terugbetalen. Daarbij geldt de volgende verdeelsleutel: 50% voor rekening van het rijk, 25% voor rekening van de schadegemeenten en 25% voor rekening van de gezamenlijke Nederlandse Gemeenten. Het verlies blijft door deze constructie beperkt tot een klein aandeel in de rente van de extra geldleningen. en aanzien van per 1 januari 2011 afgegeven borgtochten wordt de volledige achtervangfunctie door het Rijk vervuld. Bij dreigende |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | liquiditeitstekorten in verband met tot en met 31 december 2010 afgegeven borgtochten kan het WEW een beroep doen op achtergestelde, renteloze leningen van het Rijk (50%) en van de gemeenten (50%). | |
1 | Impact: | Het totaal aan gewaarborgde geldleningen met achtervangconstructie bedraagt € 404 miljoen (per 31 december 2016).Dit b estaat voornamelijk uit Waarborgfonds Sociale Woningbouw. Over dit bedrag staat de gemeente voor 50% (€ 202 miljoen) borg. |
2 | Financiële impact: | 2.020.000 € |
3 | Maatregelen: | Het WSW heeft ten doel woningbouwcorporaties tegen een zo laag mogelijke rente geld te laten lenen op de kapitaalmarkt, om zo de kosten van sociale woningbouw te kunnen drukken. Door het risico met andere gemeenten te delen, wordt hierbij het risico van individuele gemeenten beperkt. Bij opzegging van de overeenkomst met WSW zal de gemeente Oosterhout of zelf leningen moeten gaan verstrekken of zelf direct garant moeten gaan staan in de richting van (vooral) Thuisvester dat het risico vergroot. De claim op WSW dient nauwlettend te worden gemonitord. Gezien het feit dat er sprake is van een getrapt systeem is het risico niet theoretisch, maar ook niet groot. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Garantstellingen | |
1 | Omschrijving: | De gemeente staat garant voor de betaling van rente en aflossing van geldleningen aan instellingen, stichtingen of verenigingen die een doel nastreven met een maatschappelijk belang. In alle gevallen geldt dat er sprake moet zijn van bijzondere omstandigheden. Die bijzondere omstandigheid bestaat veelal daarin dat de instelling geen of onvoldoende zekerheid aan de bank kan verstrekken. Daar waar mogelijk vestigt de gemeente zekerheidsrechten. |
2 | Impact: | Samenstelling van de gewaarborgde geldleningen bestaat uit de volgende hoofdposten: (cid:1) Zorgsector: (cid:1) Volkshuisvesting particulieren (door langdurige aflossing op geldleningen en stijging huizenprijzen risico nagenoeg nihil) (cid:1) Volkshuisvesting Thuisvester; (cid:1) Milieu (cid:1) Sport/ Welzijn Tezamen vertegenwoordigen deze (31 december 2016) een waarde van 12,0 miljoen. € |
3 | Financiële impact | 120.000 € |
4 | Maatregelen: | Aan elke garantstelling gaat een draagkrachttoets vooraf en worden waar mogelijk zekerheidsrechten gevestigd. Voorts wordt bedongen dat op leningen wordt afgelost waardoor het risico voor de gemeente geleidelijk afneemt. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Informatiebeveiliging | |
1 | Omschrijving: | Waar de gemeente in steeds grotere mate “digitaal” wordt, groeit de aandacht voor informatieveiligheid. Informatieveiligheid zorgt ervoor dat persoonsgegevens minder snel “op straat” komen. Binnen de gemeente speelt privacy een rol in onze activiteiten gericht op de maatschappij, zoals de invulling van WMO wetgeving, maar ook een rol in de activiteiten van onze interne bedrijfsvoering, zoals een individuele invulling van een pensioenregeling. De privacy van zowel de burger als de ambtenaar moet worden beschermd. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Impact: | Als we hier geen maatregelen voor nemen, is sprake van een grote impact op het privé leven van mensen én ontstaat een negatief imago van de gemeente. Zeker als het gaat om informatie-uitwisseling met ketenpartners in het kader van het Sociaal Domein. |
1 | Financiële impact | Wanneer de gemeente herhaaldelijk onvoldoende oog heeft voor informatieveiligheid en privacy kan de Autoriteit Persoonsgegevens een maximale boete opleggen van € 820.000. Hiernaast ka n de gemeente aansprakelijk worden gesteld voor schade die is opgelopen door individuen als gegevens “op straat” komen. |
2 | Maatregelen: | In 2015 is een project gestart om de risico’s we op dit gebied lopen te onderzoeken en hierop maatregelen te nemen uitgaande van de Baseline Informatiebeveiliging Gemeenten. Veel maatregelen zijn in 2016 genomen en is er een regulier proces voor informatiebeveiliging ingericht. Dit is een structureel onderdeel van de werkzaamheden geworden. Zowel de risico’s als de maatregelen zijn in continue beweging en worden gemonitord door een informatiebeveiligingscoördinator en verschillende interne controles. Belangrijk aandachtspunt blijft de privacy rondom de uitbreiding van digitale informatie en koppeling van gegevensbronnen. In 2016 is in dat kader bijzonder aandacht geweest voor de privacy van gegevens binnen het Sociaal Domein. De gemeenteraad wordt in de eerste helft van 2017 specifieker geïnformeerd over dit onderwerp. In het kader van het project gegevensmanagement is besloten om in het huidige personeelsbudget van de afdeling BCA,1,00 fte (€ 80 .000) beschikbaar te stellen voor een privacy-functionaris die zich geheel moet gaan richten op gegevensbescherming. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | BTW over opbrengsten parkeren op straat | |
1 | Omschrijving: | Momenteel loopt een procedure bij de Hoge Raad of de opbrengsten uit parkeren op straat belast moeten worden met btw. De Advocaat Generaal heeft hiervoor een onafhankelijk advies gegeven dat de gemeente hiermee niet als overheid handelt, maar als ondernemer vergelijkbaar met het parkeren achter een slagboom. |
2 | Impact: | De opbrengsten van het parkeren op straat worden 21% lager door de af te dragen btw hierover. |
3 | Financiële impact: | 250.000 € |
4 | Maatregelen: | Het stringent bewaken van de uitspraken door de Hoge Raad en mogelijk de uitspraken van het Hof van Justitie. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Onderhoud kapitaalgoederen | |
1 | Omschrijving: | De gemeente Oosterhout heeft een groot areaal aan wegen en civieltechnische kunstwerken in de openbare ruimte. Het regulier onderhoud is er op gericht deze voorzieningen tegen zo laag mogelijke kosten duurzaam in stand te houden. Voor een sober onderhoudsregime, waarbij groot onderhoud wordt uitgevoerd juist op het moment dat voorzieningen slecht worden, zijn gemiddeld net voldoende middelen beschikbaar, met dien verstande dat rehabilitatie of reconstructie daar niet onder valt. Op de hoofdwegenstructuur worden in de komende jaren diverse grote renovaties verwacht die een bovengemiddelde belasting van de middelen met zich meebrengt. Daarnaast zijn door maatschappelijke druk verbeterings- of reconstructiemaatregelen wenselijke en/of noodzakelijk. Buiten de directe woonomgeving bestaat daarvoor vooralsnog geen financiële ruimte. In het verleden zijn grote renovaties en reconstructies opgevangen door inzet van incidentele middelen, om zo financiële ruimte te scheppen voor inzet in de woonomgeving en verbeteringsmaatregelen. |
2 | Impact: | De gewenste verhouding in onderhoudsinzet in buurten en op hoofdwegen komt door de benodigde grote renovaties op de hoofdwegen onder druk te staan. Verbeteringen van of reconstructies van infrastructuur buiten de woonomgeving kunnen met de huidige structurele middelen niet worden gerealiseerd. Bij een ongewijzigde ambitie om de verhouding tussen onderhoudsinzet in buurten en hoofdwegen jaarlijks strikt te hanteren en de ambitie om ook buiten de woonomgeving verbeteringsmaatregelen door te voeren, ontstaat oplopende achterstalligheid of zal in de toekomst een beroep moeten worden gedaan op incidentele middelen om achterstalligheid te voorkomen. |
3 | Financiële impact: | Niet meer van toepassing. |
4 | Maatregelen: | In de begroting 2018 is het investeringsplafond openbare ruimte met € 500.000 opgehoogd ten behoeve van de hoofdwegenstructuur. Hiermee zou het gevaar van achterstalligheid op dit vlak ondervangen moeten zijn. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Conjuncturele ontwikkelingen bouwkosten | |
1 | Omschrijving: | Vanwege de sterk aantrekkende economie is een stijging van de kosten voor bouwprojecten zichtbaar. De gemeente Oosterhout heeft ook de komende jaren nog een aantal grote bouwprojecten in de planning staan, waarvan het Mgr. Frenckencollege en het stadhuis twee grote voorbeelden zijn. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Impact: | Alleen deze twee grote bouwprojecten tezamen hebben een omvang van zo’n € 20-25 miljoen. |
1 | Financiële impact: | Een kostenstijging van zo’n 20% betekent € 4.000.000 tot € 5.000.000 aanvullend benodigd krediet.. |
2 | Maatregelen: | De kostenontwikkelingen scherp blijven monitoren aan de hand van aanbestedingen in het land. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Grondexploitaties algemeen | |
1 | Omschrijving: | Het risico dat de inkomsten uit grondverkopen onder druk komen te staan is inmiddels door het aantrekken van de markt afgenomen. Toch blijft dit een belangrijke component omdat voor de projecten Santrijn en de Contreie een groot deel van de kosten zijn gemaakt, waardoor de verwachte eindwaarde met name bepaald wordt door de snelheid van afname alsmede door het uiteindelijk bedrag wat ontvangen wordt. Dit is afhankelijk van de vrij op naam prijs van de woningen (door toepassing grondquote) en dit wordt weer bepaald door de markt. Via scenarioanalyses en het periodiek doorrekenen van deze projecten ontstaat er goed inzicht in de risico’s. Daarnaast wordt in het MPG per project en totaal specifieke berekeningen gemaakt inzake risico’s en weerstandsvermogen. De Contreie is het grootste project binnen onze gemeente met een boekwaarde (geïnvesteerd bedrag per 1-1-2017) van bijna € 26,5 miljoen. Deze wordt hieronder specifiek toegelicht. Van de overige projecten zijn met name de projecten Santrijn en Zwaaikom risicovol, waarbij hier ook een belangrijke component ligt in het risico van afzet van de woningen en bij Zwaaikom ook in de verdere ontwikkeling van het plan. Tenslotte is er ook voor Slotjes Midden een toelichting opgenomen. In dit project zijn alle inkomsten ontvangen maar moeten de komende jaren nog grote investeringen worden gedaan in het openbaar gebied. |
2 | Impact: | Het benodigde weerstandsvermogen is berekend op basis van de zogenoemde IFLO-methode en de risicokaartmethode. Op basis van de actualisatie uit het Meerjaren Perspectief Grondexploitaties (MPG) van september 2017 blijkt de volgende marges van het benodigde weerstandsvermogen: IFLO methode : € 6,72 miljoen Risicokaartmethode: € 1,22 miljoen |
3 | Financiële impact: | 6.720.000 (risico grondexploit aties totaal ) € |
4 | Maatregelen: | De plannen worden periodiek doorgerekend op basis van actuele inzichten, waarbij meerdere scenario’s in beeld worden gebracht. Los hiervan blijft op dit moment de afzet van gronden het meest kritieke in de totale grondexploitatie.. Binnen de vrije reserve worden de bedragen binnen de P&C cyclus steeds geactualiseerd, hetgeen zorgt voor de periodiek afstemmingsmoment tussen de uitgaven en inkomsten. Daarnaast is er binnen de grondexploitatie een algemene bedrijfsreserve beschikbaar ter hoogte van circa € 14,2 miljoen |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | - Kostenstijging door “oververhitting” van de bouwmarkt met als gevolg toename van levering tijden en kosten van aanbesteding. Leefbaarheid in de wijk, deels bewoond en deels in aanbouw vraagt soms om aanpassingen in de openbare ruimte om het gebied leefbaar te houden. Hieraan zijn kosten verbonden | |
1 | Impact: | De situatie op de woningmarkt is ten opzichte van een aantal jaar geleden aanmerkelijk verbeterd. Het tempo van realisering, zowel projectbouw als vrije bouw, is flink verhoogd. De markt is echter nooit helemaal te voorspellen, wat betreft afzet van de woningen blijft een risico bestaan. Een vertraging in de afzet heeft latere opbrengsten tot gevolg. |
2 | Financiële impact: | Onderdeel van de impact grondexploitaties totaal |
3 | Maatregelen: | De verkoop van vrije kavels wordt versneld om aansluiting te vinden bij de huidige vraag. Ook de ontwikkeling van de zuidwest-locatie (waar nog 36 kavels gerealiseerd gaan worden) wordt versneld in ontwikkeling genomen. Door de verbeterde koopmarkt verloopt de verkoop van de woningen in de Contreie voorspoedig. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Ontwikkeling Santrijngebied excl. parkeergarage | |
1 | Uitgifte grond voor woningbouw: Omschrijving: Verwachte risico’s zijn zowel het moment van uitgifte als de hoogte van de uiteindelijke inkomsten. Voor het openbaar gebied geldt: Verwachte risico kan met name zijn de hogere kosten voor aanleg openbaar gebied | |
2 | Impact: Bij uitgifte grond voor woningbouw geldt dat de planning voor de uitgifte van de parkappartementen nog onzeker is: Voor het openbaar gebied geldt dat onder andere door bodemverontreiniging de kosten voor aanleg van openbaar gebied hoger kunnen worden. | |
3 | Financiële impact Onderdeel van de impact grondexploitaties totaal | |
4 | Uitgifte grond voor woningbouw Maatregelen: - Start uitgifte parkappartementen op het juiste moment (waarde grond en vraag naar appartementen) Aanleg openbaar gebied - Er zal een aanbesteding plaatsvinden zodat er concurrerend ingeschreven kan worden. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Zwaaikom | |
1 | Omschrijving: | De belangrijkste risico’s binnen het project Zwaaikom zijn: 1. Bestemmingsplanprocedure (loopt in 2017/deel 2018) 2. Subsidie: vervallen van provinciale subsidie. |
2 | Impact: | 1. Als het bestemmingsplan vertraging oploopt, kunnen de ontwikkelaars niet beginnen met de verkoop en bouw van de woningen terwijl blijkt dat er veel vraag naar is. 2. Mogelijke planschadeclaims en vertragingsprocedures. |
3 | Financiële impact: | Onderdeel van de impact grondexploitaties totaal |
4 | Maatregelen: | 1. Intensief overleg met alle betrokken partijen (onder meer ontwikkelaars, provincie, organisaties, belanghebbenden, verenigingen en bewoners). 2. Overleg met Provincie over nieuwe subsidiemogelijkheden. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Herontwikkeling Slotjes Midden | |
1 | Omschrijving: | De herontwikkeling wordt gefaseerd (in 9 deelplannen) uitgevoerd. Geruime tijd geleden is deelplan 1 (Van Oldeneellaan) gebouwd en inmiddels is ook deelplan 2 ( Loevepark) nagenoeg gerealiseerd. Voor realisering van deelplan 3 en een gedeelte van deelplan 4 (gebied wat globaal begrensd wordt door de Thorbeckestraat, Loevensteinlaan , Wilhelminakanaal Noord en de Pieter Vreedestraat) alsmede voor de locatie van de voormalige school aan de Loevensteinlaan zijn plannen in een vergevorderd stadium. Naar verwachting wordt met realisering van deze deelplannen eind 2017 begin 2018 gestart. Ook de deelplannen 7 en 8 ( flats aan de Dr. Janssenslaan en Van Boischotlaan ) zijn inmiddels grootschalig gerenoveerd en worden voor de komende 20 jaar door geëxploiteerd. Nu de economie aantrekt en de woningmarkt weer in de lift zit, is Thuisvester voornemens de resterende overige deelplannen versneld te gaan uitvoeren( met als doel alles gerealiseerd te hebben in 2023 ). Een en ander betekent dat de risico’s voor bijstelling van de plannen en leefbaarheid steeds minder worden. |
2 | Impact: | In het kader van de bijstelling van de oorspronkelijke herstructureringsplannen voor Slotjes Midden is ook de grondexploitatie geactualiseerd. De eindwaarde van de grondexploitatie was en blijft nihil. Eventuele verdere bijstelling van de plannen kan mogelijk wel consequenties hebben. |
3 | Financiële impact | Onderdeel van de impact grondexploitaties totaal |
4 | Maatregelen: | Regelmatig overleg en afstemming met Thuisvester ten aanzien van de planning en de gemaakte afspraken vastleggen. - Goed inzicht in en zonodig bijstellen van hoogte en moment van uitgaven voor herinrichting openbaar gebied. - In nauw overleg met de buurtcoördinator de leefbaarheid van de wijk blijven volgen en zonodig aanvullende maatregelen treffen. |
0 | 1 | 2 | |
---|---|---|---|
0 | Kans | Omschreven als | Geschatte kans dar het risico zich in werkelijkheid zal voor doen |
1 | Zeer klein | Zeer onwaarschijnlijk | 1% |
2 | Klein | Onwaarschijnlijk | 10% |
3 | Gemiddeld | Aannemelijk | 50% |
4 | Groot | Waarschijnlijk | 80% |
0 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | |
---|---|---|---|---|---|---|
0 | Nr | Item | Maximaal risico | Kans | I/S | Impact |
1 | 1 | Algemene uitkering | 660.000 | Groot | S | 528.000 |
2 | 2 | Transities | 2.000.000 | Groot | S | 1.600.000 |
3 | 3 | Hulp bij Huishouding | 493.500 | Gemiddeld | S | 247.000 |
4 | 4 | Verbonden partijen | 448.000 | Gemiddeld | S/I | 224.000 |
5 | 5 WAVA / Go | 342.000 | Groot | S/I | 272.000 | |
6 | 6 | Attero | 350.000 | Gemiddeld | I | 175.000 |
7 | 7 | Afvalverwijdering | 230.000 | Groot | S | 184.000 |
8 | 8 | Rente / treasury | 300.000 | Gemiddeld | S | 150.000 |
9 | 9 | Achtervang gewaarborgde geldleningen | 202.032.500 | Z eer klein | I | 2.020.000 |
10 | 10 | Garantstellingen | 12.043.000 | Zeer klein | I | 120.000 |
11 | 11 | Informatiebeveiliging | 820.000 | Gemiddeld | I | 410.000 |
12 | 12 | Straatparkeren BTW | 250.000 | Gemiddeld | S | 125.000 |
13 | 12 | Parkeergarage Santrijn | 200.000 | Groot | S | 160.000 |
14 | 13 | Onderhoud kapitaalgoederen | 0 | 0 | ||
15 | 14 | Conjuncturele ontwikkelingen bouwkosten | 4.000.000 | Groot | I | 3.200.000 |
16 | Totaal benodigde weerstandscapaciteit excl. grondexploitaties | 9.415.000 | ||||
17 | Risico grondexploitaties | 6.720.000 | ||||
18 | Totaal benodigde weerstandscapaciteit | 16.135.000 |
0 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
0 | Paragraaf | JR 2016 | Begr 2017 | Begr 2018 | Begr 2019 | Begr 2020 | Begr 2021 | |
1 | Netto schuldquote | 5.4. Treasury | 40,4% | 39,7% | 42,4% | 47,2% | 51,9% | 53,0% |
2 | Netto schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen | 5.4. Treasury | 41,6% | 41,1% | 43,7% | 48,7% | 53,2% | 54,5% |
3 | Solvabiliteitsratio | 5.4. Treasury | 54,8% | 59,8% | 58,5% | 57,3% | 55,6% | 56,9% |
4 | Structurele exploitatieruimte | 6.14. incidentele Baten & Lasten | 6,3% | 0,5% | 1,1% | 1,3% | 1,2% | 0,6% |
5 | Grondexploitatie | 5.7. Grondbeleid | 19,5% | 12,8% | 10,5% | 8,6% | 8,2% | 6,8% |
6 | Belastingcapaciteit | 5.1. Lokale heffingen | 94,7% | 89,7% | 90,0% | 90,0% | 90,0% | 90,0% |
2019
Categorie | Risico | Kans | Max. impact | Gewogen bedrag |
---|---|---|---|---|
Gemeentefonds | Algemene uitkering. | 80.0 | 660000.0 | 528000.0 |
Sociaal domein | Taakstelling jeugdzorg en WMO | 80.0 | 3200000.0 | 2560000.0 |
GR / Verbonden partijen | Verbonden partijen | 50.0 | 465000.0 | 232500.0 |
Calamiteiten, rampen | Brand Moerdijk | 50.0 | 324000.0 | 162000.0 |
GR / Verbonden partijen | Attero | None | None | None |
Overig | Afvalverwijdering | 80.0 | 230000.0 | 184000.0 |
Dividend/Rente | Rente / treasury | 50.0 | 300000.0 | 150000.0 |
GR / Verbonden partijen | Achtervang gewaarborgde geldleningen | 1.0 | 199000000.0 | 1990000.0 |
GR / Verbonden partijen | Garantstellingen | 1.0 | 11000000.0 | 110000.0 |
Informatieveiligheid | Informatiebeveiliging & privacy | 50.0 | 820000.0 | 410000.0 |
Belasting | Koepelvrijstelling BTW | 80.0 | 90000.0 | 72000.0 |
Belasting | Straatparkeren BTW | 50.0 | 250000.0 | 125000.0 |
Kapitaalgoederen | Onderhoud kapitaalgoederen | None | 0.0 | 0.0 |
Overig | Conjuncturele ontwikkelingen bouwkosten | 80.0 | 3000000.0 | 2400000.0 |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | belangrijker. Ook (veranderende) wetgeving is van invloed op de eisen aan de informatiebeveiliging. Dit zien we bijvoorbeeld terug in de ontwikkelingen in de BIG en in de ENSIA-beoordeling. Omdat we als gemeente veel persoonsgegevens nodig hebben voor de dienstverlening aan burgers is privacy een steeds belangrijker onderwerp. Met de inwerkingtreding van de AVG is er verscherpte regelgeving op het gebruik van vooral de bijzondere persoonsgegevens en vernieuwde aandacht voor privacy bij burger, medewerkers en de pers. Het staat buiten kijf dat de gemeente niet lichtvoetig omgaat met gegevens, toch is het van belang vast te stellen dat de privacy van zowel de burger als de ambtenaar goed wordt beschermd. | |
1 | Impact: | Als een incident zich voordoet waarbij gegevens gelekt worden kan dit in de pers en/of de beleving van de burgers breed uitgemeten worden. Als hierbij blijkt dat er onvoldoende maatregelen getroffen zijn, is sprake van aansprakelijkheid én heeft dit gevolgen voor het imago van de gemeente. Zeker als het gaat om informatie die gevoelig zijn (zoals de gegevens in het kader van het Sociaal Domein en/of Veiligheid). |
2 | Financiële impact | Wanneer de gemeente aantoonbaar onvoldoende oog heeft voor informatieveiligheid en privacy kan de Autoriteit Persoonsgegevens een maximale boete opleggen van € 10.000.000 bij een inbreuk op de privacy van betrokkenen (bij een datalek). Bij aanwijsbaar niet naleven van de eisen uit de AVG kan de boete zelfs oplopen tot € 2 0.000.000. Hiernaast kan de gemeente aansprakelijk worden gesteld voor schade die is opgelopen door individuen als gegevens “op straat” komen. |
3 | Maatregelen: | Op het gebied van informatiebeveiliging en privacy nemen we een aantal maatregelen. Zo zijn we bezig met een bewustwordingstraject voor de hele organisatie, hierin komen de verschillende onderwerpen van omgaan met en beveiligen van informatie aan de orde. Zowel de fysieke als de digitale (werk)omgeving zijn hierin behandeld. In 2019 vervolgen we deze campagne. In 2017 en 2018 hebben we de ENSIA-verantwoording (zelfevaluatie ) doorlopen. Een aantal zaken, die zijn voortgekomen uit de zelfevaluatie 2017, zijn inmiddels opgepakt. De zelfevaluatie dient voor 31 december 2018 opnieuw ingeleverd te worden. Inmiddels is er een werkgroep gestart om dit traject in goede banen te leiden. Daarnaast zijn we begonnen met een GAP- analyse van de informatiebeveiliging, op basis van de gestelde eisen in de BIG. In 2019 nemen we de uitkomsten hiervan mee in de plannen om de maatregelen verder te ontwikkelen. Ook op het gebied van privacy hebben we al belangrijke stappen gezet, zo is er een privacy organisatie opgezet met een Functionaris Gegevensbescherming (FG) en privacy beheerders binnen de afdelingen. Ook zijn de eerste Privacy Impact Assessments (PIA) uitgevoerd. De verbeterpunten die we hebben geïdentificeerd zijn onder handen of staan ondertussen op de planning. We verwachten in de eerste helft van 2019 hier de eerste acties uit te voeren. Er is al veel gebeurd, maar we kunnen hier niet stoppen. Er dient in de komende tijd echter steeds veel werk verzet te worden om aan de strenger wordende vereisten op gebied van informatieveiligheid en privacy te (blijven) voldoen. Waarbij gezegd moet worden dat 100% veiligheid een illusie is en zal blijven. |
0 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
0 | Waarde 2018 | Tarief 2018 | Tarief artikel 12 (2018) | Bruto Opbrengst 2018* | Bruto opbrengst tarief art 12 | Onbenutte capaciteit | |
1 | - woningen eigenaar | 5.672.257 | 0,1156% | 0,1952% | 6.557 | 11.072 | 4.515 |
2 | - niet woningen eigenaar | 1.569.744 | 0,2016% | 0,1952% | 3.164 | 3.064 | -100 |
3 | - niet woningen gebruiker | 1.287.190 | 0,1762% | 0,1952% | 2.268 | 2.513 | 245 |
4 | Totaal | 11.989 | 15.893 | 4.660 |
0 | 1 | 2 | 3 | 4 | |
---|---|---|---|---|---|
0 | Incidentele weerstandscapaciteit | Jaarrekening 2016 | Jaarrekening 2017 | Begroting 2018 | Begroting 2019 |
1 | Algemene reserves | 5.283 | 5.283 | 5.283 | 5.283 |
2 | Vrije reserve | 25.515 | 28.992 | 24.539 | 24.942 |
3 | Reserves grondexploitatie | 26.439 | 25.739 | 17.334 | 15.587 |
4 | Overige bestemmingsreserves* | 12.275 | 12.716 | 9.735 | 5.652 |
5 | Totaal | 69.512 | 72.730 | 56.891 | 51.464 |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Incidentele weerstandscapaciteit | Ultimo 2019 |
1 | Algemene reserves | 5.283 |
2 | Vrije reserve* | 6.632 |
3 | Reserve grondexploitatie** | 11.619 |
4 | Overige bestemmingsreserves*** | 3.182 |
5 | Totaal | 26.716 |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Algemene uitkering | |
1 | Omschrijving: | De hoogte van het gemeentefonds is afhankelijk van de uitgaven die het rijk doet. Dit noemen we ‘samen de trap op en samen de trap af’. Wanneer de rijksoverheid minder uitgeeft, ontvangen we als gemeente ook minder algemene uitkering. Ook gewijzigde maatstaven spelen hierin een grote rol. Het inweven van het sociaal domein in de maatstaven van de algemene uitkering in 2019 betekent dat de accressen in de toekomst ook effect gaan hebben op de gelden op het gebied van het sociaal domein, daar waar het eerst uitsluitend decentralisatie-uitkeringen betrof. Er zijn 26 nieuwe maatstaven bijgekomen om de gelden van het sociaal domein over de gemeenten te kunnen verdelen. Hierbij komen herverdeeleffecten naar voren, welke op dit moment nog onvoldoende inzichtelijk te maken zijn. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Impact: | De afgelopen jaren is de hoogte van de algemene uitkering wisselend geweest. Als gevolg van het Inter Bestuurlijk Programma dat door de diverse overheidslagen is gesloten in het kader van afspraken met diverse maatschappelijke opgaven, zijn de acrressen voor komende jaren hoog. Onduidelijk is wat de meerjarige effecten van deze ontwikkelingen daadwerkelijk zullen zijn, dit naast de jaarlijkse onzekerheid als gevolg van de ‘samen trap op samen trap systematiek’. |
1 | Financiële impact: | Het blijft, net als voorgaande jaren, onzeker of de ingebouwde zekerheden voldoende zullen zijn, hetgeen ook geldt voor de geraamde hoogte van de onderliggende maatstaven. Voor de mogelijke onderuitputting van het Rijk is meerjarig een stelpost opgenomen. |
2 | Maatregelen: | De beheersing rondom de algemene uitkering is een onderdeel van onze P&C- cyclus. Hiervoor maken we periodiek (na elke circulaire) een analyse op van de gevolgen voor de gemeente Oosterhout. Eventuele tekorten cq. overschotten als gevolg van een lagere of hogere algemene uitkering worden in het financiële beeld van het eerstvolgend P&C-product meegenomen, waarbij tevens de toereikendheid van eventuele stelposten wordt meegenomen. Het Rijk heeft besloten om met ingang van 2018 de Algemene uitkering te koppelen aan de brede Rijksuitgaven, wat ervoor gaat zorgen dat de AU zich stabieler ontwikkelt. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Taakstelling jeugdzorg & WMO | |
1 | Omschrijving: | Per 1 januari 2015 zijn er taken op het gebied van jeugdzorg, AWBZ en de participatiewet overgeheveld van het Rijk naar de gemeenten. Deze overheveling zijn gepaard gegaan met gelijktijdige budgetverlagingen vanuit het Rijk. In 2017 zijn grote tekorten op gebied van jeugd en WMO zichtbaar geworden. Deze lijn zet zich door naar toekomstige jaren. In de begroting 2019 zijn de budgetten voor jeugd en WMO daarom met resp. € 4,5 miljoen en € 1,8 miljoen opgehoogd. Gelijktijdi g is echter een taakstelling opgelegd van resp. € 1.000.000 en € 600.000 op deze beleidsterreinen. Hiertoe zijn projectorganisaties opgericht en projectopdrachten vastgesteld. Indien deze ombuigingen niet gehaald worden, dreigt in de toekomst alsnog budgetoverschrijdingen. |
2 | Impact: | Z JWMO Op gebeid van de WMO wordt in 2019 een kostenstijging van € 2,4 miljoen verwacht. In de begroting 2019 is netto € 1,6 miljo en extra budget voor WMO meegenomen. Hier ligt dus een taakstelling van € 600.000 op. Meerjarig loopt deze taakstelling op naar € 1,2 miljoen. eugdzorg In de begroting 2019 wordt een kostenstijging van € 5,5 miljoen op jeugdzorg verwacht. In de begroting is netto € 4,5 miljoen extra budget op jeugdzorg meegenomen. Hier ligt dus een taakstelling van € 1 milljoen op. Meerjarig is deze taakstelling € 2 miljoen. onder maatregelen komt de houdbaarheid van ons zorgstelsel en onze financiële positie als gemeente in het gedrang. In de meerjarenbegroting is vastgesteld dat het tekort in de periode 2019-2021 met telkens minimaal een miljoen per jaar moet worden teruggedrongen door het nemen van beheersmaatregelen in de toegang en de specialistische jeugdhulp. Er is daartoe voor zowel jeugd als WMO een taskforce opgericht die deze maatregelen moet gaan uitwerken en doorvoeren met als uitgangspunt om |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | betere zorg voor minder geld te organiseren. Risico blijft echter dat door het geheel aan wet- en regelgeving, de ontwikkelingen in de samenleving (ook binnen andere domeinen) en de vraag naar en noodzaak van de inzet van hulp een (fors) tekort onvermijdbaar blijft. | |
1 | Financiële impact: | 3.200.000 € |
2 | Maatregelen: | Met ingang van de begroting 2019 is de jeugdzorg en de WMO niet meer budgetneutraal opgenomen, maar is hier reëel geraamd conform de verwachte kosten. Er vinden maandelijks voortgangsgesprekken en –rapportages plaats op de ombuigingen, waardoor snel bijgestuurd kan worden. Daarnaast is er een bestemmingsreserve sociaal domein gevormd waarin ultimo 2019 zo’n € 3,2 miljoen in aanwezig is. Hierdoor kunnen eventuele tegenvallers op het gebied van de transities worden opgevangen en daarnaast werk te maken van de benodigde transformatie / innovatie binnen het sociaal domein. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Verbonden partijen / Gemeenschappelijke regelingen | |
1 | Omschrijving: | In de paragraaf verbonden partijen wordt inzicht gegeven in de aard, omvang en betekenis van de privaatrechtelijke en publiekrechtelijke organisaties waarin de gemeente Oosterhout een bestuurlijk en/of financieel belang heeft en daarmee ook risico’s loopt. |
2 | Impact: | Verbonden partijen zijn verplicht om in hun begroting en jaarstukken een risicoparagraaf op te nemen waarin de door de verbonden partij onderkende risico’s zijn opgenomen. Over het algemeen is de afspraak gemaakt dat verbonden partijen er geen eigen reserves op na houden, maar dat men zich, in geval een risico zich daadwerkelijk voor doet, wendt tot de deelnemende gemeenten om dit op te vangen. Hiermee loopt de gemeente Oosterhout een direct financieel risico. |
3 | Financiële impact: | Voor een overzicht van de risico’s per verbonden partij wordt verwezen naar de paragraaf verbonden partijen (paragraaf 5.6). De verbonden partijen hebben in hun begroting 2019 weliswaar risico’s benoemd, maar deze zijn veelal niet gekwantificeerd. Hierdoor is het niet mogelijk voor de gemeente Oosterhout om te bepalen hoe hoog het financiële risico is dat wij vanuit de verbonden partijen lopen. De totale bijdrage van de gemeente Oosterhout in 2019 aan de verbonden partijen bedraagt ruim € 9,3 miljoen. Omdat de GR’en de risico’s veelal nog niet hebben gekwantificeerd wordt nu 5% (€ 465.000) van dit begrotingstotaal als risicopost opgenomen. |
4 | Maatregelen: | De ontwikkeling van de risicoparagraaf van alle verbonden partijen zal worden gemonitord via vertegenwoordiging in het AB/DB. Gedurende het kalenderjaar zijn er verschillende momenten (bestuursrapportage) om (bij) te sturen op een verbonden partij. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Risico aansprakelijkheid brand Moerdijk | |
1 | Omschrijving: Gemeente Moerdijk en de Veiligheidsregio MWB worden door omliggende bedrijven van Chemie Pack in Moerdijk verantwoordelijk gehouden voor de schade die ze zeggen te hebben geleden als gevolg van de brand op 5 januari 2011.Er is nog steeds geen dagvaarding inzake aansprakelijkstelling uitgebracht, maar de mogelijkheid is nog steeds aanwezig; er is nog geen sprake van de verjaringstermijn. Het kan hier gaan om een claim die in de (tientallen) miljoenen loopt. | |
2 | Impact: Het risico van de brand in Moerdijk is niet financieel vertaald in het weerstandsvermogen van de veiligheidsregio. Daarom worden de deelnemers van de gemeenschappelijke regeling geadviseerd met dit risico zelf rekening te houden. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Ontwikkeling WSW bedrijf WAVA/ !GO | |
1 | Omschrijving: | DHet budget dat wij van het Rijk ontvangen voor de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) maakt vanaf 2015 onderdeel uit van de integratie-uitkering sociaal domein. De middelen die hierin zitten voor uitvoering van de Wsw zijn onvoldoende om de uitvoering hiervan door WAVA te dekken. Dit betekent dat er sprake is van een aanvullende gemeentelijke bijdrage. Door verbetering van het bedrijfsresultaat bij WAVA is deze gemeentelijke bijdrage de afgelopen jaren gedaald. Het is echter de vraag of deze verbetering van het bedrijfsresultaat de komende jaren gehandhaafd kan blijven. De meerjarenbegroting van WAVA, zoals WAVA deze heeft opgenomen in het bedrijfsplan 2018, laat tot en met 2020 een stijging van de gemeentelijke bijdrage zien. e Participatiewet kent de participatievoorziening beschut werk. Op dit moment is WAVA hiervoor onze belangrijkste uitvoerder. Via de BUIG-budget en het participatiebudget ontvangen wij hiervoor middelen van het Rijk die voor de uitvoering aan WAVA beschikbaar gesteld worden. De ervaringen met de uitvoering van de participatievoorziening beschut werk zijn nog pril. Het is hierdoor nog niet duidelijk in hoeverre die middelen die hiervoor beschikbaar zijn op langere termijn voldoende zijn om de kosten te dekken. |
2 | Impact: | Groot |
3 | Financiële impact: | 868.009 ( gemeentelijke bijdra ge 2019) € |
4 | Maatregelen: | De ontwikkelingen bij WAVA krijgen continu aandacht. Hierbij blijft er aandacht voor de vraag welke taken weggelegd dienen te worden bij WAVA. Ook de bedrijfsvoering binnen WAVA heeft blijvende aandacht. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Attero | |
1 | Omschrijving: | De gewesten in de provincie Noord-Brabant hadden met Attero Zuid B.V. aanbiedingscontracten afgesloten die liepen tot 1 februari 2017 voor wat betreft het brandbaar huishoudelijk restafval. Attero dient aan de verwerker een minimale hoeveelheid restafval van 510 kTon aan te leveren. Vanaf 2011 is deze hoeveelheid niet meer in totaal aangeleverd door de gewesten. Attero is van mening dat zij daarom naheffingsfacturen kan sturen aan de gewesten op basis van een garantie voor de verwerker van het afval, Afvalverbranding Zuid-Nederland B.V. ('AZN'). Begin 2015 heeft Attero een arbitrage aangespannen tegen de gewesten, omdat de gewesten de facturen voor de naheffing niet hebben betaald. Op 8 januari 2016 is een arbitraal eindvonnis gewezen. Uit het vonnis blijkt dat aan Attero Zuid geen beroep op een garantie toekomt, omdat AZN haar installatie in die jaren op vollast heeft kunnen laten draaien. Naast het huishoudelijk restafval dat afkomstig is van de Brabantse gemeenten, zou Attero Zuid over de jaren 2011-2014 aangevuld hebben met in Zuid-Nederland beschikbaar afval. Het gevolg van de uitspraak is dat Attero Zuid geen naheffing aan de Brabantse gewesten en/of gemeenten in rekening mag brengen en de arbitrage daarmee in het voordeel van de Brabantse gewesten en gemeenten is beslist. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Attero heeft deze uitkomst aangevochten in een vernietigingsprocedure voor het Gerechtshof te Den Haag. Ook in deze zaak is de eis van Attero niet toegewezen. Daarmee zijn de rekeningen over de jaren 2011 tot en met 2014 definitief van tafel. Attero heeft (ondanks de recente uitspraken) nieuwe procedures aangespannen over het jaar 2015 . Inmiddels hebben de arbiters een tussenvonnis gewezen. Uit het tussenvonnis blijkt dat Attero in het gelijk is gesteld en dat de gewesten een naheffing over 2015 moeten betalen aan Attero. Momenteel wordt validatieonderzoek gedaan. De volgende stap in de procedure is te komen tot een suppletietarief en een periode waarin de naheffing door de gewesten betaald moet worden. Hierover wordt uitspraak gedaan in het eindvonnis. In het eerste kwartaal 2019 wordt de definitieve uitspraak in de zaak over 2015 verwacht. Na deze uitspraak zal binnen de gewesten gesproken moeten worden over de onderlinge verdeling. Vervolgens zal er een verdeling moeten komen tussen de gemeenten in deze gewesten. De discussie over verdelingen tussen de gewesten en tussen de gemeenten in de gewesten is geparkeerd tot er een onherroepelijk vonnis is. | |
1 | Impact: | Als uit het eindvonnis blijkt hoe hoog de naheffing zal zijn en wanneer de gewesten de naheffing over 2015 moet betalen, zal de discussie gevoerd moeten worden over de verdeling binnen de gewesten en vervolgens binnen de gemeenten in de gewesten over de periode 2015. Er is nog geen procedure aangespannen over de jaren 2016 en 2017. Er zijn al wel facturen verzonden naar de gewesten over 2016 en 2017. |
2 | Financiële impact: | pm |
3 | Maatregelen: | De Brabantse gewesten blijven gezamenlijk handelen richting Attero in deze zaak. In de nieuwe contracten per 1 februari 2017 is geen aanlever- of volumeplicht opgenomen. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Afval algemeen | |
1 | Omschrijving | De afvalbegroting is geen statische begroting. Veel is afhankelijk van niet beïnvloedbare factoren zoals de marktwerking van verwerkingstarieven of prijzen voor de inname van waardevolle recyclebare producten (papier, blik, textiel, etc.), de invoering van (Rijks) belastingen of het daadwerkelijk afvalgedrag van inwoners. In 2018 zal een aantal nieuwe contracten moeten worden gesloten voor de verwerking van verschillende afvalstromen. De tarieven zijn aan marktwerking onderhevig. Op dit moment kan geen betrouwbare inschatting worden gegeven over de daadwerkelijke tarieven. De verwachting is wel dat de inkomsten uit grondstoffen zullen dalen en de kosten voor afvoer zullen stijgen. |
2 | Impact: | Het risico is interen op de egalisatievoorziening. Tariefsmatigingen zoals deze in 2016 en 2017 hebben plaatsgevonden zetten de egalisatievoorziening verder onder druk. De voorziening mag niet negatief zijn, in dat geval moet worden bijgestort uit de algemene middelen. Dit is in 2016 en 2017 daadwerkelijk nodig gebleken. |
3 | Financiële impact: | Aan inkomsten uit recyclebare stromen is in de begroting 2018 zo’n € 1,675 miljoen opgenomen. Het totale risico van deze post wordt ingeschat op zo’n 10% hiervan. Daarnaast zijn de afgelopen jaren de kosten voor kwijtschelding en oninbaar fors gestegen, en kunnen ook niet alle ledigingen daadwerkelijk opgelegd worden bij inwoners. Hierin bestaat echter momenteel nog weinig inzicht. Deze effecten worden totaal ingeschat op zo’n € 230.000 per jaar. |
4 | Maatregelen: | - Meedoen aan grote aanbestedingen om gunstige tarieven in contracten vast te leggen |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Rente / treasury | |
1 | Omschrijving: | De gemeente Oosterhout heeft geld vanuit de markt aangetrokken om de gewenste investeringen te kunnen realiseren. Momenteel is deze rente erg laag. Hier wordt in de begroting rekening mee gehouden en hierdoor ontstaat ieder jaar extra financiële ruimte binnen de exploitatie. Indien de rente stijgt dan kan dit tot meerjarige budgettaire consequenties (lees extra bezuinigingen) leiden. Per 31 december 2017 is er totaal € 79,8 miljoen aan vreemd vermogen aanwezig. Een rentestijging van 1% betekent dus al een extra rentebetaling van € 0,8 miljoen op jaarbasis. |
2 | Impact: | Jaarlijks wordt in de begroting een inschatting gemaakt van het budgettair effect van de rente. Met ingang van 2017 mag de gemeente (vanwege een wijziging in het BBV) niet meer dan de werkelijk betaalde externe rente doorrekenen naar de gemeentelijke producten, waar voorheen een meerjarig (hoger) gemiddelde werd gehanteerd. Hiermee wordt de gevoeligheid van de begroting voor renteschommelingen ook aanzienlijk vergroot. Voor de beeldvorming: een rentewijziging van 0,1% heeft al direct een budgettair effect van € 100.000. Aangezien de rente momenteel historisch laag staat, is het te verwachten dat deze de komende jaren weer gaat stijgen. Dit betekent dat er dan nadelen ontstaat in de exploitatie. |
3 | Financiële impact: | 300.000 € |
4 | Maatregelen: | Er zijn intern maatregelen genomen om deze risico’s te beheersen en te mitigeren. Deze zijn veelal vastgelegd in het treasurystatuut. Deze risico’s worden beperkt door de renteontwikkeling voortdurend te volgen en verschillende rentevisies naast elkaar te leggen. Daarnaast zorgen we in de leningenportefeuille voor een goede spreiding in looptijd van de leningen. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Achtervang gewaarborgde geldleningen | |
1 | Omschrijving: | De gemeente staat – via een achtervangconstructie – samen met het rijk borg / garant voor de betaling van rente en aflossing van een afgesloten geldlening voor woningbouw die aan corporaties zijn verstrekt via het waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Daarnaast staan gemeente en Rijk garant voor hypotheken die aan particulieren zijn verstrekt via het Nationaal Hypotheken Garantiefonds (NHG). Het primaire risico ligt bij de betreffende corporaties c.q. de particulieren zelf. Met betrekking tot de WSW betreft het een getrapt systeem waarbij de eerste lijn is: als een corporatie niet langer beschikt over voldoende geld, en dus niet meer aan rente- en aflossingsverplichting kan voldoen, kan deze een beroep doen op het saneringsfonds van Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) al dan niet met extra geborgde financiering via WSW. Daarna (tweede lijn) kan de corporatie een beroep doen op aanvullende steun vanuit de buffers van het WSW en de gezamenlijke corporaties. Als deze tweede lijn ook niet toereikend is, kunnen rijk en de gezamenlijke gemeenten worden aangesproken op hun achtervangfunctie (derde lijn). Deze achtervangfunctie bestaat uit het verstrekken van renteloze leningen aan het WSW. Het WSW zal deze leningen te zijner tijd terugbetalen. Daarbij geldt de volgende verdeelsleutel: 50% voor rekening van het rijk, 25% voor rekening van de schadegemeenten en 25% voor rekening van de |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Tgezamenlijke Nederlandse Gemeenten. Het verlies blijft door deze constructie beperkt tot een klein aandeel in de rente van de extra geldleningen. en aanzien van per 1 januari 2011 afgegeven borgtochten wordt de volledige achtervangfunctie door het Rijk vervuld. Bij dreigende liquiditeitstekorten in verband met tot en met 31 december 2010 afgegeven borgtochten kan het WEW een beroep doen op achtergestelde, renteloze leningen van het Rijk (50%) en van de gemeenten (50%). | |
1 | Impact: | Het totaal aan gewaarborgde geldleningen met achtervangconstructie bedraagt € 398 miljoen (per 31 december 2017). Dit bestaat voornamelijk uit Waarborgfonds Sociale Woningbouw. Over dit bedrag staat de gemeente voor 50% (€ 199 miljoen) borg. |
2 | Financiële impact: | 1.990.000 € |
3 | Maatregelen: | Het WSW heeft ten doel woningbouwcorporaties tegen een zo laag mogelijke rente geld te laten lenen op de kapitaalmarkt, om zo de kosten van sociale woningbouw te kunnen drukken. Door het risico met andere gemeenten te delen, wordt hierbij het risico van individuele gemeenten beperkt. Bij opzegging van de overeenkomst met WSW zal de gemeente Oosterhout of zelf leningen moeten gaan verstrekken of zelf direct garant moeten gaan staan in de richting van (vooral) Thuisvester dat het risico vergroot. De claim op WSW dient nauwlettend te worden gemonitord. Gezien het feit dat er sprake is van een getrapt systeem is het risico niet theoretisch, maar ook niet groot. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Garantstellingen | |
1 | Omschrijving: | De gemeente staat garant voor de betaling van rente en aflossing van geldleningen aan instellingen, stichtingen of verenigingen die een doel nastreven met een maatschappelijk belang. In alle gevallen geldt dat er sprake moet zijn van bijzondere omstandigheden. Die bijzondere omstandigheid bestaat veelal daarin dat de instelling geen of onvoldoende zekerheid aan de bank kan verstrekken. Daar waar mogelijk vestigt de gemeente zekerheidsrechten. |
2 | Impact: | Samenstelling van de gewaarborgde geldleningen bestaat uit de volgende hoofdposten: (cid:1) Zorgsector: (cid:1) Volkshuisvesting particulieren (door langdurige aflossing op geldleningen en stijging huizenprijzen risico nagenoeg nihil) (cid:1) Volkshuisvesting Thuisvester; (cid:1) Milieu (cid:1) Sport/ Welzijn Tezamen vertegenwoordigen deze (31 december 2017) een waarde van € 11,0 miljoen. |
3 | Financiële impact | 110.000 € |
4 | Maatregelen: | Aan elke garantstelling gaat een draagkrachttoets vooraf en worden waar mogelijk zekerheidsrechten gevestigd. Voorts wordt bedongen dat op leningen wordt afgelost waardoor het risico voor de gemeente geleidelijk afneemt. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | BTW verbonden partijen | |
1 | Omschrijving: | De koepelvrijstelling voor BTW wordt verder ingeperkt. Kern van de nieuwe aanpassing is dat de koepelvrijstelling alleen nog geldt voor die samenwerkingsverbanden die zich bezighouden met activiteiten van algemeen belang. Hierbij moet worden gedacht aan maatschappelijk werk en sociale zekerheid, onderwijs en medische verzorging. Welke samenwerkingsverbanden onder het algemeen belang vallen, is momenteel echter nog niet duidelijk. Bijvoorbeeld het heffen van belastingen is een overheidstaak, maar geen activiteit van algemeen belang die is genoemd in de Europese btw-richtlijn. Dit risico geldt voor alle GR’s waarvan de activiteiten niet van algemeen belang zijn. Een ander voorbeeld hiervan zijn de Regionale Uitvoeringsdiensten (voorheen milieudiensten). |
2 | Impact: | Gemeenten zullen hierdoor meer btw gaan compenseren bij het BTW-compensatiefonds (BCF). Het plafond van het BCF wordt dan overschreden. Dat leidt tot korting van het gemeentefonds. Op basis van de huidige informatie lijkt het erop dat dit in ieder geval voor de BWB en de OMWB gaat gelden. De BTW voor deze regelingen bedraagt ruim € 90.000. |
3 | Financiële impact: | 90.000 € |
4 | Maatregelen: | Landelijk wordt een lobby gestart die zich gaat inzetten voor het structureel verhogen van de het uitgavenplafond van het BCF. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | BTW over opbrengsten parkeren op straat | |
1 | Omschrijving: | Momenteel loopt een procedure bij de Hoge Raad of de opbrengsten uit parkeren op straat belast moeten worden met btw. De Advocaat Generaal heeft hiervoor een onafhankelijk advies gegeven dat de gemeente hiermee niet als overheid handelt, maar als ondernemer vergelijkbaar met het parkeren achter een slagboom. |
2 | Impact: | De opbrengsten van het parkeren op straat worden 21% lager door de af te dragen btw hierover. |
3 | Financiële impact: | 250.000 € |
4 | Maatregelen: | Het stringent bewaken van de uitspraken door de Hoge Raad en mogelijk de uitspraken van het Hof van Justitie. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Onderhoud kapitaalgoederen | |
1 | Omschrijving: | De gemeente Oosterhout heeft een groot areaal aan wegen en civieltechnische kunstwerken in de openbare ruimte. Het regulier onderhoud is er op gericht deze voorzieningen tegen zo laag mogelijke kosten duurzaam in stand te houden. Voor een sober onderhoudsregime, waarbij groot onderhoud wordt uitgevoerd juist op het moment dat voorzieningen slecht worden, zijn gemiddeld net voldoende middelen beschikbaar, met dien verstande dat rehabilitatie of reconstructie daar niet onder valt. Op de hoofdwegenstructuur worden in de komende jaren diverse grote renovaties verwacht die een bovengemiddelde belasting van de middelen met zich meebrengt. Daarnaast zijn door maatschappelijke druk verbeterings- of reconstructiemaatregelen wenselijke en/of noodzakelijk. Buiten de directe woonomgeving bestaat daarvoor vooralsnog geen financiële ruimte. In het verleden zijn grote renovaties en reconstructies opgevangen door inzet van incidentele middelen, om zo financiële ruimte te scheppen voor inzet in de woonomgeving en verbeteringsmaatregelen. |
2 | Impact: | De gewenste verhouding in onderhoudsinzet in buurten en op hoofdwegen komt door de benodigde grote renovaties op de hoofdwegen onder druk te |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | staan. Verbeteringen van of reconstructies van infrastructuur buiten de woonomgeving kunnen met de huidige structurele middelen niet worden gerealiseerd. Bij een ongewijzigde ambitie om de verhouding tussen onderhoudsinzet in buurten en hoofdwegen jaarlijks strikt te hanteren en de ambitie om ook buiten de woonomgeving verbeteringsmaatregelen door te voeren, ontstaat oplopende achterstalligheid of zal in de toekomst een beroep moeten worden gedaan op incidentele middelen om achterstalligheid te voorkomen. | |
1 | Financiële impact: | Niet meer van toepassing. |
2 | Maatregelen: | In de begroting 2018 is het investeringsplafond openbare ruimte met € 500.000 opgehoogd ten behoeve van de hoofdwegenstructuur. De komende jaren zal moeten blijken of deze verhoging afdoende is om de hoofdwegen duurzaam in stand te houden. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Conjuncturele ontwikkelingen bouwkosten | |
1 | Omschrijving: | Vanwege de sterk aantrekkende economie is een stijging van de kosten voor bouwprojecten zichtbaar. De in 2018 geplande verbouwing van de Pannehoef, is mede om deze reden opgeschort in afwachting van nader onderzoek naar alternatieve huisvesting. De komende jaren staan nog een aantal grote bouwprojecten op de planning zoals de (ver-)nieuwbouw van kleedaccommodaties Neerlandia, Irene ’58 en OVV ’67. De renovatie van de kleedaccommodatie van SCO wordt in 2018 uitgevoerd. De nieuwe brandweerkazerne in Den Hout wordt in 2018 opgeleverd. Over de toekomst van het stadhuis wordt op korte termijn een besluit genomen. |
2 | Impact: | De genoemde bouwprojecten tezamen hebben een omvang van zo’n € 2,8 miljoen exclusief de verduurzaming van het stadhuis. Hiervoor wordt een variantenstudie uitgewerkt waarbij de investeringen geraamd worden tot een maximum van ca. 25 miljoen. Uitstel over de toekomst van het stadhuis leidt tot hogere lasten. Vanaf 2017 wordt reeds ervaren dat schaarste van aanbieders toeneemt. Daarnaast neemt de prijsstijging van materialen exponentiele vormen aan. |
3 | Financiële impact: | Een kostenstijging van zo’n 20% betekent € 5,0 miljoen aanvullend benodigd krediet. De lage rentestand biedt daarentegen op dit moment aantrekkelijke financieringsmogelijkheden. |
4 | Maatregelen: | De kostenontwikkelingen scherp blijven monitoren aan de hand van aanbestedingen in het land. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Grondexploitaties algemeen | |
1 | Omschrijving: | Het risico dat de inkomsten uit grondverkopen onder druk komen te staan is inmiddels door het aantrekken van de markt afgenomen. Toch blijft dit een belangrijke component omdat voor de projecten Santrijn en de Contreie een groot deel van de kosten zijn gemaakt, waardoor de verwachte eindwaarde met name bepaald wordt door de snelheid van afname alsmede door het uiteindelijk bedrag wat ontvangen wordt. Dit is afhankelijk van de vrij op naam prijs van de woningen (door toepassing grondquote) en dit wordt weer bepaald door de markt. Via scenarioanalyses en het periodiek doorrekenen van deze projecten ontstaat er goed inzicht in de risico’s. Daarnaast wordt in het MPG per project en totaal specifieke berekeningen gemaakt inzake risico’s en weerstandsvermogen. De Contreie is het grootste project binnen onze gemeente met een boekwaarde (geïnvesteerd bedrag per 31-12-2017) van circa € 16,5 miljoen. Deze wordt hieronder specifiek toegelicht. Van de overige projecten zijn met |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | name de projecten Santrijn en Zwaaikom risicovol, waarbij hier ook een belangrijke component ligt in het risico van afzet van de woningen en bij Zwaaikom ook in de verdere ontwikkeling van het plan. Tenslotte is er ook voor Slotjes Midden een toelichting opgenomen. In dit project zijn alle inkomsten ontvangen maar moeten de komende jaren nog grote investeringen worden gedaan in het openbaar gebied. | |
1 | Impact: | Het benodigde weerstandsvermogen is berekend op basis van de zogenoemde IFLO-methode en de risicokaartmethode. Op basis van de actualisatie uit het Meerjaren Perspectief Grondexploitaties (MPG) van september 2017 en actualisatie van de grondexploitaties blijkt de volgende marges van het benodigde weerstandsvermogen: IFLO methode : € 5,65 miljoen Risicokaartmethode: € 1,22 miljoen |
2 | Financiële impact: | 6.870.000 (risico grondexploit aties totaal ) € |
3 | Maatregelen: | De plannen worden periodiek doorgerekend op basis van actuele inzichten, waarbij meerdere scenario’s in beeld worden gebracht. Thans is niet de afzet van gronden het meest kritieke in de totale grondexploitatie, maar de planning. Binnen de vrije reserve worden de bedragen binnen de P&C cyclus steeds geactualiseerd, hetgeen zorgt voor de periodiek afstemmingsmoment tussen de uitgaven en inkomsten. Daarnaast is er binnen de grondexploitatie een algemene bedrijfsreserve beschikbaar ter hoogte van circa € 16,4 miljoen. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | De Contreie | |
1 | Omschrijving: | D EQua financiën vormt de verkoop van de vrije kavels inclusief de woonwerkkavels het grootste risico. Van de nog niet verkochte vrije kavels is het grootste deel van de kavels onder optie dan wel verkocht onder behoud. Kopers kunnen hier nog relatief makkelijk van af , bijvoorbeeld wanneer financiering een probleem blijkt. De grondopbrengst van de kavels is daardoor nog niet gegarandeerd. Ook qua planning vormen de vrije kavels een risico. Zolang kavels niet bebouwd worden, verstoort dat een vlotte inrichting van de buitenruimte. Dit brengt extra kosten met zich mee omdat tijdelijke maatregelen getroffen moeten worden getroffen om de wijk toch leefbaar te houden. In het voorjaar van 2018 is gestart met de verkoop van de woonwerkkavels. Binnen afzienbare tijd waren vier van de acht kavels onder optie. Om die reden is niet verder gekeken naar een alternatieve invulling voor de locaties. In de tweede helft van 2018 is inzet op de promotie van de woonwerkkavels. Wanneer de kavels daadwerkelijk worden verkocht valt niet te voorspellen. e risico’s in de projectbouw zijn grotendeels verdwenen. Voor de kavels aan de Lanspunt en de te onteigenen kavel op de Zuidwestlocatie moet nog een koopovereenkomst worden gesloten (ontwikkelovereenkomst reeds gesloten met GEM). Voor het Vrachelsplein is een intentieovereenkomst gesloten met Thuisvester. r moeten nog een aantal werken bouw- en woonrijp maken worden aanbesteed/uitgevoerd. Het risico bestaat dat prijzen stijgen ten opzichte van wat eerder is geraamd in de grondexploitatie. |
2 | Impact: | Het tempo van realisering, zowel projectbouw als vrije bouw, is hoog. De markt is echter nooit helemaal te voorspellen. Wat betreft de afzet van woningen blijft een risico bestaan. Een vertraging in de afzet heeft latere grondopbrengsten tot gevolg. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Bouwbedrijven hebben te maken met lange aanlevertijden van materiaal en moeilijk te verkrijgen personeel. Dit leidt in een aantal gevallen tot vertraging in het bouwproces. Dit heeft tot gevolg dat de gemeente het woonrijp maken van locaties moet uitstellen. Kosten kunnen hierdoor hoger uitpakken. Daarnaast loopt de grondexploitatie loopt langer door omdat het project niet kan worden afgerond. | |
1 | Financiële impact: | Onderdeel van de impact grondexploitaties totaal |
2 | Maatregelen: | Verkoop van de vrije kavels en woonwerkkavels wordt goed gemonitord zodat wanneer nodig direct passende maatregelen kunnen worden genomen om verkoop waar mogelijk te bespoedigen. De planning van bouwbedrijven wordt goed in de gaten gehouden zodat bij dreigende vertraging in de bouw kan worden gezocht naar oplossingen, dan wel met de bouwer dan wel de aannemer van de aanleg openbare ruimte. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Everdenberg Oost | |
1 | Omschrijving: | In december 2017 is het bestemmingsplan vastgesteld door de gemeenteraad. Het plan is daarna vrijgegeven voor beroep. Er is door 3 personen/instanties beroep ingediend. Naar verwachting is de zitting over dit beroep in sept / okt 2018. Of en wanneer er gestart wordt met de verkoop en de uitvoering is mede afhankelijk van de uitspraak van de Raad van State. Er is een samenwerking tussen de gemeente en de ontwikkelaar die een deel van de gronden in bezit heeft. Deze samenwerking wordt ingericht t.b.v. de uitvoering en uitgifte van de bedrijfskavels. Er is een afhankelijkheid met het project vernieuwing N629. De eerste fase van dat project moet zijn opgeleverd, voordat bedrijven op Everdenberg-Oost hun deuren kunnen openen. Oplevering van de eerste fase van de N629 is gepland medio 2020. |
2 | Impact: | Indien de oplevering van de eerste fase van de N629 dan wel een eventueel ingediend beroep leidt tot vertraging van de uitgifte, heeft dat direct financiële consequenties. In de grondexploitatie is wel ruimte voor uitloop, doch dat zal ten koste gaan van de opbrengst. |
3 | Financiële impact: | Onderdeel van de impact grondexploitaties totaal. |
4 | Maatregelen: | Nauw overleg met de provincie over de voortgang van de N629 en nauw overleg met alle betrokken in het kader van het draagvlak voor het project. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Ontwikkeling Santrijngebied excl. parkeergarage | |
1 | Uitgifte grond voor woningbouw: Omschrijving: Verwachte risico’s zijn beperkt doordat er een inschrijving is afgerond. - Moment van uitgifte kan nog enkele maanden wijzigen. - De grond dient in bouwrijpe staat opgeleverd te worden. Voor het openbaar gebied geldt: Verwachte risico kan met name zijn de hogere kosten voor aanleg openbaar gebied | |
2 | Impact: Voor het openbaar gebied geldt dat onder andere door bodemverontreiniging de kosten voor aanleg van openbaar gebied hoger kunnen worden. | |
3 | Financiële impact Onderdeel van de impact grondexploitaties totaal | |
4 | Uitgifte grond voor woningbouw Maatregelen: - Start levering parkappartementen zo snel mogelijk, verwachting is tweede kwartaal 2019. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Zwaaikom | |
1 | Omschrijving: | De belangrijkste risico’s binnen het project Zwaaikom zijn: 1. Bestemmingsplanprocedure (loopt in 2018) 2. Subsidie: vervallen van provinciale subsidie. Daarnaast dienen er nog voor diverse onderdelen nader onderzoek plaats te vinden, hetgeen afhankelijk van de bevindingen kan leiden tot extra kosten. |
2 | Impact: | 1. Als het bestemmingsplan vertraging oploopt, kunnen de ontwikkelaars niet beginnen met de verkoop en bouw van de woningen terwijl blijkt dat er veel vraag naar is. 2. Mogelijke planschadeclaims en vertragingsprocedures. |
3 | Financiële impact: | Onderdeel van de impact grondexploitaties totaal |
4 | Maatregelen: | 1. Intensief overleg met alle betrokken partijen (onder meer ontwikkelaars, provincie, organisaties, belanghebbenden, verenigingen en bewoners). 2. Overleg met Provincie over nieuwe subsidiemogelijkheden. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Herontwikkeling Slotjes Midden | |
1 | Omschrijving: | De herontwikkeling van Slotjes Midden is in volle gang. Na de stadswoningen aan de Van Oldeneellaan zijn ook de woningen in het Loevepark en aan de voormalige schoollocatie aan de Loevensteinlaan nagenoeg gerealiseerd. De flats aan de Dr. Janssenslaan, Tempelierstraat en Van Boischotlaan zijn grootschalig gerenoveerd en worden voor de komende 20 jaar door geëxploiteerd. Voor realisering van het gebied wat globaal begrensd wordt door de Thorbeckestraat, Loevensteinlaan , Wilhelminakanaal Noord en de Pieter Vreedestraat zijn plannen in een vergevorderd stadium. Start bouw gepland in september 2018. Inmiddels heeft Thuisvester samen met een ontwikkelaar een overeenkomst gesloten om de resterende locaties te herontwikkelen. Vervolgens wordt de kanaalzone ingericht. Doelstelling is om alle werkzaamheden gerealiseerd te hebben in 2023. |
2 | Impact | In het kader van de bijstelling van de oorspronkelijke herstructurerings-plannen voor Slotjes Midden is ook de grondexploitatie geactualiseerd. De eindwaarde van de grondexploitatie was en blijft nihil. |
3 | Financiële impact | -Hogere prijzen inrichting kanaalzone door te kiezen voor invulling hiervan met projecten rondom klimaatadaptatie. - Hogere prijzen bouwproducten door toenemende vraag en tekorten aan aanbodkant. Dit kan de planning van het bouwproces vertragen. - Inrichten openbare ruimte nog niet concreet. Kostenraming hiervan is nog redelijk abstract. - Langere duur van project door eventuele juridische procedures vanuit omwonenden. |
4 | Maatregelen: | Regelmatig overleg en afstemming met Thuisvester en ontwikkelaar ten aanzien van de planning en de gemaakte afspraken vastleggen. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | - Goed inzicht in en zonodig bijstellen van hoogte en moment van uitgaven voor herinrichting openbaar gebied. - In nauw overleg met de buurtcoördinator de leefbaarheid van de wijk blijven volgen en zonodig aanvullende maatregelen treffen. - Zoeken naar subsidiemogelijkheden, bijvoorbeeld via de provincie, om de kosten van projecten rondom klimaatadaptatie te verlagen. |
0 | 1 | 2 | |
---|---|---|---|
0 | Kans | Omschreven als | Geschatte kans dar het risico zich in werkelijkheid zal voor doen |
1 | Zeer klein | Zeer onwaarschijnlijk | 1% |
2 | Klein | Onwaarschijnlijk | 10% |
3 | Gemiddeld | Aannemelijk | 50% |
4 | Groot | Waarschijnlijk | 80% |
0 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | |
---|---|---|---|---|---|---|
0 | Nr | Item | Maximaal risico | Kans | I/S | Impact |
1 | 1 | Algemene uitkering | 660.000 | Groot | S | 528.000 |
2 | 2 | Taakstelling jeugd en WMO | 3.200.000 | Groot | S | 2.560.000 |
3 | 3 | Verbonden partijen | 465.000 | Gemiddeld | S/I | 232.500 |
4 | 4 | Brand Moerdijk | 324.000 | Gemiddeld | I | 162.000 |
5 | 5 WAVA / Go | 340.000 | Groot | S/I | 272.000 | |
6 | 6 | Attero | pm | Groot | I | pm |
7 | 7 | Afvalverwijdering | 230.000 | Groot | S | 184.000 |
8 | 8 | Rente / treasury | 300.000 | Gemiddeld | S | 150.000 |
9 | 9 | Achtervang gewaarborgde geldleningen | 199.000.000 | Zeer klein | I | 1.990.000 |
10 | 10 | Garantstellingen | 11.000.000 | Zeer klein | I | 110.000 |
11 | 11 | Informatiebeveiliging & privacy | 820.000 | Gemiddeld | I | 410.000 |
12 | 12 | Koepelvrijstelling BTW | 90.000 | Groot | S | 72.000 |
13 | 13 | Straatparkeren BTW | 250.000 | Gemiddeld | S | 125.000 |
14 | 14 | Onderhoud kapitaalgoederen | 0 | - | - | 0 |
15 | 15 | Conjuncturele ontwikkelingen bouwkosten | 3.000.000 | Groot | I | 2.400.000 |
16 | Totaal benodigde weerstandscapaciteit excl. grondexploitaties | 9.195.500 | ||||
17 | Risico grondexploitaties | 6.870.000 | ||||
18 | Totaal benodigde weerstandscapaciteit | 16.065.500 |
0 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
0 | Paragraaf | JR 2017 | Begr 2018 | Begr 2019 | Begr 2020 | Begr 2021 | Begr 2022 | |
1 | Netto schuldquote | 5.4. Treasury | 38,1% | 42,4% | 43,7% | 47,6% | 54,4% | 57,3% |
2 | Netto schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen | 5.4. Treasury | 39,5% | 43,7% | 45,0% | 49,0% | 55,8% | 59,0% |
3 | Solvabiliteitsratio | 5.4. Treasury | 59,4% | 59,1% | 57,2% | 56,7% | 54,9% | 53,1% |
4 | Structurele exploitatieruimte | 6.14. incidentele baten & lasten | -4,2% | 1,1% | -1,4% | 0,3% | 0,2% | 0,7% |
5 | Grondexploitatie | 5.7. Grondbeleid | 18,7% | 10,5% | 8,5% | 6,6% | 4,2% | 2,8% |
6 | Belastingcapaciteit | 5.1. Lokale heffingen | 89,7% | 90,0% | 97,6% | 97,6% | 97,6% | 97,6% |
2020
Categorie | Risico | Kans | Max. impact | Gewogen bedrag |
---|---|---|---|---|
Gemeentefonds | Algemene uitkering | None | None | 825000.0 |
Sociaal domein | Taakstelling jeugdzorg & WMO | None | None | 1600000.0 |
GR / Verbonden partijen | Verbonden partijen / Gemeenschappelijke regelingen | 5.0 | 9400000.0 | 470000.0 |
Juridisch, aansprakelijkheid, claims | Risico aansprakelijkheid brand Moerdijk | None | None | 300000.0 |
Sociaal domein | Ontwikkeling WSW bedrijf WAVA/MidZuid | None | None | 857071.0 |
GR / Verbonden partijen | Attero | None | None | None |
Overig | Afval algemeen | None | None | 230000.0 |
Dividend/Rente | Rente/treasury | None | None | 300000.0 |
GR / Verbonden partijen | Achtervang gewaarborgde geldleningen | None | None | 1940000.0 |
GR / Verbonden partijen | Garantstellingen | None | None | 94000.0 |
Informatieveiligheid | Informatiebeveiliging & privacy | None | None | 10000000.0 |
Belasting | BTW verbonden partijen | None | None | 90000.0 |
Belasting | BTW Sportaccommodaties (SPUK) | None | None | 220000.0 |
Kapitaalgoederen | Onderhoud kapitaalgoederen | None | None | None |
Grondexploitatie | Conjuncturele ontwikkelingen bouwkosten | None | None | 5000000.0 |
Grondexploitatie | Grondexploitaties algemeen | None | None | 4430000.0 |
Grondexploitatie | De Contreie | None | None | None |
Grondexploitatie | Everdenberg Oost | None | None | None |
Grondexploitatie | Ontwikkeling Santrijngebied excl. parkeergarage | None | None | None |
Grondexploitatie | Zwaaikom | None | None | None |
Grondexploitatie | Herontwikkeling Slotjes Midden | None | None | None |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Garantstellingen | |
1 | Omschrijving: | De gemeente staat garant voor de betaling van rente en aflossing van geldleningen aan instellingen, stichtingen of verenigingen die een doel nastreven met een maatschappelijk belang. In alle gevallen geldt dat er sprake moet zijn van bijzondere omstandigheden. Die bijzondere omstandigheid bestaat veelal daarin dat de instelling geen |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Everdenberg Oost | |
1 | Omschrijving: | Op 28 augustus jl. is het bestemmingsplan onherroepelijk geworden. Er is een samenwerking tussen de gemeente en de ontwikkelaar die een deel van de gronden in bezit heeft. Deze samenwerking wordt ingericht t.b.v. de uitvoering en uitgifte van de bedrijfskavels. Er is een afhankelijkheid met “het project vernieuwing N629”. De eerste fase van dat project moet zijn opgeleverd, voordat bedrijven op Everdenberg-Oost hun deuren kunnen openen. Oplevering van de eerste fase van de N629 is gepland juni 2020. Daarnaast dient er een (tijdelijke) aansluiting aangelegd te worden tussen Everdenberg |
0 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
0 | Waarde 2019 | Tarief 2019 | Tarief artikel 12 (2020) | Bruto Opbrengst 2019* | Bruto opbrengst tarief art 12 | Onbenutte capaciteit | |
1 | - woningen eigenaar | 6.068.863 | 0,1084% | 0,1853% | 6.351 | 11.245 | 4.894 |
2 | - niet woningen eigenaar | 1.564.930 | 0,2031% | 0,1853% | 3.090 | 2.900 | -190 |
3 | - niet woningen gebruiker | 1.250.536 | 0,1775% | 0,1853% | 2.214 | 2.317 | 103 |
4 | Totaal | 11.655 | 16.463 | 4.807 |
0 | 1 | 2 | 3 | 4 | |
---|---|---|---|---|---|
0 | Incidentele weerstandscapaciteit | Jaarrekening 2017 | Jaarrekening 2018 | Begroting 2019 | Begroting 2020 |
1 | Algemene reserves | 5.283 | 5.283 | 5.283 | 5.283 |
2 | Vrije reserve | 28.992 | 22.638 | 24.942 | 24.692 |
3 | Reserves grondexploitatie | 25.739 | 24.017 | 15.587 | 12.819 |
4 | Overige bestemmingsreserves* | 12.716 | 9.441 | 5.652 | 2.604 |
5 | Totaal | 72.730 | 61.379 | 51.464 | 45.398 |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Incidentele weerstandscapaciteit | Ultimo 2020 |
1 | Algemene reserves | 5.283 |
2 | Vrije reserve* | 6.241 |
3 | Reserve grondexploitatie** | 10.651 |
4 | Overige bestemmingsreserves*** | 0 |
5 | Totaal | 22.175 |
0 | |
---|---|
0 | Algemene uitkering |
1 | Omschrijving: De hoogte van het gemeentefonds is afhankelijk van de uitgaven die het rijk doet. Dit noemen we ‘samen de trap op en samen de trap af’. Wanneer de rijksoverheid minder uitgeeft, ontvangen we als gemeente ook minder algemene uitkering. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Afgelopen periode zijn er een aantal onderzoeken gestart die te maken hebben met de herziening van de financiële verhoudingen tussen het Rijk en de gemeenten. Deze herziene verhoudingen omvatten een herziening op het gehanteerde verdeelmodel voor zowel de Algemene uitkering als ook specifiek op het sociaal domein. Een herziening van het verdeelmodel betekent herverdeeleffecten voor gemeenten. Momenteel is nog geen inzicht in wat dat voor onze gemeente in financiële zin kan gaan betekenen. | |
1 | Impact: | Onduidelijk is wat de meerjarige effecten van de nieuwe verdeelsystematiek daadwerkelijk zullen zijn. Bestuurlijk is al wel afgesproken dat de financiële effecten getrapt zullen worden ingevoerd, zodat het effect maximaal € 15 per inwon er per jaar zal gaan bedragen. Dit naast de jaarlijkse onzekerheid als gevolg van de ‘samen trap op samen trap systematiek’. |
2 | Financiële impact: | Bestuurlijk is al wel afgesproken dat de financiële effecten getrapt zullen worden ingevoerd, zodat het effect maximaal € 15 per inwoner per jaar zal gaan bedragen (Wat voor Oosterhout per jaar dus maximaal zo’n € 825.000 effect heeft). Deze korting kan vervolgens dus wel meerdere jaren optreden! Voor de mogelijke onderuitputting van het Rijk is meerjarig een (beperkte) stelpost opgenomen. |
3 | Maatregelen: | De gemeente Oosterhout volgt (voornamelijk via de M50) de ontwikkeling van de verdeelmodellen en laat zich hierover periodiek informeren en draagt via deze groep haar mening uit richting VNG / Rijk. De M50 is ook (ambtelijk en bestuurlijk) vertegenwoordigt in de werkgroepen die over de verdeelmodellen nadenken. Het Rijk heeft besloten om met ingang van 2018 de Algemene uitkering te koppelen aan de brede Rijksuitgaven, wat ervoor gaat zorgen dat de AU zich stabieler ontwikkelt. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Oost en de N629. Hiervoor dienen nog gronden aangekocht te worden. Verder kan hele gebeuren rondom de stikstof (PAS) gevolgen hebben. | |
1 | Impact: | Indien de oplevering van de eerste fase van de N629, de aansluiting van de (tijdelijke) weg en/of de PAS leidt tot vertraging, dan heeft dit consequenties voor de uitgifte van de bedrijfskavels. En dus direct financiële gevolgen. In de grondexploitatie is wel ruimte voor uitloop, maar dat gaat ten koste van de opbrengst. |
2 | Financiële impact: | Onderdeel van de impact grondexploitaties totaal. |
3 | Maatregelen: | Nauw overleg met de provincie over de voortgang van de N629 en overleg met alle betrokken in het kader van het draagvlak voor het project. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Taakstelling jeugdzorg & WMO | |
1 | Omschrijving: | Per 1 januari 2015 zijn er taken op het gebied van jeugdzorg, AWBZ en de participatiewet overgeheveld van het Rijk naar de gemeenten. Deze overheveling zijn gepaard gegaan met gelijktijdige budgetverlagingen vanuit het Rijk. In 2017 zijn grote tekorten op gebied van jeugd en WMO zichtbaar geworden. Deze lijn zet zich door naar toekomstige jaren. In de begroting 2019 zijn de budgetten voor jeugd en WMO daarom met resp. € 4,5 miljoen en € 1,8 miljoen opgehoogd. Gelijktijdig is echter een taakstelling opgelegd van resp. 1.000.000 en € 600.000 op deze beleidsterreinen. € Hiertoe zijn projectorganisaties opgericht en projectopdrachten vastgesteld. |
2 | Impact: | J WMO In de begroting 2019 is voor de Wmo netto € 1,8 mil joen extra budget opgenomen. Op gebied van de WMO wordt desondanks in 2019 (peildatum augustus 2019) een kostenoverschrijding van € 2,9 miljoen verwacht. In de begroting 2020 is daarom nog eens ruim € 2,0 miljoen extra budget voor WMO meegenomen. Hier ligt voor 2020 nog een taakstelling van € 600.000 op. Meerjarig (v anaf 2021) loopt deze taakstelling op naar € 1,2 miljoen. eugdzorg In de begroting 2019 is voor jeugd netto € 3,5 milj oen extra budget opgenomen. Dit is inclusief een taakstelling van € 1 miljoen. Naar |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Z verwachting blijft het jaar 2019 (peildatum augustus 2019) binnen het vastgestelde budget en is de taakstelling dus ook gerealiseerd. Meerjarig is er voor 2020 wederom een taakstelling van € 1 miljoen te realiseren. onder maatregelen komt de houdbaarheid van ons zorgstelsel en onze financiële positie als gemeente in het gedrang. In de meerjarenbegroting is vastgesteld dat het tekort in de periode 20192020 met telkens € 1,6 miljoen per jaar moet worden teruggedrongen. Dit realiseren we door het sturen op de transformatie en het nemen van beheersmaatregelen in de toegang en de specialistische jeugdhulp. Er is daartoe voor zowel jeugd als WMO een taskforce opgericht die deze maatregelen moet gaan uitwerken en doorvoeren met als uitgangspunt om betere zorg voor minder geld te organiseren. Risico blijft echter dat door het geheel aan wet- en regelgeving, de ontwikkelingen in de samenleving (ook binnen andere domeinen) en de vraag naar en noodzaak van de inzet van hulp een tekort onvermijdbaar blijft. | |
1 | Financiële impact: | 1.600.000 € |
2 | Maatregelen: | Met ingang van de begroting 2019 is de jeugdzorg en de WMO niet meer budgetneutraal opgenomen, maar is hier reëel geraamd conform de verwachte kosten. Er vinden maandelijks voortgangsgesprekken en –rapportages plaats op de ombuigingen, waardoor snel bijgestuurd kan worden. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Verbonden partijen / Gemeenschappelijke regelingen | |
1 | Omschrijving: | In de paragraaf verbonden partijen wordt inzicht gegeven in de aard, omvang en betekenis van de privaatrechtelijke en publiekrechtelijke organisaties waarin de gemeente Oosterhout een bestuurlijk en/of financieel belang heeft en daarmee ook risico’s loopt. |
2 | Impact: | Verbonden partijen zijn verplicht om in hun begroting en jaarstukken een risicoparagraaf op te nemen waarin de door de verbonden partij onderkende risico’s zijn opgenomen. Over het algemeen is de afspraak gemaakt dat verbonden partijen er geen eigen reserves op na houden, maar dat men zich, in geval een risico zich daadwerkelijk voor doet, wendt tot de deelnemende gemeenten om dit op te vangen. Hiermee loopt de gemeente Oosterhout een direct financieel risico. |
3 | Financiële impact: | Voor een overzicht van de verbonden partij wordt verwezen naar de paragraaf verbonden partijen (paragraaf 5.6). De verbonden partijen hebben in hun begroting (vanaf 2019) weliswaar risico’s benoemd, maar deze zijn veelal niet gekwantificeerd. Hierdoor is het niet mogelijk voor de gemeente Oosterhout om te bepalen hoe hoog het financiële risico is dat wij vanuit de verbonden partijen lopen. De totale bijdrage van de gemeente Oosterhout in 2020 aan de verbonden partijen bedraagt ruim € 9,4 miljoen. Omd at de GR’en de risico’s veelal nog niet hebben gekwantificeerd wordt nu 5% (€ 470.000) van dit begrotingstotaal als risicopost opgenomen. |
4 | Maatregelen: | De ontwikkeling van de risicoparagraaf van alle verbonden partijen zal worden gemonitord via vertegenwoordiging in het AB/DB. Gedurende het kalenderjaar zijn er verschillende momenten (bestuursrapportage) om (bij) te sturen op een verbonden partij. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Risico aansprakelijkheid brand Moerdijk | |
1 | Omschrijving: Gemeente Moerdijk en de Veiligheidsregio MWB worden door omliggende bedrijven van Chemie Pack in Moerdijk verantwoordelijk gehouden voor de schade die ze zeggen te hebben geleden als gevolg van de brand op 5 januari 2011.Er is nog steeds geen dagvaarding inzake aansprakelijkstelling uitgebracht, maar de mogelijkheid is nog steeds aanwezig; er is nog geen sprake van de verjaringstermijn. Het kan hier gaan om een claim die in de (tientallen) miljoenen loopt. | |
2 | Impact: Het risico van de brand in Moerdijk is niet financieel vertaald in het weerstandsvermogen van de veiligheidsregio. Daarom worden de deelnemers van de gemeenschappelijke regeling geadviseerd met dit risico zelf rekening te houden. | |
3 | Financiële impact: Voor Oosterhout kan dit neerkomen op een risico van ruim 300.000. ( aandeel 4,8 %) | |
4 | Maatregelen: n.v.t |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Ontwikkeling WSW bedrijf WAVA/ MidZuid | |
1 | Omschrijving: | D Het budget dat wij van het Rijk ontvangen voor de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) maakt vanaf 2015 onderdeel uit van de integratie-uitkering sociaal domein. De middelen die hierin zitten voor uitvoering van de Wsw zijn onvoldoende om de uitvoering hiervan door WAVA te dekken. Dit betekent dat er sprake is van een aanvullende gemeentelijke bijdrage. Door verbetering van het bedrijfsresultaat bij WAVA is deze gemeentelijke bijdrage de afgelopen jaren gedaald. Het is echter de vraag of deze verbetering van het bedrijfsresultaat de komende jaren gehandhaafd kan blijven. De meerjarenraming 2020-2023 van WAVA, zoals WAVA deze heeft opgenomen in de WAVA-begroting 2020, laat tot en met 2020 een stijging van de gemeentelijke bijdrage zien, vanaf 2021 is de verwachting dat de gemeentelijke bijdrage gaat dalen. e Participatiewet kent de participatievoorziening beschut werk. Op dit moment is WAVA hiervoor onze belangrijkste uitvoerder. Via het BUIG-budget en het participatiebudget ontvangen wij hiervoor middelen van het Rijk die voor de uitvoering aan WAVA beschikbaar gesteld worden. Het Rijk bepaalt jaarlijks een aantal plaatsen beschut werk dat de gemeente moet realiseren voor zover er personen een indicatie hebben. Het is op dit moment nog onvoldoende duidelijk in hoeverre die middelen die het Rijk voor beschut werk beschikbaar stelt op langere termijn voldoende zijn om de kosten te dekken. |
2 | Impact: | Groot |
3 | Financiële impact: | 857.071 ( gemeentelijke bijdra ge 2020) € |
4 | Maatregelen: | De ontwikkelingen bij WAVA krijgen continu aandacht. Hierbij blijft er aandacht voor de vraag welke taken weggelegd dienen te worden bij WAVA. Ook de bedrijfsvoering binnen WAVA heeft blijvende aandacht. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | G D I de verwerker een minimale hoeveelheid restafval van 510 kTon aan te leveren. Vanaf 2011 is deze hoeveelheid niet meer in totaal aangeleverd door de gewesten. De rekeningen over de jaren 2011 tot en met 2014 zijn na gerechtelijke uitspraken definitief van tafel. Attero heeft (ondanks deze uitspraken) nieuwe procedures aangespannen over het jaar 2015 . nmiddels hebben de arbiters een eindvonnis gegeven en zijn de facturen over de naheffing 2016 en januari 2017 toegevoegd aan de lopende arbitragezaak. Uit het eindvonnis blijkt dat Attero in het gelijk is gesteld en dat de gewesten een naheffing over 2015, 2016 en januari 2017 zullen moeten gaan betalen aan Attero. Momenteel wordt een vernietigingsprocedure opgestart om dit eindvonnis aan te vechten en daarmee kan dit dossier nog niet worden gesloten. Op dit moment is nog niet te zeggen wanneer deze procedure zal eindigen. aande deze procedure zal binnen de gewesten gesproken moeten worden over de onderlinge verdeling. Vervolgens zal er een verdeling moeten komen tussen de gemeenten in deze gewesten. De vereniging van contractanten (VvC) heeft besloten dat het verdelingsvraagstuk, na de vernietigingsprocedure, wordt voorgelegd aan een externe adviseur die een bindend advies zal uitbrengen. e verdeling tussen de gemeenten in de gewesten is geparkeerd tot er een afspraak is over de verdeling tussen de gewesten. | |
1 | Impact: | De arbiters hebben in het eindvonnis gesteld dat de facturen voor de naheffing 2015, 2016 en januari 2017 door de gewesten betaald moeten worden. De vernietigingsprocedure heeft geen opschortende werking. Er is echter geen uitspraak gedaan over de verdeling. De gewesten zullen een vooruitbetaling moeten verrichten. Deze vooruitbetaling is gebaseerd op de facturen van Attero. Achteraf, als is vastgesteld hoe de verdeling tussen de gewesten en binnen het gewest plaats gaat vinden zal deze gecorrigeerd gaan worden. |
2 | Financiële impact: | pm |
3 | Maatregelen: | De Brabantse gewesten blijven gezamenlijk handelen richting Attero in deze zaak. In de nieuwe contracten per 1 februari 2017 is geen aanlever- of volumeplicht opgenomen. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Afval algemeen | |
1 | Omschrijving | De afvalbegroting is geen statische begroting. Veel is afhankelijk van niet of moeilijk beïnvloedbare factoren zoals de afvalverbrandingsbelasting, kwantitatieve en kwalitatieve afvalscheiding door bewoners (afvalgedrag), marktwerking van verwerkingstarieven of prijzen voor de inname van waardevolle recyclebare producten (papier, blik, textiel, etc.). Doorlopend zullen nieuwe contracten afgesloten moeten worden voor de verwerking van verschillende afvalstromen. De verwerkingstarieven zijn aan marktwerking onderhevig. Er kan dus moeilijk een betrouwbare inschatting worden gegeven over de daadwerkelijke toekomstige tarieven. De huidige tendens is wel dat de inkomsten uit grondstoffen zullen dalen en de kosten voor afvoer zullen stijgen. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Impact: | Het risico is interen op de egalisatievoorziening en een hogere afvalstoffenheffing. Onverwachtse prijswijzigingen zetten de egalisatievoorziening verder onder druk. De voorziening mag niet negatief zijn, in dat geval moet worden bijgestort uit de algemene middelen. Dit is in 2018 daadwerkelijk nodig gebleken. |
1 | Financiële impact: | Aan inkomsten uit recyclebare stromen is in de begroting 2019 zo’n € 1,892 miljoen opgenomen. Het totale risico van deze post wordt ingeschat op zo’n 10% hiervan. Daarnaast zijn de afgelopen jaren de kosten voor kwijtschelding en oninbaar fors gestegen, en kunnen ook niet alle ledigingen daadwerkelijk opgelegd worden bij inwoners. Hierin bestaat echter momenteel nog weinig inzicht. Deze effecten worden totaal ingeschat op zo’n € 230.000 per jaar. |
2 | Maatregelen: | - Meedoen aan grote aanbestedingen om gunstige tarieven in contracten vast te leggen - Geen eenmalige tariefsmatiging - Afvalscheiding zowel kwalitatief als kwantitatief bevorderen - Grip op bedrijfsvoering houden (efficiency verbetering continue opgave) |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Rente / treasury | |
1 | Omschrijving: | De gemeente Oosterhout heeft geld vanuit de markt aangetrokken om de gewenste investeringen te kunnen realiseren. Momenteel is deze rente erg laag. Hier wordt in de begroting rekening mee gehouden en hierdoor ontstaat ieder jaar extra financiële ruimte binnen de exploitatie. Indien de rente stijgt dan kan dit tot meerjarige budgettaire consequenties (lees extra bezuinigingen) leiden. Per 31 december 2018 is er totaal € 72,4 miljoen aan vreem d vermogen aanwezig. Een rentestijging van 1% betekent dus al een extra rentebetaling van € 725.000 op jaarbasis. |
2 | Impact: | Jaarlijks wordt in de begroting een inschatting gemaakt van het budgettair effect van de rente. Met ingang van 2017 mag de gemeente (vanwege een wijziging in het BBV) niet meer dan de werkelijk betaalde externe rente doorrekenen naar de gemeentelijke producten, waar voorheen een meerjarig (hoger) gemiddelde werd gehanteerd. Hiermee wordt de gevoeligheid van de begroting voor renteschommelingen ook aanzienlijk vergroot. Aangezien de rente momenteel historisch laag staat, is het te verwachten dat deze de komende jaren weer gaat stijgen. Dit betekent dat er dan nadelen ontstaat in de exploitatie. |
3 | Financiële impact: | 300.000 € |
4 | Maatregelen: | Er zijn intern maatregelen genomen om deze risico’s te beheersen en te mitigeren. Deze zijn veelal vastgelegd in het treasurystatuut. Deze risico’s worden beperkt door de renteontwikkeling voortdurend te volgen en verschillende rentevisies naast elkaar te leggen. Daarnaast zorgen we in de leningenportefeuille voor een goede spreiding in looptijd van de leningen. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Achtervang gewaarborgde geldleningen | |
1 | Omschrijving: | De gemeente staat – via een achtervangconstructie – samen met het rijk borg / garant voor de betaling van rente en aflossing van een afgesloten geldlening voor woningbouw die aan corporaties zijn verstrekt via het waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Daarnaast staan gemeente en Rijk garant voor hypotheken die aan |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | T particulieren zijn verstrekt via het Nationaal Hypotheken Garantiefonds (NHG). Het primaire risico ligt bij de betreffende corporaties c.q. de particulieren zelf. Met betrekking tot de WSW betreft het een getrapt systeem waarbij de eerste lijn is: als een corporatie niet langer beschikt over voldoende geld, en dus niet meer aan rente- en aflossingsverplichting kan voldoen, kan deze een beroep doen op het saneringsfonds van Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) al dan niet met extra geborgde financiering via WSW. Daarna (tweede lijn) kan de corporatie een beroep doen op aanvullende steun vanuit de buffers van het WSW en de gezamenlijke corporaties. Als deze tweede lijn ook niet toereikend is, kunnen rijk en de gezamenlijke gemeenten worden aangesproken op hun achtervangfunctie (derde lijn). Deze achtervangfunctie bestaat uit het verstrekken van renteloze leningen aan het WSW. Het WSW zal deze leningen te zijner tijd terugbetalen. Daarbij geldt de volgende verdeelsleutel: 50% voor rekening van het rijk, 25% voor rekening van de schadegemeenten en 25% voor rekening van de gezamenlijke Nederlandse Gemeenten. Het verlies blijft door deze constructie beperkt tot een klein aandeel in de rente van de extra geldleningen. en aanzien van per 1 januari 2011 afgegeven borgtochten wordt de volledige achtervangfunctie door het Rijk vervuld. Bij dreigende liquiditeitstekorten in verband met tot en met 31 december 2010 afgegeven borgtochten kan het WEW een beroep doen op achtergestelde, renteloze leningen van het Rijk (50%) en van de gemeenten (50%). | |
1 | Impact: | Het totaal aan gewaarborgde geldleningen met achtervangconstructie bedraagt € 387,5 miljoen (per 31 december 2018). Di t bestaat bijna geheel uit leningen geborgd door Waarborgfonds Sociale Woningbouw en waarbij de gemeente een achtervangfunctie vervuld (388 miljoen). Over dit bedrag staat de gemeente voor 50% (€ 194 miljoen) borg. |
2 | Financiële impact: | 1.940.000 € |
3 | Maatregelen: | Het WSW heeft ten doel woningbouwcorporaties tegen een zo laag mogelijke rente geld te laten lenen op de kapitaalmarkt, om zo de kosten van sociale woningbouw te kunnen drukken. Door het risico met andere gemeenten te delen, wordt hierbij het risico van individuele gemeenten beperkt. Bij opzegging van de overeenkomst met WSW zal de gemeente Oosterhout of zelf leningen moeten gaan verstrekken of zelf direct garant moeten gaan staan in de richting van (vooral) Thuisvester dat het risico vergroot. De claim op WSW dient nauwlettend te worden gemonitord. Gezien het feit dat er sprake is van een getrapt systeem is het risico niet theoretisch, maar ook niet groot. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | of onvoldoende zekerheid aan de bank kan verstrekken. Daar waar mogelijk vestigt de gemeente zekerheidsrechten. | |
1 | Impact: | Samenstelling van de gewaarborgde geldleningen bestaat uit de volgende hoofdposten: (cid:1) Zorgsector: (cid:1) Volkshuisvesting particulieren (door langdurige aflossing op geldleningen en stijging huizenprijzen risico nagenoeg nihil) (cid:1) Volkshuisvesting Thuisvester; (cid:1) Milieu (cid:1) Sport/ Welzijn Tezamen vertegenwoordigen deze (31 december 2018) een waarde van € 9,4 miljoen. |
2 | Financiële impact | 94.000 € |
3 | Maatregelen: | Aan elke garantstelling gaat een draagkrachttoets vooraf en worden waar mogelijk zekerheidsrechten gevestigd. Voorts wordt bedongen dat op leningen wordt afgelost waardoor het risico voor de gemeente geleidelijk afneemt. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Informatiebeveiliging & privacy | |
1 | Omschrijving: | Als gemeente werken we veel met waardevolle en privacygevoelige informatie. Informatiebeveiliging en dus ook het nemen van allerlei beveiligingsmaatregelen om de risico’s te beperken, wordt daarom steeds belangrijker. Ook (veranderende) wetgeving is van invloed op de eisen aan de informatiebeveiliging. Dit zien we bijvoorbeeld terug in de ontwikkelingen in de BIG en in de ENSIA-beoordeling. Binnen de gemeente Oosterhout maken we veelvuldig gebruik van gewone en bijzondere persoonsgegevens. Het zorgvuldig omgaan met deze persoonsgegevens staat hoog in het vaandel bij zowel de organisatie als de medewerkers. Met de komst van de Avg is het nog duidelijker omschreven welke plichten wij hebben als gemeente en welke rechten onze burgers hebben. |
2 | Impact: | Het neerzetten van een betrouwbare informatievoorziening is noodzakelijk voor het goed functioneren van de gemeente en is de basis voor het beschermen van rechten van burgers en bedrijven. Als er inbreuk plaatsvindt op de beschikbaarheid, integriteit of vertrouwelijkheid van informatie kan de continuiteit van de bedrijfvoering in gevaar komen en bedrijfsprocessen kunnen uitvallen. Ook kan de veiligheid van burgers in gevaar komen op het moment dat de gemeente geen betrouwbare informatievoorziening kan neerzetten. Bovendien kan als een incident zich voordoet waarbij gegevens gelekt worden dit in de pers en/of de beleving van de burgers breed uitgemeten worden. Als hierbij blijkt dat er onvoldoende maatregelen getroffen zijn, is sprake van aansprakelijkheid én heeft dit gevolgen voor het imago van de gemeente. Zeker als het gaat om informatie die gevoelig zijn (zoals de gegevens in het kader van het Sociaal Domein en/of Veiligheid). |
3 | Financiële impact | Wanneer de gemeente aantoonbaar onvoldoende oog heeft voor informatieveiligheid en privacy kan de Autoriteit Persoonsgegevens een maximale boete opleggen van € 10.000.000 bij ee n inbreuk op de privacy van betrokkenen (bij een datalek). Bij aanwijsbaar niet naleven van de eisen uit de Avg kan de boete zelfs oplopen tot € 20.000.000. Hiernaast kan de gemeente aansprakelijk worden gesteld voor schade die is opgelopen door individuen als gegevens “op straat” |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | komen. Tevens kunnen technische en organisatorische beveiligingsmaatregelen, die nodig zijn om risico af te dekken of incidenten op te lossen, onverwachte kosten met zich meebrengen. | |
1 | Maatregelen: | Op het gebied van informatiebeveiliging en privacy nemen we een aantal maatregelen. Zo zijn we bezig met een bewustwordingstraject voor de hele organisatie, hierin komen de verschillende onderwerpen van omgaan met en beveiligen van informatie aan de orde. Zowel de fysieke als de digitale (werk)omgeving zijn hierin behandeld. In 2020 vervolgen we deze campagne, omdat bewustzijn een continu proces is. Daarnaast is er een GAP-analyse uitgevoerd welke aangeeft in welke mate de gemeente voldoet aan de BIG en de Avg. De bevindingen die voort gekomen zijn uit deze analyse, zijn geplot op een risicomatrix. De risicomatrix geeft weer welke bevindingen de grootste risico’s met zich meebrengen voor de gemeente en welke bevindingen dus het eerst opgepakt moeten worden. We beoordelen deze risico’s zowel op de kans dat het risico zich voordoet als op impact van het risico. De doelstellingen van informatiebeveiliging en privacy worden waar mogelijk samen opgepakt en uitgevoerd. Ook op het gebied van privacy hebben we al belangrijke stappen gezet, zo is er een privacy organisatie opgezet met een Functionaris Gegevensbescherming (FG) en privacy beheerders binnen de afdelingen. Ook zijn de eerste Data Protection Impact Analyses (DPIA’s) uitgevoerd. De verbeterpunten die we hebben geïdentificeerd zijn onder handen of staan ondertussen op de planning. De eerste maatregelen zijn al genomen. Voor zowel informatiebeveiliging als privacy geldt dat dit thema’s zijn die nooit gereed zijn. Het is een groeiproces dat we met elkaar doormaken, waarbij we steeds volwassener worden. Vandaar dat we voor beide thema’s een volwassenheidsladder doorlopen. Waarbij gezegd moet worden dat 100% veiligheid een illusie is en zal blijven. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | BTW verbonden partijen | |
1 | Omschrijving: | De koepelvrijstelling voor BTW wordt verder ingeperkt. Kern van de nieuwe aanpassing is dat de koepelvrijstelling alleen nog geldt voor die samenwerkingsverbanden die zich bezighouden met activiteiten van algemeen belang. Hierbij moet worden gedacht aan maatschappelijk werk en sociale zekerheid, onderwijs en medische verzorging. Welke samenwerkingsverbanden onder het algemeen belang vallen, is momenteel echter nog niet duidelijk. Bijvoorbeeld het heffen van belastingen is een overheidstaak, maar geen activiteit van algemeen belang die is genoemd in de Europese btw-richtlijn. Dit risico geldt voor alle GR’s waarvan de activiteiten niet van algemeen belang zijn. Een ander voorbeeld hiervan zijn de Regionale Uitvoeringsdiensten (voorheen milieudiensten). |
2 | Impact: | Gemeenten zullen hierdoor meer btw gaan compenseren bij het BTW-compensatiefonds (BCF). Het plafond van het BCF wordt dan overschreden. Dat leidt tot korting van het gemeentefonds. Op basis van de huidige informatie lijkt het erop dat dit in ieder geval voor de BWB en de OMWB gaat gelden. De BTW voor deze regelingen bedraagt ruim € 90.000. |
3 | Financiële impact: | 90.000 € |
4 | Maatregelen: | In regionaal verband zal getoetst gaan worden in hoeverre de aanwezige GR’en voldoen aan deze richting. Daarnaast is landelijk |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | BTW Sportaccommodaties (SPUK) | |
1 | Omschrijving: | Vanaf 1 januari 2019 is de aftrek op de BTW sport komen te vervallen. De budgetten zijn in de begroting 2020 geraamd inclusief BTW. Via de specifieke uitkering sport (SPUK) kan de gemeente subsidie ontvangen vanuit het Rijk voor de BTW verhogingen. Gezien het grote aantal aanvragen bij het Rijk door gemeenten, zien we dat er meer is aangevraagd dan er beschikbaar is gesteld (€ 228 miljoen ingediend, € 152 miljoen beschikbaar). |
2 | Impact: | Aangezien er landelijk meer geld is aangevraagd door gemeenten, dan dat er beschikbaar is, is het niet duidelijk of het totaal ingediende bedrag ook daadwerkelijk uitbetaald wordt. Hierdoor heeft de gemeente een financieel nadeel op de uitgaven op gebied van sport. |
3 | Financiële impact: | 220.000 € |
4 | Maatregelen: | Gezien het feit dat er aan de voorkant meer is aangevraagd dan er beschikbaar is gesteld bij het Rijk, zijn wij voorzichtigheidshalve uitgegaan van 70% teruggave van de BTW. Oosterhout heeft over 2019 ruim € 736.000 aangevraagd. De aanvraag voor 2 020 moet in november 2019 worden gedaan. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Ontwikkeling Santrijngebied excl. parkeergarage | |
1 | Omschrijving: | Uitgifte grond voor woningbouw: Verwachte risico’s zijn beperkt doordat er een inschrijving is afgerond. - Moment van uitgifte kan nog enkele maanden wijzigen. - De grond dient in bouwrijpe staat opgeleverd te worden. Start bouw van de woningen -Het is niet duidelijk wat de PAS voor effect zal hebben op de vergunningsaanvraag. Voor het openbaar gebied geldt: Verwachte risico kan met name zijn de hogere kosten voor aanleg openbaar gebied. |
2 | Impact: | Voor het openbaar gebied geldt dat onder andere door bodemverontreiniging de kosten voor aanleg van openbaar gebied hoger kunnen worden. Voor de appartementen is het onduidelijk wat de impact van de PAS zal hebben op de aan te vragen omgevingsvergunning. |
3 | Financiële impact | Onderdeel van de impact grondexploitaties totaal |
4 | Maatregelen: | Uitgifte grond voor woningbouw - Levering parkappartementen zo snel mogelijk, verwachting is eerste kwartaal 2020. Aanleg openbaar gebied -Er zal een aanbesteding plaatsvinden zodat er concurrerend ingeschreven kan worden. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Onderhoud kapitaalgoederen | |
1 | Omschrijving: | Het komende jaar verwachten we de volgende risico’s bij het uitvoeren van het Jaarplan Openbare Ruimte: • De grote hoeveelheid aan projecten en opgaven in het Bestuursakkoord en in de Toekomstvisie in relatie tot de beschikbare capaciteit, middelen en prioritering; • De schaarste op de arbeidsmarkt, vooral in de technische functies, zowel in vaste dienst als inhuur. De kosten van inhuur zijn hoog. Ook adviesbureaus ervaren deze problemen; De voorbereiding van projecten vraagt meer tijd, onder andere door procedures, stijgende kosten en besluitvorming over wijzigingen in de uitgangspunten. De uitvoering van projecten loopt daardoor vertraging op. |
2 | Impact: | De tendens dat onderhoud vertraagd of uitgesteld wordt, heeft tot gevolg dat er achterstalligheid in onderhoud ontstaat. In praktijk is het zo dat je achterstallig onderhoud pas waarneemt als het een behoorlijke omvang heeft bereikt en dat je achterstalligheid normaal gesproken niet meer kunt inhalen anders dan met extra investeringen. |
3 | Financiële impact: | Nog niet te bepalen |
4 | Maatregelen: | De voortgang van de investeringen in de openbare ruimte worden gemonitord op realisatie. Het niet realiseren van investeringen in het geplande jaar van uitvoering, leidt in de toekomst tot een ophoging van het investeringsplafond Openbare Ruimte. |
0 | |
---|---|
0 | Conjuncturele ontwikkelingen bouwkosten |
1 | Omschrijving: De economie blijft aantrekken, waardoor een stijging van de kosten voor bouw- en onderhoudsprojecten zichtbaar blijft. De afgelopen jaren zijn van drie voetbalverenigingen de accommodaties vernieuwd en de nieuwbouw van Neerlandia ‘31 wordt eind 2019 opgeleverd. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Voor de renovatie of nieuwbouw van de kleedruimten van Irene ’58 en OVV ’67 wordt eerst onderzoek gedaan naar de locatie van de eventuele nieuwbouw, vanuit de toekomstige woningbouwopgave in beide dorpen. De hoogte van de investeringen voor de nieuwbouw van de sportaccommodaties zijn hier van afhankelijk. Over de toekomst van het stadhuis is voorjaar 2019 een besluit genomen. Er is door de raad een voorbereidingskrediet van € 2 milj oen beschikbaar gesteld, onder andere om het programma van eisen voor het nieuwe gemeentehuis en de toekomstvisie Slotjesveld verder uit te werken. | |
1 | Impact: | Mede vanwege de uit te voeren variantenstudies ten aanzien van de sportaccommodaties, wordt er komend jaar geen nieuwbouwproject opgestart. Vervangende nieuwbouw van de Oosterheide sporthal is enkel jaren vooruit geschoven. Voor het stadhuis is een variantenstudie uitgewerkt waarbij de investeringen om te komen tot een voorstel voor vervangende nieuwbouw geraamd tot een maximum van ca. 25 miljoen. Uitstel over de toekomst van het stadhuis leidt zeer mogelijk tot hogere lasten. Vanaf 2017 wordt reeds ervaren dat schaarste van aanbieders toeneemt. Daarnaast neemt de prijsstijging van materialen exponentiele vormen aan. |
2 | Financiële impact: | Een kostenstijging van zo’n 20% betekent € 5,0 milj oen aanvullend benodigd krediet. De steeds lager wordende rentestand biedt daarentegen aantrekkelijke financieringsmogelijkheden. |
3 | Maatregelen: | De kostenontwikkelingen scherp blijven monitoren aan de hand van aanbestedingen in het land. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Grondexploitaties algemeen | |
1 | Omschrijving: | Via scenarioanalyses en het periodiek doorrekenen van alle grondexploitaties projecten ontstaat er goed inzicht in de risico’s. Daarnaast wordt in het MPG per project en totaal specifieke berekeningen gemaakt inzake risico’s en weerstandsvermogen. De Contreie is het grootste project binnen onze gemeente met een boekwaarde (geïnvesteerd bedrag per 31-12-2018) van circa € 8,9 miljoen.. Van de overige projecten zijn met name de projecten Santrijn, Everdenberg en Zwaaikom risicovol, waarbij hier ook een belangrijke component ligt in het risico van afzet van de gronden en bij Zwaaikom ook in de verdere ontwikkeling van het plan. Tenslotte is er ook voor Slotjes Midden een toelichting opgenomen. In dit project zijn alle inkomsten ontvangen maar moeten de komende jaren nog grote investeringen worden gedaan in het openbaar gebied. Het risico dat de inkomsten uit grondverkopen onder druk komen te staan is ver afgenomen, door het aangaan van overeenkomsten van uitgifte binnen de projecten Santrijn en de Contreie. Alle projecten worden hieronder specifiek toegelicht |
2 | Impact: | Het benodigde weerstandsvermogen is berekend op basis van de zogenoemde IFLO-methode. Op basis van de actualisatie uit het Meerjaren Perspectief Grondexploitaties (MPG) van september 2019 en actualisatie van de grondexploitaties blijkt de volgende marges van het benodigde weerstandsvermogen: IFLO methode : € 4,43 miljoen |
3 | Financiële impact: | 4.430.000 (risico grondexploit aties totaal ) € |
4 | Maatregelen: | De plannen worden periodiek doorgerekend op basis van actuele inzichten, waarbij meerdere scenario’s in beeld worden gebracht. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Thans is niet de afzet van gronden het meest kritieke in de totale grondexploitatie, maar de planning. Binnen de vrije reserve worden de bedragen binnen de P&C cyclus steeds geactualiseerd, hetgeen zorgt voor de periodiek afstemmingsmoment tussen de uitgaven en inkomsten. Daarnaast is er binnen de grondexploitatie een algemene bedrijfsreserve beschikbaar ter hoogte van circa € 8,6 miljoen. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | De Contreie | |
1 | Omschrijving: | D Qua financiën en planning vormt de verkoop van de vrije kavels en de woonwerkkavels het grootste risico. De verkoop van de laatste vrije kavels loopt goed. Wel hebben enkele kandidaat kopers voor de kavels moeten afzien van de koop door stijging van de bouwkosten. Het moment van grondopbrengst van gronden voor projectbouw is soms niet concreet omdat dit afhankelijk is van de verkoop van de geplande woningen. Niet alleen qua grondopbrengsten maar ook qua uitvoeringsplanning vormt dit een risico. Zolang de kavels niet bebouwd zijn, kan de buitenruimte niet definitief worden ingericht. Dit brengt extra kosten met zich mee omdat tijdelijke maatregelen getroffen moeten worden getroffen. e risico’s in de projectbouw zijn grotendeels verdwenen. Voor de kavels aan de Lanspunt en de Zuidwestlocatie zijn ontwikkelovereenkomsten gesloten met een projectontwikkelaar. Voor het Vrachelsplein is een intentieovereenkomst gesloten met Thuisvester. Er moeten nog een aantal werken bouw- en woonrijp maken worden aanbesteed/uitgevoerd. Het risico bestaat dat prijzen stijgen ten opzichte van wat eerder is geraamd in de grondexploitatie. |
2 | Impact: | Het tempo van realisering, zowel projectbouw als vrije bouw, is hoog. De markt is echter nooit helemaal te voorspellen. Wat betreft de afzet van woningen blijft een risico bestaan. Een vertraging in de afzet heeft latere grondopbrengsten tot gevolg. Daarnaast loopt de grondexploitatie dan langer door omdat het project niet kan worden afgerond. |
3 | Financiële impact: | Onderdeel van de impact grondexploitaties totaal |
4 | Maatregelen: | Verkoop van de vrije kavels en woonwerkkavels wordt goed gemonitord zodat wanneer nodig direct passende maatregelen kunnen worden genomen om verkoop waar mogelijk te bespoedigen. Om de verkoop van de woonwerkkavels meer onder de aandacht te brengen, zijn de kavels op funda in business geplaatst. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Zwaaikom | |
1 | Omschrijving: | De belangrijkste risico’s binnen het project Zwaaikom zijn: 1. Bestemmingsplanprocedure, afronding verwacht 3e kwartaal 2019 2. Subsidie: vervallen van provinciale subsidie. 3. Verplaatsen handboogvereniging 4. Verkoop woningen 5. Looptijd totale project 6. PAS Daarnaast dienen er nog voor diverse onderdelen nader onderzoek plaats te vinden, hetgeen afhankelijk van de bevindingen kan leiden tot andere kosten. |
2 | Impact: | 1. Als het bestemmingsplan vertraging oploopt of er geen vergunningen verstrekt kunnen worden voor de bouw vanwege de |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | PAS, kunnen de ontwikkelaars niet beginnen met de bouw van de woningen. 2. Mogelijke planschadeclaims en vertragingsprocedures. | |
1 | Financiële impact: | Onderdeel van de impact grondexploitaties totaal |
2 | Maatregelen: | Intensief overleg met alle betrokken partijen (onder meer ontwikkelaars, provincie, organisaties, belanghebbenden, verenigingen en bewoners). De voorziening is verhoogd, gezien feit dat de eindwaarde negatiever is geworden, doordat er enkele nieuwe onderdelen zijn opgenomen. |
0 | 1 | |
---|---|---|
0 | Herontwikkeling Slotjes Midden | |
1 | Omschrijving: | De herontwikkeling van Slotjes Midden is in volle gang. De afgelopen jaren zijn op verschillende plekken in de wijk woningen en appartementen gerealiseerd (o.a. Loevepark en de voormalige schoollocatie aan de Loevensteinlaan). Daarnaast is de grootschalige renovatie van de portiekwoningen aan de Van Boischotlaan,Tempelierstraat en de Dr. Janssenslaan gerealiseerd. Aansluitend aan deze renovatie is de Dr. Jansenslaan heringericht. Deze werkzaamheden zijn voor de zomer 2019 afgerond. Inmiddels is de bouw van het eerste appartementencomplex aan het Wilhelminakanaal Noord in volle gang en worden de 13 grondgebonden woningen aan de Thorbeckestraat binnenkort opgeleverd. Met de bouw van 39 grondgebonden woningen aan de Loevensteinlaan, Pieter Vreedestraat en Thorbeckestraat (kanaalzijde Loevepark) wordt komend najaar gestart. Voor het gebied tussen het Wilhelminakanaal Noord, Dr. Janssenslaan/Slotlaan en Loevensteinlaan is een stedenbouwkundig plan opgesteld, dat inmiddels is vertaald naar een ontwerpbestemmingsplan. Volgens de meest actuele planning zal de bebouwing eind 2024 gerealiseerd moeten zijn. |
2 | Impact | Onderdeel van de impact grondexploitaties totaal |
3 | Financiële impact | -Hogere prijzen inrichting kanaalzone door te kiezen voor invulling hiervan met projecten rondom klimaatadaptatie. - Hogere prijzen bouwproducten door toenemende vraag en tekorten aan aanbodkant. Dit kan de planning van het bouwproces vertragen. - Inrichten openbare ruimte is (met name voor deelplan 4 t/m 7) nog niet concreet. Kostenraming hiervan is nog redelijk abstract. - Langere duur van project door eventuele juridische procedures vanuit omwonenden. |
4 | Maatregelen: | Regelmatig overleg en afstemming met Thuisvester en ontwikkelaar ten aanzien van de planning en de gemaakte afspraken vastleggen. - Goed inzicht in en zonodig bijstellen van hoogte en moment van uitgaven voor herinrichting openbaar gebied. - In nauw overleg met de buurtcoördinator de leefbaarheid van de wijk blijven volgen en zonodig aanvullende maatregelen treffen. - Zoeken naar subsidiemogelijkheden, bijvoorbeeld via de provincie, om de kosten van projecten rondom klimaatadaptatie te verlagen. |
0 | 1 | 2 | |
---|---|---|---|
0 | Kans | Omschreven als | Geschatte kans dar het risico zich in werkelijkheid zal voor doen |
1 | Zeer klein | Zeer onwaarschijnlijk | 1% |
2 | Klein | Onwaarschijnlijk | 10% |
3 | Gemiddeld | Aannemelijk | 50% |
4 | Groot | Waarschijnlijk | 80% |
0 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | |
---|---|---|---|---|---|---|
0 | Nr | Item | Maximaal risico | Kans | I/S | Impact |
1 | 1 | Algemene uitkering | 825.000 | Groot | S | 660.000 |
2 | 2 | Taakstelling jeugd en WMO | 2.400.000 | Groot | S | 1.920.000 |
3 | 3 | Verbonden partijen | 470.000 | Gemiddeld | S/I | 235.000 |
4 | 4 | Brand Moerdijk | 300.000 | Gemiddeld | I | 150.000 |
5 | 5 MidZuid/WAVA | 340.000 | Groot | S/I | 272.000 | |
6 | 6 | Attero | pm | Groot | I | pm |
7 | 7 | Afvalverwijdering | 230.000 | Groot | S | 184.000 |
8 | 8 | Rente / treasury | 300.000 | Gemiddeld | S | 150.000 |
9 | 9 | Achtervang gewaarborgde geldleningen | 194.000.000 | Zeer klein | I | 1.940.000 |
10 | 10 | Garantstellingen | 9.400.000 | Zeer klein | I | 94.000 |
11 | 11 | Informatiebeveiliging & privacy | 500.000 | Gemiddeld | I | 250.000 |
12 | 12 | Koepelvrijstelling BTW | 90.000 | Groot | S | 72.000 |
13 | 13 | BTW sportaccommodaties | 220.000 | Groot | S | 177.000 |
14 | 14 | Onderhoud kapitaalgoederen | 0 | - | - | 0 |
15 | 15 | Conjuncturele ontwikkelingen bouwkosten | 5.000.000 | Groot | I | 4.000.000 |
16 | Totaal benodigde weerstandscapaciteit excl. grondexploitaties | 10.104.000 | ||||
17 | Risico grondexploitaties | 4.430.000 | ||||
18 | Totaal benodigde weerstandscapaciteit | 14.534.000 |
0 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
0 | Paragraaf | JR 2018 | Begr 2019 | Begr 2020 | Begr 2021 | Begr 2022 | Begr 2023 | |
1 | Netto schuldquote | 5.4. Treasury | 39,5% | 36,1% | 36,6% | 48,1% | 51,4% | 58,7% |
2 | Netto schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen | 5.4. Treasury | 39,7% | 36,3% | 36,8% | 48,3% | 51,6% | 58,9% |
3 | Solvabiliteitsratio | 5.4. Treasury | 57,4% | 57,2% | 58,7% | 55,9% | 53,9% | 51,5% |
4 | Structurele exploitatieruimte | 6.14. incidentele baten & lasten | -1,0% | -1,4% | 0,0% | -1,5% | -2,3% | -1,9% |
5 | Grondexploitatie | 5.7. Grondbeleid | 12,5% | 8,4% | 4,7% | 6,1% | 4,7% | 2,7% |
6 | Belastingcapaciteit | 5.1. Lokale heffingen | 90,0% | 97,6% | 95,6% | 9 5,6% | 9 5,6% | 9 5,6% |